‘Happy Days’ van Beckett is optimistisch tot het bittere einde

Zestig jaar geleden gold ‘Happy Days’ van Samuel Beckett als een uiterst experimenteel en absurdistisch toneelstuk. Nu staat het weliswaar bij de klassiekers van de twintigste eeuw, maar laat het nog steeds publiek in verwarring achter. ‘Waar gaat het over’, hoor ik om me heen. Het Nationale Theater reist ermee door het land, met Antoinette Jelgersma in de veeleisende hoofdrol, bijna een monoloog.

door Arnold Verplancke scènefotografie > Sanne Peper

Het leven is absurd. Laten we dat even vaststellen. Je wordt ongevraagd geboren. Na een onbekend aantal jaren ga je dood. Waarom? Verzin het maar. In de tussentijd doen we alsof er niets aan de hand is. We leven voort met rituelen van alledag.

Winnie, de hoofdpersoon in Happy Days (Gelukkige Dagen), is de vleesgeworden samenvatting daarvan. Als het stuk begint, zit zij tot haar middel vast in het zand, maar ze doet of dat normaal is. ‘Weer een goddelijke dag’, constateert ze. Ze verricht ritueel haar ochtendgebed en poetst haar tanden. In het tweede bedrijf na de pauze is ze zover gezonken dat alleen haar hoofd nog boven het zand uit steekt. Het behoeft weinig fantasie om te bedenken hoe het zal aflopen: bedolven onder het zand, dood en begraven. Beckett laat dat zelf niet zien aan het einde, Het Nationale Toneel doet dat wel en past het slot aan.

Antoinette Jelgersma: ‘geen verbetering, geen verslechtering – geen verandering – geen pijn – bijna geen – dat is het voornaamste.’

Onverstoorbaar

Is Happy Days dan een somber stuk? Welnee. Het zit vol humor, dankzij de onverstoorbaarheid van Winnie en de manier waarop zij de neergang accepteert als iets onvermijdelijks, zelfs als iets aantrekkelijks. Antoinette Jelgersma (1955) speelt haar in de regie van Erik Whien lichtvoetiger en optimistischer dan ik me van eerdere uitvoeringen herinner. Grote bewondering voor haar en haar motto ‘Geen verbetering, geen verslechtering – geen verandering – geen pijn – bijna geen – dat is het voornaamste.’ Optimist tot in de kist, luidt het gezegde.

Rene van ’t Hof (1956) geeft haar mooi tegenspel in de bescheiden, maar o zo belangrijke rol van de man Willie die veelal onzichtbaar blijft achter haar hoop zand. Een paar jaar geleden speelde hij ook een sterke rol in Eindspel van Beckett, onder dezelfde regisseur.

Het Nationale Toneel houdt zich vrij consciëntieus aan de tekst en de aanwijzingen van de van oorsprong Ierse schrijver, maar twee aanpassingen vallen sterk op. Ten eerste: Winnie zit niet gevangen in het zand, maar in een grof soort gevlochten netwerk dat aan de bouw doet denken. Zit zij gevangen door een ingestort bouwwerk na een aardbeving of een andere ramp?

Liefde

Nog belangrijker is het aangepaste slot. Bij Beckett luiden haar laatste zinnen: ‘O, dit is een gelukkige dag, dit zal weer een gelukkige dag zijn geweest! (…) Heb mij lief! (…) Je hebt mij lief!’ Als het ware vult zij zelf de leegte van haar leven met de liefde die zij wil voelen tussen haar en Willie.

Erik Whien laat helemaal aan het einde het netwerk aan de voorkant optillen, waardoor Willie daadwerkelijk met haar hoofd verdwijnt in het ‘zand’. Tegelijk wordt de actrice daardoor helemaal zichtbaar, zoals ze onder het vlechtwerk gewoon op een stoel zit. Alsof Whien wil zeggen: ‘Til er niet te zwaar aan. Het is maar toneel.’ Dat sluit overigens wel aan bij het gevoel van Winnie dat ze wordt bekeken. Maar door de vrouw zo onverbeterlijk positief en optimistisch te laten spelen en het slot genadelozer te maken, voelt deze Happy Days nog iets grilliger aan. Willie salueert ten afscheid als zij in de grond verdwijnt.

Ik denk dat ik het stuk voor het eerst op het toneel zag in 1978 met Kitty Janssen in de hoofdrol en haar man André van den Heuvel als Willie. Van Andrea Domburg die de Nederlandse première speelde in 1962 bij Toneelgroep Studio van Kees van Iersel herinner ik me alleen filmfragmenten op tv. Veel indruk maakte Marlies Heuer later met dezelfde rol in 2013 tijdens het Zeeland Nazomer Festival. Zij speelde een heel sterke Winnie in de openlucht, in het zand van de Wilhelminapolder, geplaagd door muggen heb ik later begrepen.

Duidingen

Gaat Happy Days over de absurditeit van het menselijk leven? Ook, en over de flexibiliteit en het aanpassingsvermogen van de mens. En over het fenomeen liefde. Misschien ook wel over het einde der tijden, na een catastrofale ramp. Zijn Winnie en Willy ongeveer de laatste mensen? ‘Een geschrift waar maar één interpretatie aan kan worden gegeven, kan nooit van wezenlijke betekenis zijn’, schreef regisseur Lo van Hensbergen in 1978. ‘Hoe grootser een toneelstuk, hoe meer mogelijkheden tot zinvolle duidingen. Wat dat betreft heeft een toneelstuk van topkwaliteit (en dat is beslist niet blasfemisch bedoeld) een essentieel aspect gemeen met de bijbel, die we ook eeuwen lang bezig zijn te verklaren zonder ooit een punt te kunnen zetten achter het laatste woord er over.’ Zo is het maar net.

Sterker nog, in de oorspronkelijke tekst reikt Willie tegen het eind van het stuk naar Winnie, om haar aan te raken óf om de revolver te pakken, dat is niet duidelijk. (‘Ben je uit op mij, Willie… of op iets anders?’) Dat kleine gebeuren is helaas geschrapt bij Het Nationale Theater. Maar toen Beckett in 1961 voor de allereerste uitvoering werd gevraagd waarom Willie die beweging eigenlijk maakt, antwoordde hij: ‘Ik weet het niet. (…) Ik weet dat schepsels geen geheimen behoren te hebben voor hun auteurs, maar ik ben bang dat de mijne weinig anders hebben voor mij.’

Toneelstuk: Happy Days. Tekst: Samuel Beckett. Vertaling: Jacoba van Velde. Door: Het Nationale Theater. Regie: Erik Whien. Spel: Antoinette Jelgersma en René van ’t Hof. Decor: Juul Dekker. Gezien: première Theater aan het Spui Den Haag, 15 april 2023.

Nog te zien in ’s-Hertogenbosch, Verkadefabriek op 28 en 29 april, en in Breda, Chassétheater op 3 mei.

hnt.nl/voorstellingen > Happy Days

Lees ook op Brabant Cultureel:
Theater Rotterdam brengt gepaste slapstick in eindspel van Samuel Beckett

Samuel Beckett, Gelukkige Dagen. Vertaling Jacoba van Velde. Amsterdam: De Bezige Bij 1965.

Samuel Beckett, The Complete Dramatic Works. Londen: Faber and Faber 1990.

James Knowlson, Tot roem gedoemd. Het leven van Samuel Beckett. Vertaling Karina van Santen. Amsterdam: De Bezige Bij 2000.

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (2)

  1. Otto Schut schreef:

    (nog) niet gezien, maar nu al leuk. Prachtig commentaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *