Zoon Eloi portretteert beeldhouwer Hein Koreman (1921-2012) in volumineus overzicht

In twee lijvige boekdelen heeft zoon Eloi Koreman het oeuvre van zijn vader, beeldhouwer Hein Koreman vastgelegd. Door het speurwerk en de vele gesprekken met zijn vader kan de zoon nieuw licht werpen op het omvangrijke oeuvre en op het leven van de kunstenaar die door een botsing met de Kerk in een diepe crisis raakte, maar niet boog.

door Camiel Hamans  Foto’s > Loet Koreman

Een zoon die zijn vader portretteert, dat is wat Eloi Koreman doet in zijn monumentale, tweedelige oeuvrecatalogus annex biografie De Madonnamaker. Hein Koreman en zijn beelden. Eloi (Breda 1955) beschrijft beeldhouwer en vader Hein (Lage Zwaluwe 1921- Breda 2012) in woord en beeld. Eloi’s woorden schetsen hoe hij zijn vader ziet als kunstenaar, als zelfbewuste maker die zich verzet tegen de machinaties van de katholieke kliek die het in de jaren vijftig en zestig in Noord-Brabant nog steeds voor het zeggen had, en als mens. De foto’s van Heins beelden laten zien wat voor een interessant kunstenaar hij is.

Twee delen ‘de Madonnamaker’ > boek 1 ‘hemelhoog’, boek 2 ‘aardediep’

“In 2008 heb ik mijzelf een jaar vrijgesteld. Ik kreeg zo’n onverwacht hoog honorarium voor het ontwerp van de Hoge Brug over de haven hier in Breda dat ik daar twee jaar van kon leven. Ik gebruikte die tijd om na te denken of ik niet wat anders zou gaan doen. Mijn moeder, Thérèse Ammerlaan (1922-2015), die nog steeds woonde in haar grote huis aan de Baronielaan, begon af en toe spullen weg te geven aan haar negen kinderen. Ik had interesse in de rij fotoalbums die ze had staan. Zo ongeveer wekelijks ben ik een uurtje met haar gaan zitten en hebben we samen die foto’s bekeken. Ik moest nog wel even mijn aanvankelijke afkeer overwinnen om handig te worden met de computer en de scanner, maar toen ik dat eenmaal onder knie had, was ik in staat de foto’s zo te vergroten dat mijn moeder oude klasgenootjes en vriendinnen kon herkennen en over die meisjes en die tijd begon te vertellen. Ik nam haar verhalen op en vertelde daarover aan mijn vader.”

Eloi Koreman

Auteursrecht

“Mijn ouders zijn in de jaren zestig gescheiden. Vader was door een conflict met de Missionarissen van het ’t Heilig Hart, MSC, te Tilburg en een daarop volgende boycot door de Brabantse katholieke autoriteiten volledig doorgedraaid.” Kort samengevat draaide de kwestie om het auteursrecht. Koreman had een prijsvraag gewonnen die de paters bij hun eeuwfeest in 1954 hadden uitgeschreven voor een nieuw Heilig Hartbeeld, maar vervolgens gebruikten de paters zonder zijn toestemming en zonder betaling van royalty’s zijn beeld als mal voor een eigen productie van plastic afgietsels. Koreman pikte dit niet en met hulp van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars en de Amsterdamse advocaat Piet Witteman daagde hij de congregatie voor het gerecht. Witteman was als oud-minister en lid van de Eerste Kamer een gezien figuur binnen de KVP, de machtige Katholieke Volkspartij.

Na een juridisch conflict over auteursrecht boycotte de katholieke kerk Hein Koreman, met grote gevolgen

Hein Koreman won, maar verloor de daarop volgende oorlog. Hij was lid van de algemene, neutrale organisatie van beeldende kunstenaars en niet van de AKKV, de Algemeen Katholieke Kunstenaarsvereniging die ook het merendeel van de RK-architecten verenigde en die daardoor in het nog ernstig verzuilde Nederland zo goed als het monopolie had op het zuidelijke opdrachtenbeleid. Koreman ging in de ban en werd geboycot. De in 1959 net te Breda benoemde burgemeester dr. R.M.A.A. Geuljans, tevens voorzitter van de Katholieke Filmcentrale (in feite het katholieke censuurorgaan en daarmee een steunpilaar van de roomse zuil) werkte eraan mee dat een nooit geëffectueerde sloopvergunning op het pand waarin Koreman zijn atelier had, ineens werd geactiveerd waardoor Hein op straat kwam te staan.

“De plek waar het pand gestaan heeft, aan wat nu de Slingerweg is, is nog veertig jaar lang een grasveldje geweest. Zo hard nodig was de ontruiming en de sloop blijkbaar. Vader raakte door de tegenwerking in een crisis. Het was voor hem iets als een ‘Berufsverbot’ en het huwelijk van mijn ouders bleek daar niet tegen bestand. Vader wilde nooit praten. Niet over het conflict, niet over wat dat met hem, en dus ook niet over wat het met ons gedaan heeft.”

Op schoot

“Op een gegeven moment toen ik mijn vader weer verteld had over mijn gesprekken met moeder, zei hij ‘Ik heb ook foto’s’, waarop ik reageerde met: ‘U wilt dat ik ook met U ga praten?’ Dat zijn we vervolgens gaan doen in 2010 en 2011. Sessies van zo’n twee uur, soms wekelijks, soms tweewekelijks. Ik heb die gesprekken uitgewerkt. Je kunt het kader ervan beschrijven als ‘een zoon die met zijn vader aan tafel zit en foto’s bespreekt. Van zijn werk voornamelijk.’ De eerste versie van wat nu de twee dikke delen geworden zijn, heeft vader nog op schoot gehad. Het verhaal over de ruzie met de paters en wat dit met hem gedaan heeft, zat al wel in deze versie, maar een aantal details ontbraken toch.”

De mooi gedoseerde expositie bij Galerie Ecker in Breda.
Rechts: model voor De Vlucht. Het beeld staat in het Valkenbergpark in Breda.

“Juli 2012 overleed Hein. Na zijn dood kregen we van zijn weduwe, Corien Pellis, ineens dozen vol documenten en papieren. Daaruit kwam allerlei nieuwe informatie naar boven. Ik vond gegevens en foto’s van beelden die in de loop der jaren kwijt geraakt schenen te zijn, maar er werden ook beelden genoemd in het archief, waarvan nu juist geen foto’s leken te bestaan. Dat werd dus zoeken. Langzamerhand ontwikkelde het project zich tot meer dan een oeuvrecatalogus. Het werd tegelijk een biografie.”

Snoer

“Ik zie het leven van mijn vader als een kralensnoer, dat in 1962, het jaar van de scheiding, gebroken is. De kralen zijn overal naar toe gespat en weggerold. Mijn vader wilde sommige van die kralen niet meer vinden. Ik heb me ten doel gesteld de kralen te verzamelen, maar ik rijg geen nieuw snoer. Ik leg de kralen met de gaten in elkaars verlengde, zodat er een gang van lucht ontstaat voor de adem van de lezer. Tijdens het werk aan de biografie werd ik getroffen door de gespannen relatie tussen bron en beeld. Dat thema, bron en beeld, keert een aantal keren terug in het boek.” Eloi wijst al pratend op een wand tegenover hem in de Bredase galerie Ecker die ooit door zijn oudere broer Maarten (1950-2021) samen met Ineke Ecker is begonnen en waar nu ter gelegenheid van de boekpresentatie een expositie is te zien met eenendertig beelden, penningen en afbeeldingen en foto’s van Heins werk.

Aan de wand waarnaar Eloi wijst, hangen twee foto’s: een van moeder Thérèse met oudste zoon Paul en een van een madonna met kind, dus eveneens moeder en kind. Een beeld voor een veldkapel in Gilze dat in 1950 ter gelegenheid van het Heilig Jaar een jaar lang werd tentoongesteld in Rome. In 1947 had Pius XII de encycliek Mediator Dei, ’Middelaar Gods’, gepubliceerd, waarin hij aangeeft wat de rol van de liturgie moet zijn en in verband daarmee wat de bemiddelende, verbeeldende rol van de kunstenaar behoort te wezen. Naar aanleiding van deze pauselijke rondzendbrief werd in Rome een expositie georganiseerd die moest laten zien hoe vernieuwing in de kerkelijke kunst en architectuur mogelijk was.

“Ik vroeg me echter iets heel anders af, namelijk waarom maak je een beeld van een madonna, een moeder met een kind, als je die thuis in levende lijve hebt?”

“Als nog goed katholiek was het een eer voor vader dat zijn Madonna daar te zien was. Ik vroeg me bij dit beeld echter iets heel anders af, namelijk waarom maak je een beeld van een madonna, een moeder met een kind, als je die thuis in levende lijve hebt. Toen ik mijn vader dat vroeg, antwoordde hij, ‘dat wat ik thuis had, dat wat zich in het leven afspeelt, vergaat, maar als ik de essentie ervan kan vatten in een beeld, dan blijft dat eeuwig’.”

Koremans obsessie voor madonna’s gaat over een verheerlijking van het moederschap

“In feite”, becommentarieert Eloi zichzelf “is dit het oude ‘ars longa, vita brevis’. Ik heb over zijn madonna’s veel met vader gesproken. Uiteindelijk gaf hij toe dat ze een verheerlijking zijn van het moederschap. Hein was gebiologeerd door materniteit, door de vitaliteit die het moederschap met zich meebrengt. Als man sta je buiten de band tussen moeder en kind. Vandaar zijn fascinatie.”

Madonnamaker

“Het thema van de madonna, de obsessie daarmee werd me pas duidelijk tijdens het coronajaar. Het was stil en ik kreeg onverwacht veel tijd en heb toen uit alles wat ik verzameld had een document gedestilleerd ‘alle madonna’s van Hein’. Ik heb zo’n vijfenzestig madonna’s van mijn vader, beelden, foto’s en tekeningen, op een rij gezet en begreep toen pas hoe hij werd gegrepen door het gegeven van het moederschap en zijn ambitie dat in een beeld te vatten. Zijn eerste beeldje uit 1938, nog uit zijn ambachtsschooltijd, is een madonna. Zijn laatste beeld uit 1983 eveneens, het is een begijn, een variant op hetzelfde thema.” Op de expositie staan ze naast elkaar.

Eerste en laatste beeldje, 1938 > Madonna, 1983 > Begijn. 

“Ook zijn beroemde beeld De Vlucht, waarvan een model ook op de tentoonstelling te zien is en dat bovendien is afgebeeld op een penning die ter gelegenheid van het boek geslagen is, toont het moederschap. Een vluchtende vrouw die een aarzelend kind meetrekt op weg naar een veilige plek. Toen ik al die vrouwen- en moederfiguren achter elkaar zag, begreep ik dat ik hem als madonnamaker moest portretteren. Ik heb het hele manuscript omgegooid, alles opnieuw gedaan. Dat zijn deze twee dikke boeken geworden die Berry van Gerwen prachtig vorm heeft gegeven. Het zijn zowel lees- als kijkboeken geworden, een overzicht van het werk dat via beelden vertelt over zijn maker.”

Penning met afbeelding van De Vlucht 

Leeuwerik

“De vraag die me bezig heeft gehouden is: hoe kan iemand die de vrouw zo hoog heeft, haar ook zo vertrappen. Haar en zijn gezin vernietigen. Het antwoord ligt voor de hand: de Roomsche crisis, zoals jij zijn conflict met de paters en alles wat daaruit voortgevloeid is, noemt. Hein was een zoon van eenvoudige West-Brabantse mensen. Zijn vader was griendwerker en zijn moeder vulde het gezinsinkomen aan met een keuterboerderijtje. Met hulp van de pastoor is hij kunstenaar kunnen worden. Als vanzelfsprekend kwam hij aanvankelijk in de traditie van de katholieke kerkelijke kunstnijverheid. Als een leeuwerik is hij omhoog geklommen en vervolgens uit de hemel gevallen, heel diep gevallen door toedoen van diezelfde RK-kerk.”

Merel >”Hein zag de voortgang van religie in een zingend vogeltje”.

“Je ziet het aan dat eerste beeldje. Dat is een heiligenbeeldje, het is nagemaakt van een porseleinen voorbeeld. Neem je vervolgens De Vlucht uit 1955 dan zie je al dat het hier niet meer gaat om verering, maar om een oer-emotie tussen moeder en kind. Dat wordt in zijn latere werk nog veel sterker. Kijk maar eens naar dat beeldje van een mereltje dat hier ook staat. Vader zei daarover dat hij kon doorgaan toen de kerk viel, omdat religie verder reikt dan godsdienstbeoefening. Zijn volgzamere RK-collega’s liepen vast, hij zag de voortgang van religie in een zingend vogeltje.”

Eloi Koreman en Olav Koreman (r). Links: De Vlucht, achter: Stier

Broer Olav (Breda 1959) heeft het hele gesprek niets anders gedaan dan goedkeurend knikken, terwijl zijn handen de ene na de andere penning politoerden. Nu neemt hij het woord. “Op de tentoonstelling zijn ook vaders dierfiguren te zien. Ik heb daar op aangedrongen. Vader werkte veel in opdracht, maar het merendeel van die dierfiguren is vrij werk. Dat maakte hem vrij, dieren bevrijden hem. Het wezen van het dier inspireerde hem. Hij kon als ik met de hond bij hem op het atelier was, ineens zeggen ‘kijk die hond daar nou zitten. Die is gewoon is, wat ze is. Daar zit geen gespeeldheid tussen.’ Een dier is te vertrouwen, mensen niet, had het leven hem geleerd.”

“Het wezen van het dier inspireerde hem. Hij kon als ik met de hond bij hem op het atelier was, ineens zeggen ‘kijk die hond daar nou zitten. Die is gewoon is, wat ze is. Daar zit geen gespeeldheid tussen.’ Een dier is te vertrouwen, mensen niet, had het leven hem geleerd.”

Eloi Koreman. De Madonnamaker. Hein Koreman en zijn beelden. Uitgave in eigen beheer, 2022. 2 delen, 1148 pp., hb., € 100,00. De oplage bedraagt 200 stuks.

Het boek is verkrijgbaar via info@galerieecker.nl, en bij de Vrije Boekhandel en Boekhandel Van Kemenade en Hollaers, beide in Breda.

‘De Madonna’s van beeldhouwer Hein Koreman’, tot en met 1 januari 2023 in Galerie Ecker, Markendaalseweg 18 Breda (vrijdag, zaterdag en zondag van 12.00 t/m 17.00 uur, en op afspraak). Ook de penningen van De Vlucht zijn te koop in of via Galerie Ecker.

www.galerieecker.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
GrensGeluiden herhaalt uitzending over kunstenaarsfamilie Koreman

Crowdfunding voor biografie en beeldenboek over Bredase beeldhouwer Hein Koreman

© Brabant Cultureel 2022

Reacties (1)

  1. Bettina Sew-Atjon schreef:

    De handen van een kunstenaar.
    Uit handen die met hamer en beitel, met kracht en wilskracht een robuuste steenmassa te lijf gingen, ontstond deze in hout gesneden replica van een heel oud Madonna beeldje.
    Tot in het kleinste detail met voorzichtigheid gestreeld, gesneden, en met meditatieve aandacht bewerkt.
    De handen van een kunstenaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *