Prachtige kamermuziek voor een vergrijzend publiek

door Arnold Verplancke (tekst & foto’s optredens)

Niet ver van huis, in Tilburg en Eindhoven, heb ik afgelopen week genoten van prachtige kamermuziek. Je hoeft het niet altijd ver te halen. In de moderne Concertzaal in Tilburg speelden dinsdag twee betrekkelijk jonge virtuozen op viool en cello samen met de gerenommeerde pianist Enrico Pace pianotrio’s van Sjostakovitsj, Beethoven en Ravel. Hoewel het drietal nog maar kort samenwerkt, klonken de erg van elkaar verschillende werken prachtig dankzij het gretige samenspel van Aleksey Samenenko op zijn Stradivarius viool, Alexey Stadler op cello en de trefzekere Pace op de vleugel. Als toegift verrasten zij de redelijk gevulde zaal met een weemoedig stuk van opnieuw Sjostakovitsj.

Genieten van hun welverdiende pensioen

Het optreden maakte deel uit van de sterke serie kamermuziek van de Koninklijke Souvenir des Montagnards in Tilburg. Zo rondkijkend naar de andere bezoekers, viel mij opnieuw de gemiddelde leeftijd op. Laten we zeggen dat verreweg de meesten de zevenenzestig gepasseerd zijn en van hun welverdiende pensioen genieten. Niets mis mee natuurlijk, sterker nog, alle lof voor mijn leeftijdgenoten die het winterweer trotseren om zich te laven aan deze verrassende muziek. Maar waar blijven de jongeren? En dan reken ik veertigers al tot de jongelui.

De aankondiging van het optreden met op de foto Aleksey Semenenko. Ook hij speelt viool op de voorpaginafoto van deze column.
Cellist Alexey Stadler kondigt de toegift aan. Links van hem violist Aleksey Semenenko en pianist Enrico Pace.

Een dag later realiseerde ik mij dit gemis opnieuw. In de kleine zaal van het Muziekgebouw in Eindhoven woonde ik het concert bij van het wereldberoemde Borodin Quartet. Opnieuw Sjostakovitsj op de lessenaars, namelijk voor de pauze de strijkkwartetten één en negen van hem. Na de pauze klonk het tweede strijkkwartet van Tsjaikovski en als toegift Rachmaninov. Een compleet Russisch programma dus, waarbij ik het meest onder de indruk was van het negende strijkkwartet.

Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj. Foto > Wikimedia Commons

De droevige klanken en dan weer die opstandige passages kregen alle ruimte in de uitstekende akoestiek van de kleine zaal. Heerlijk om in mee te gaan, maar ook om te beseffen hoe controversieel dit soort werk in 1964 was in de Sovjet-Unie. Nog maar een paar jaar eerder was de componist opnieuw volledig uit de gratie geraakt door zijn grote Symfonie nummer dertien. Daarin herinnerde hij met liederen op teksten van Jevtoesjenko aan de moordpartijen in 1941 door de nazi’s in Oekraïne. In het ravijn Babi Jar (tevens de naam van de symfonie) in Kiev schoten ze in enkele dagen tijd 33.000 joden neer die daar dood of halfdood in een massagraf werden begraven.

Een beetje te laat in een soort vrijetijdskledij

Het Borodin Quartet bestaat al sinds 1945 en heeft nog regelmatig samengewerkt met de componist Sjostakovitsj zelf. Natuurlijk is de bezetting telkens vernieuwd en verjongd met wel steeds afgestudeerden van het Moskous conservatorium. In Eindhoven keek het publiek verrast op toen de vier heren een beetje te laat in een soort vrijetijdskledij het podium op kwamen. Altviolist Igor Naidin verontschuldigde zich. De koffers met hun formele concertkleding waren niet met hetzelfde vliegtuig aangekomen, vandaar. Excuses. En zo keken we tegen een huiselijk viertal aan, twee in geblokte houthakkershemden alsof ze zo uit Siberië waren gekomen. Maar spelen dat ze kunnen! Het applaus namen ze minzaam in ontvangst, alsof het toch geen moeite was geweest.

Het Borodin Quartet speelt noodgedwongen in vrijetijdskledij. De violisten Nikolai Sachenko en Sergei Lomovsky, altviolist Igor Naidin en cellist Vladimir Balshin.
Het Borodin Quartet in de vernieuwde bezetting dankt het publiek in Eindhoven.

Maar ook hier: de gemiddelde leeftijd van de best goed gevulde zaal zal zeker richting de zeventig zijn gegaan. Erg? Nee, maar wel jammer. Mijmeren over oorzaken helpt niet erg. Hebben we als oudere generaties te weinig gedaan aan cultuuroverdracht? Hebben we de ontwikkeling van de muzikale smaak teveel overgelaten aan de leeftijdgenoten van jongeren zelf en aan commerciële aanbieders van radiostations en platenmaatschappijen en nu internetsites? Geen idee. Die hebben in ieder geval geen educatieve doelstelling en willen alleen gemakkelijk geld verdienen. Zou het onderwijs meer moeten doen aan muziekonderricht en cultuuroverdracht? Ach leraren krijgen al zoveel op hun bordje geschoven waar ouders zelf niet aan toekomen.

Zou het onderwijs meer moeten doen
aan muziekonderricht en cultuuroverdracht?

Let wel, dit zijn mijmeringen van een oude man, zonder enig onderzoek te hebben gedaan. En natuurlijk zijn er wel jongeren die van huis uit kennismaken met klassieke muziek, naar een muziekschool gaan en zelf een instrument leren bespelen. De besten kom je gelukkig wel eens tegen in een tv-programma als Podium Klassiek op zondagavond. Ik heb overigens de indruk dat Nederland slecht scoort als het gaat om de publieksopbouw bij klassieke muziek. Vrij recent heb ik nog een paar concerten bijgewoond in Heidelberg en Basel, waarbij de gemiddelde leeftijd duidelijk lager lag dan in Tilburg of Eindhoven en waar zelfs de nodige jongeren opdoken – laten we zeggen vijfentwintig-plussers. Dat geldt zelfs al voor Antwerpen, net naast de deur.

Maar ook klassen jongvolwassenen

Weer een dag later zag ik dat verschijnsel trouwens ook in het Concertgebouw in Amsterdam. Natuurlijk is het niet eerlijk het publiek daar te vergelijken met dat in onze provinciesteden. De hoofdmoot van het programma bestond bovendien uit het redelijk bekende ‘Schilderijen van een tentoonstelling’ van Moesorgski in de orkestbewerking van Ravel. Uitgevoerd door ons Koninklijk Concertgebouworkest zelf onder zijn nieuwe dirigent Klaus Mäkelä. Dus een volle bak met tevens internationaler publiek, maar ook klassen jongvolwassenen en gewoon stellen en vrienden van in de dertig en veertig jaar. Afgezien van dit aantrekkelijke werk stond er voor de pauze toch serieuze kost op het programma. Van Manuel de Falla ‘Noches en los jardines de España’, met als prima pianist Javier Perianes, een van de meest onderkoelde solisten die ik ooit heb gezien.

Hawar Tawfiq. Foto > Els Zweerink

Daar nog aan vooraf ging het nieuwe ‘M.C. Escher’s Imagination’ van de van oorsprong Irakese componist Hawar Tawfiq. Hij kwam vijfentwintig jaar geleden na een levensgevaarlijke tocht als vluchteling naar Nederland en speelde al viool. In het opvangcentrum werd zijn muzikale talent gelukkig ontdekt. Aan het conservatorium van Tilburg volgde hij de compositieopleiding, die hij met de hoogst mogelijke waardering afsloot. Voor dit nieuwe verrassende en grillige werk, in opdracht van het Concertgebouworkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest, heeft hij zich laten inspireren door de graficus Escher, maar ook door landschappen en insecten. De componist werd zelf uit de zaal naar voren gehaald om een daverend applaus te krijgen van het publiek, van jong en oud in dit geval.

Schets- en onderzoeksboekje van M.C. Escher met vervormingen in ‘Vierkant systemen’. Foto > Hans Lodewijkx

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *