Theater Rotterdam brengt gepaste slapstick in Eindspel van Samuel Beckett

‘We beginnen toch niet iets … te … te betekenen?’ Dat vraagt de hoofdpersoon Hamm zich ergens halverwege het stuk Eindspel van Beckett bijna verontrust af. Het is een kernzin. Zijn gedienstige huissloof Clov giechelt komisch: ‘Betekenen? Wij, iets betekenen? (hihi) Die is goed.’

door Arnold Verplancke

Er valt regelmatig te lachen in de lichtvoetige versie die Theater Rotterdam maakt van Eindspel. Zeker door het acteren van René van ’t Hof die Clov speelt zoals Stan Laurel het zou kunnen doen: komisch en tragisch tegelijk, met typerende beweginkjes, geluidjes en herhalingen.

‘René van ’t Hof speelt Clov zoals Stan Laurel het zou kunnen doen: komisch en tragisch tegelijk, met typerende beweginkjes, geluidjes en herhalingen’. Foto: Sanne Peper

Maar geen misverstand: in de kern valt er weinig te lachen bij Samuel Beckett (1906-1989). Hij is een van de belangrijkste schrijvers van het absurdistisch theater dat er vooral op uit is de absurditeit van het menselijk bestaan te demonstreren. We zijn immers ongevraagd geworpen in dit leven, met als enige zekerheid een zinloze dood. Zonder god die ons kan helpen. Om in de termen van Hamm te spreken: ‘Denk toch na, je bent op aarde, daar is geen remedie voor.’

Dwingelandij

Een echt verhaal zit er niet in. Centraal op het toneel zit Hamm in zijn soort rolstoel. Hans Croiset speelt hem knap. Een man die blind is en min of meer verlamd. Met dat irritante mengsel van aangeleerde hulpeloosheid en dwingelandij van een zieke. Berustend in het einde van alles, maar ondertussen bijna sadistisch voor zijn omgeving.
Rondom hem reddert Clov, zijn knecht en, misschien ook, aangenomen zoon. Hij zou het liefst in de keuken naar de blinde muur staren, maar hij moet steeds voldoen aan de wispelturige opdrachten van zijn meester Hamm. René van ’t Hof maakt er die soms slapstickachtige act van.

Soms lichten zij met hun hoofd nog even het deksel op om iets te zeggen, over pap, of jeuk of het verleden’. Foto: Sanne Peper

En dan staan er voor op het podium nog twee afvalbakken, waarin de ouders van Hamm alvast zijn weggestopt: Nagg en Nell. Soms lichten zij met hun hoofd nog even het deksel op om iets te zeggen, over pap, of jeuk of het verleden. Die twee figuren in vuilnisemmers werden in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw wel aangehaald om het moderne toneel belachelijk te maken.

Lanting

Het stuk van Beckett dateert uit 1957 en is in Nederland in 1964 gespeeld, mogelijk voor het eerst, door de Nieuwe Komedie in de regie van Erik Vos. Een jonge John Lanting nota bene speelde toen vader Nagg, ver voordat hij naam zou maken met zijn Theater van de Lach. Na de pauze kwam Lanting terug in zijn beroemde solo van de De Aap, naar een verhaal van Kafka. Van de vele gedenkwaardige voorstellingen van Eindspel blijft vooral die uit 1982 met de legendarische Julien Schoenaerts (Hamm) en Jo de Meyere (Clov) in mijn geheugen gegrift.

Vorig jaar beleefde Milaan de wereldpremière van een opera gebaseerd op dit stuk, gecomponeerd door György Kurtág: Fin de Partie (de Ier Beckett schreef het toneelstuk oorspronkelijk in Parijs in het Frans). In maart dit jaar was die opera ook in Amsterdam te zien. Lastig om muziektheater en spreektoneel te vergelijken. Voor mij droeg de geprezen muziek van Kurtág weinig bij aan de essentie van Eindspel. Sterker nog, de intimiteit ging grotendeels verloren. 

Kale kamer

Wel bijzonder was het toneelbeeld. Waar Beckett minutieus de kale kamer met hoge ramen voorschrijft, speelt de opera zich af buiten een huisje. Maar boven het huisje en de zangers spant zich al een ander dak en daarboven nog een, als een Droste-effect. Nu bij het Theater Rotterdam heeft decorontwerper Marc Warning weer een andere variant bedacht. De buitenwanden van de kamer zijn zo dicht naar elkaar toe geschoven, dat er slechts een smalle gang overblijft. Hamm zit er voor in zijn rolstoel. Als Clov naar buiten moet kijken door een hoog raam, tuurt hij door het ene raam, over de gang heen, door het andere raam, dus weer de kamer in. Niets verandert ‘buiten’, geen hoop en nog geen einde. Als het slot nadert, hoeft Clov maar tegen de muren te stoten en ze vallen plat op het podium. Zelfs die veiligheid verdwijnt.

‘Om dat te laten zien, zet Beckett deze figuren op het toneel: acteurs die spelen dat ze Hamm en Clov zijn. ‘Nu is het mijn beurt’, is de eerste tekst die Hamm zegt. Een spel dus: het is wat het is en niet meer’. Foto Sanne Peper

Tja, wat wil Beckett zeggen met Eindspel? Daar zijn inmiddels boekenwanden over volgeschreven. Het einde van de wereld en/of van de mensheid? Historisch gezien, heeft hij het stuk geschreven na het pijnlijke ziekbed en de dood van zijn broer. In eerdere schetsen zaten er ook referenties in naar Noach en de Zondvloed. Nog steeds wel, als het grijze huis van Hamm ergens tussen water en land te vinden is. Er is geen natuur meer en de zon en de zee laten het ook afweten.
Beckett is nooit gul geweest met de duiding van zijn stukken. In zijn bekendste werk wachten twee zwervers eindeloos op Godot, die maar niet komt. Is Godot God? Of de verlosser, of de dood, hebben tekstgeleerden hem wel gevraagd. ‘Als ik dat had geweten, had ik het wel in het stuk gezet’, luidde zijn afgemeten antwoord.

Betekenis

Maar theaterbezoekers kunnen niet anders dan zoeken naar een betekenis, zoals mensen vroeg of laat gaan vragen naar de zin van dit leven. Dat weet Beckett natuurlijk ook en dat past precies in het straatje van het absurdische toneel en van het existentialisme als filosofische stroming uit de jaren rond de Tweede Wereldoorlog.

Beckett is nooit gul geweest met de duiding van zijn stukken. In zijn bekendste werk wachten twee zwervers eindeloos op Godot, die maar niet komt. Is Godot God? Of de verlosser, of de dood, hebben tekstgeleerden hem wel gevraagd. ‘Als ik dat had geweten, had ik het wel in het stuk gezet’, luidde zijn afgemeten antwoord.‘ Foto: Arnold Verplancke

Het leven op zich heeft geen zin. De mens vult zijn jaren vooral met banaliteiten en herhalingen, tot het einde komt. Om dat te laten zien, zet Beckett deze figuren op het toneel: acteurs die spelen dat ze Hamm en Clov zijn. ‘Nu is het mijn beurt’, is de eerste tekst die Hamm zegt. Een spel dus: het is wat het is en niet meer. Toch zoekt iedereen er iets achter en om die zoektocht gaat het natuurlijk. Wij geven onwillekeurig betekenis aan deze figuren, zoals we ook een betekenis geven aan ons eigen leven. Zelfs als we menen van niet.

Theater Rotterdam, Eindspel (Fin de Partie) van Samuel Beckett. Vertaling: Jacoba van Velde. Regie: Erik Whien.
Spel: Hans Croiset, René van ’t Hof, Cas Enklaar, Elsje de Wijn.
Gezien: première Rotterdam, 11 oktober 2019.

Nog te zien:

17 oktober > Breda

29 oktober > Den Bosch

30 oktober > Eindhoven

31 oktober > Helmond

1 november > Tilburg

26 november > Nijmegen

Theater Rotterdam > Eindspel

© Brabant Cultureel 2019

Reacties (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *