Boek over vergeten groep Javaanse Surinamers in Sint-Michielsgestel

In 1975 werd Suriname onafhankelijk en kwamen veel Surinamers naar Nederland. Onder hen ook een groep Javanen die zelf of wier ouders als contractarbeiders vanuit Nederlands-Indië naar Suriname waren gehaald. Een substantieel deel van deze mensen vond onderdak in Sint-Michielsgestel. Over deze behoorlijk onbekende groep is er nu een boek.

door Lauran Toorians

Dat Nederland in 1863 de slavernij werd afgeschaft, mag bekend worden verondersteld. Van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024 wordt daar op tal van manieren bij stilgestaan in het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Vergeleken met andere landen kwam die afschaffing in 1863 laat. Het heuglijke feit kwam ook niet vanzelf en leidde meteen weer tot andere problemen. De slavenhouders moesten financieel worden gecompenseerd voor hun verlies en om te voorkomen dat het werk op de vele plantages plotseling zou stilvallen, was bedongen dat de slaven weliswaar voortaan vrij waren, maar toch nog tien jaar op ‘hun’ plantage moesten blijven werken. Als loonarbeiders, maar dus nog steeds niet volledig vrij om te gaan en staan waar zij wilden. Vervolgens moest voor die plantages en andere plekken waar tot 1863 slaven werkten, vervangende werkkrachten worden gevonden.

Naarstig op zoek naar vervangende werkkrachten

Het zal niet verbazen dat vrijgemaakten die de kans zagen elders aan het werk te gaan, hun oude eigenaren maar al te graag de rug toekeerden. De plantagehouders, gesteund door de overheid (het Ministerie van Kolonieën), ging naarstig op zoek naar vervangende, goedkope werkkrachten. Met instemming van het Britse bewind in India werden vele Indiërs (Hindoestanen) geworven als contractarbeider, maar dat had als ‘nadeel’ dat dit Britse onderdanen waren waarover de Nederlanders dus niet vrijelijk konden beschikken. Vanaf 1890 werden dan ook voortaan Javanen geronseld, veelal in dorpen op Midden- en Oost-Java.

Een Javaans dorp in de Van Drimmelenpolder in Suriname. Foto > Willem van de Poll, 1947, Nationaal Archief

Het ronselen ging onder min of meer (tot ronduit) valse voorwendselen. Mensen zouden tijdelijk naar Suriname gaan, daar goed verdienen met niet al te zwaar werk en soms werden gouden bergen beloofd. Anderen vertrokken vrijwillig, op zoek naar avontuur, om weg te komen van schuldeisers of lastige familieleden of om te kunnen trouwen met een geliefde die door de familie niet werd geaccepteerd. In totaal zouden bijna drieëndertigduizend mensen uit Nederlands-Indië de reis maken. Ruim een kwart daarvan keerde uiteindelijk terug.

Javaanse contractarbeiders laden een pont voor vervoer van bananen in Suriname. Foto > Augusta Curiël, Tropenmuseum Amsterdam

De eerste groep die in 1890 in Suriname arriveerde bestond uit vierennegentig mensen. Dat experiment werd succesvol bevonden en vanaf 1894 kwamen er grotere groepen. Hiermee kreeg Suriname een Javaanse, islamitische bevolkingsgroep die er – net als Hindoestanen – goed in slaagde haar eigen cultuur vast te houden. De contractarbeiders waren weliswaar geen slaven, maar hun mogelijkheden waren beperkt en rijk werden ze niet. Dat laatste weerhield ook velen van terugkeer naar Java. Zij schaamden zich omdat ze niet rijk waren geworden. Na 1931 kwamen er geen contractarbeiders meer, maar wel nog ‘vrije migranten’.

In het voormalige seminarie Beekvliet

De Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 deed vele Surinamers kiezen voor het Nederlandse staatsburgerschap. Onder hen ook Javanen die vreesden in de knel te komen tussen Hindoestanen en Creolen. Bijna vierhonderd vooral oudere Javanen kwamen in de weken voor de onafhankelijkheid naar Nederland. Ongeveer driehonderd van hen, voornamelijk senioren met hun kleinkinderen, vonden onderdak in het voormalige seminarie Beekvliet in Sint-Michielstel. Na het nodige gedoe – vooral over geld – werd voor de ouderen in 1988 in Sint-Michielsgestel bejaardenoord Nieuw Beekvliet gebouwd. Dat sloot in 2017 zijn deuren waarna de laatste bewoners verhuisden naar het Wereldhuis in Boxtel.

Seminarie Beekvliet in Sint-Michielstel. Foto uit 1940
Start bouw bejaardenoord Nieuw Beekvliet, november 1986. Foto Paul Bolk in archief Woon- en Zorgcentrum Nieuw Beekvliet/BHIC

Op de begraafplaats in de Nieuwstraat werd in Sint-Michielsgestel een islamitische gedeelte voor deze mensen ingericht. Voor het behoud van deze unieke begraafplaats en voor een gedenkmonument aan de vergetelheid te ontrukken, zamelt de Stichting Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI) momenteel geld in.

Boven: Inventarisatie van de contractarbeiders die in Sint-Michielsgestel zijn begraven. Onder: Begraafplaats Nieuwstraat in Sint-Michielsgestel, waar de contractarbeiders zijn begraven. Beide foto’s > stichji.javanen.nl

En er is nu ook een boek over deze nogal vergeten groep, geschreven door Sabine Ticheloven. Het boek maakt integraal deel uit van het project ‘Meer dan een nummer’ waarmee Stichting Herdenking Javaanse Immigratie de aandacht vestigt op de geschiedenis van de Javanen die tijdens het Nederlands koloniaal bestuur vanuit Nederlands-Indië zijn overgebracht naar Suriname. Ongeveer vijfenzestig contractarbeiders die tussen 1918 en 1928 werden ingescheept voor Suriname zijn in Sint-Michielsgestel begraven. Eenenvijftig graven zijn nog zichtbaar – de rest is reeds geruimd – en daarvan zijn er zeventien onbedekt. Het streven van de stichting is om die graven alsnog te omranden en van een gedenkteken te voorzien.

Sabine Ticheloven, Samen op Beekvliet. De Javaanse Surinamers in Sint-Michielsgestel (1975-2017). Edam: LM Publishers 2024, 128 p., ISBN 9789460229633, hb., € 24,50.

Reacties (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *