Als de mensen niet naar het theater komen, of de schouwburg, zoals die cultuurtempels van de gezeten burgerij sinds de negentiende eeuw heetten, dan komen we naar de mensen waar ze wonen. Die motivatie legde in de jaren zeventig van de vorige eeuw de grondslag voor talrijke initiatieven om publiek in de tent te lokken. Tot en met zondag 2 juli staat de Parade in Eindhoven.
door Rieks Holtkamp • tekst en foto’s
Veel van de reizende theatergezelschappen van de jaren zeventig, zoals bijvoorbeeld het Werktheater, ontvingen hun publiek in circustenten. Zowel de Parade, opgezet naar een idee van Terts Brinkhoff, als de voorganger Boulevard of Broken Dreams staan in die traditie.
Veel uit die tijd is teloorgegaan, maar de Parade, die afgelopen vrijdag neerstreek in Eindhoven en vervolgens Den Haag, Utrecht en Amsterdam zal aandoen, is een welkome uitzondering. Hoe is dat te verklaren, vragen we aan programmeur John de Weerd, al sinds zijn achttiende aan de Parade verbonden.
Kletsen met de artiesten die tussen het publiek lopen
“De Parade is eigenlijk een reizende vrijstaat. Er is direct contact tussen artiesten en publiek en je kunt hier helemaal jezelf zijn. Het geeft niet wie je bent, op wie je valt en waar je vandaan komt. Je ziet hier ook alle leeftijden komen. En je bent hier buiten. Zeker met dit warme weer, in de schaduw van de grote bomen naast het Parktheater, geeft dat een gevoel van vrijheid. Je kunt de voorstellingen zien – toneel, comedy, dans en muziek of een combinatie – maar ook eten, drinken en wat kletsen, eventueel ook met de artiesten, want die lopen gewoon tussen het publiek wanneer ze niet optreden. Soms maken die op het terrein reclame voor hun volgende voorstelling, ‘Parade maken’, noemen wij dat, waarbij zij óf in woord óf in opvallende kleding de bezoekers hun tent in willen lokken. Dat alles maakt het voor de tweehonderdvijftig duizend bezoekers die we jaarlijks trekken juist zo bijzonder.”
Ook voor artiesten en medewerkers geldt dat ‘vrijstaat-gevoel’. “Als artiest kun je hier dingen uitproberen. En groepen kunnen er een publiek opbouwen. Voor jonge generaties die nog een publiek moeten veroveren, kan dat een enorm verschil maken, vooral ook omdat het publiek geneigd is om iets uit te proberen.”
De Parade is voor medewerkers en artiesten een grote reizende gemeenschap, zoals een circusfamilie. De kinderen reizen mee en krijgen ook les in een reizende school, net als bij circusmensen en kermisfamilies. “We slapen ook in tenten en caravans. Dus we zijn een reizende gemeenschap die in de loop van de tijd ook hecht is geworden. We komen zelfs op elkaars verjaardagen of voor andere gelegenheden.”
Kiki van Caspel
Kiki van Caspel studeerde in 2018 af aan de Design Academy in Eindhoven. Hier op de Parade is zij één van de ‘snoepmeisjes’ die met een snoepkarretje op het terrein snoep verkopen aan de bezoekers. Maar op een speciaal elektrisch aangedreven tweezitswagentje geeft zij ook rondleidingen over het terrein. “Want er is veel te vertellen, bijvoorbeeld over de tenten. Zo is het Café Correct de voormalige ingang van het in 1963 ter ziele gegane legendarische circus Strassburger. En de Shambles is de oorspronkelijke paardenstal van het circus, net als de ruimte die nu voor de toiletten wordt gebruikt. Caspel werkt nu al voor de veertiende keer bij de Parade. “Mijn eerste keer was in 2010. Als je er eenmaal aan vastgeplakt zit, laat het je niet meer los.”
De ervaring dat bezoekers die geweest zijn ook terugkomen
“We hebben de ervaring”, vervolgt John de Weerd, van origine beeldhouwer, maar dat vond hij achteraf toch een te eenzaam bestaan, “dat bezoekers die er eenmaal geweest zijn ook terugkomen. Er valt gewoon veel te ontdekken, vooral ook als je openstaat voor nieuwe, onbekende ervaringen. Als je als kind op de Parade geweest bent, kom je dertig jaar later met je eigen kinderen terug. Dus is de continuïteit verzekerd.”
Esther en Joost zijn een paar van die geregelde bezoekers. Zij komen al voor de derde keer, zowel in Eindhoven als Den Haag en Amsterdam. “Het valt me op dat het overal een gemoedelijke sfeer is, hoewel de locaties enigszins verschillen”, zegt Esther die zelf in een vier-vrouw formatie a capella zingt. “Ik had hier ook wel willen optreden. In deze geweldige sfeer zou dat heel goed gepast hebben.” Maar niet alle koorleden deelden die mening.
Op het middenterrein met banken, stoelen, tafeltjes en terrasjes en door De Weerd omschreven als “een circus binnenstebuiten gekeerd, met het publiek in de ring en de artiesten eromheen” zit het publiek zichtbaar te genieten. Met de honderd jaar oude zweefmolen, de bijna even oud aandoende tenten en houten gebouwtjes en de ronde bar Aquarius in belle époque stijl, lijk je bijna terug verplaatst in een schilderij van Renoir, zoals bijvoorbeeld het ‘Bal du moulin de la Galette’.
We zetten we de maatschappijkritische traditie voort
Maar die ‘belle époque’ sluit naadloos aan bij de huidige tijd. “We doen er alles aan om de belasting voor milieu en omgeving zo gering mogelijk te maken”, zegt De Weerd. “We produceren nauwelijks afval. Kijk maar”, wijst hij lachend om zich heen, “we hebben hier geen afvalbakken. We serveren op echt porselein, we eten met echt bestek, we gebruiken geen plastic glazen of bekers en we betrekken geen producten van de bio-industrie. En we gebruiken groene stroom. Dus in veel opzichten zetten we de maatschappijkritische traditie voort, of pakken die weer op na zeventig jaar.”
Om zo duurzaam mogelijk te opereren, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het opzetten, afbreken en binnen vijf dagen naar elders vervoeren en daar weer opbouwen is een operatie van nagenoeg militaire precisie, aldus De Weerd. “Hier in Eindhoven hebben we alles in zeven dagen opgebouwd, inclusief de aanleg van stroom- en watervoorziening. Als we hier op 2 juli de tenten sluiten beginnen we direct daarna met afbreken. In vijf dagen staat alles in Den Haag weer overeind en dat herhalen we dan voor Utrecht en Amsterdam.”
Machiel Rodenburg
Theatermaakster en actrice Machiel Rodenburg van de groep Silent Disco werkt voor de Parade mee aan de interactieve voorstelling Shut up Club. Zij fungeert als een soort aanjaagster die de bezoekers aanspoort om een tijdje met anderen met een koptelefoon op te dansen. “Hier kun je met een koptelefoon op even helemaal los gaan op muziek. Je kunt bij de dj ook verzoekjes aanvragen. Misschien heb je een tijd gezeten of lang gestaan. Dan is het heerlijk om met een groep mensen lekker te swingen. Je bent voor even een heel kleine gemeenschap.” Ook Machiel Rodenburg, die nu voor de derde keer meedoet en na Eindhoven ook in Den Haag, Utrecht en Amsterdam staat, heeft dat ‘Parade-gevoel’. “Ja”, zegt ze stralend, “ik hoor bij een rondreizende circusfamilie.”
Zeshonderd mensen zijn bij de Parade betrokken. Honderdtachtig artiesten verzorgen samen tachtig voorstellingen. Het hele jaar rond is een staf van vijftien mensen bezig met de voorbereiding, planning en organisatie. John de Weerd, die naast zijn werk voor de Parade ook als programmeur verbonden is aan het Nationaal Theater in Den Haag, beoordeelt met twee collega’s vierhonderdvijftig aanmeldingen. Van oktober tot maart voeren zij met honderdvijftig artiesten gesprekken. Verspreid over de vier steden worden er uiteindelijk zo’n zeventig tot tachtig producties geselecteerd. Wat is het criterium om voor de Parade geselecteerd te worden, wil de verslaggever weten. De Weerd: “De artiesten moeten vertelkwaliteit hebben en kunnen werken met weinig theatrale middelen, omdat de podia heel klein zijn Bovendien hebben ze maximaal dertig minuten voor hun toneel, dans en/of muziek.”
We zijn hier in Eindhoven heel warm onthaald
Een aantal van de voorstellingen is speciaal geselecteerd vanwege de regionale impact. In Eindhoven zijn dat bijvoorbeeld optredens van Björn van der Doelen met Mike Weerts, Frino, het Eindhovens Brabohop duo.
Ook is er een expositie van studenten van het St. Lucas uit Boxtel. Eindhoven is één van de vier grote steden die de Parade-karavaan aandoet. “Ja voor ons was Eindhoven een lang gekoesterde wens. Eindhoven is geografisch interessant, om niet alleen in de Randstad te zitten. Maar bovendien is Eindhoven behalve de vijfde stad van het land ook een creatief centrum met de Design Academy, St. Lucas en het Parktheater waarmee we trouwens ook samenwerken. We zijn hier in Eindhoven heel warm onthaald, zowel door de stad als door het publiek. Ja dat was een liefdevolle kennismaking.”
Gerard O en Theo W
Gerard O(lthaar) en Theo W(esselo) doen samen in het tuinhuis van het Parktheater ‘IK’ een voorstelling onder de titel ‘Een boeketje extremen’. Zij hebben los van elkaar een theater-, muziek- en performancecarrière opgebouwd met een absurdistisch karakter. Theo Wesselo draagt van flodderige papiertjes humoristische en ontregelende gedichten voor. Van hem is misschien wel het kortste gedicht uit de Nederlandse literatuur. De titel luidt: Onbeantwoorde liefde. De tekst: ‘Hé.’
De performances van Wesselo worden door Olthaar begeleid met absurdistische acts met onder meer klerenhangers en een toiletrol die gaandeweg met hulp van het publiek helemaal wordt afgerold onder het mom: “Ze zeggen dat er driehonderd velletjes op zitten. Even tellen.” Ook heeft hij een vrijscène met een gerookte makreel op het repertoire. Voor deze Parade treden zij samen op. “Voor het eerst”, zegt Wesselo, die onder meer bekend is van PowNed filmpjes op Youtube onder de noemer ‘Pure poëzie’ waarin hij mensen op straat gedichtjes voorleest. “We treden voor het eerst samen op. Ik ben zelf nogal een lastig persoon, dus ik treed meestal alleen op. Maar dit (Gerard Olthaar; rh) is wel een goeie gozer. Dus wie weet wordt dit vervolgd.”
Lees ook op Brabant Cultureel:
Kluchtige Paradevoorstelling van Het Zuidelijk Toneel [2023]
Uitgelaten stemming op De Parade: we mogen weer [2021]
© Brabant Cultureel 2023