gedicht door Sandi Stromberg | vertaling Albert Hagenaars
mondays at noon
The carillon still plays in my mind
most Mondays at noon. Two dozen years,
thousands of miles ago, stuck
like a needle on vinyl, playing Bach
and the Beatles, Bach and the Beatles.
Notes chime over images I hoard,
from the pepper-shaker steeple
of St. Gertruidiskerk, up the Hoogstraat,
over the cobblestones, around the gentle curve
to what was once my gabled house.
How could I think I would live out
my days in that village with its frites
and shwarma, strong coffee and guttural
Dutch? The music cuts double-edged –
memory’s bane and balm—as I sit
across the Atlantic in my craftsman cottage.
No church bells toll the quarter hours
in the humid South, relentless sunny days
instead of the warm wrap of the North Sea’s
low, gray sky. Each recalled note lifts,
lonely as a loon’s call across the ocean.
’s maandags rond het middaguur
Op maandagen, mijmerend, hoor ik vaak nog
het carillon rond het middaguur. Ruim twintig jaar,
duizenden kilometers geleden, ingesleten
als een naald in vinyl. Het speelt Bach
en de Beatles, Bach en de Beatles. Noten
weerklinken over beelden die ik koester,
uit de peperbusvormige torenbekroning
van de Sint-Gertrudiskerk, over de Hoogstraat,
de kasseien, de bevallige bocht volgend
naar wat ik ooit mijn knusse huis mocht noemen.
Hoe kon ik denken dat ik mijn dagen zou slijten
in dat stadje met z’n friet en shoarma,
sterke koffie en schraperig Nederlands?
De muziek snijdt dubbelzijdig in het geheugen
– verval en zalf tegelijk – wanneer ik in m’n cottage zit
aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Geen klokken geven de kwartieren aan
in het klamme zuiden, onder de genadeloze zon,
in plaats van die vertrouwde lage, grijze
Noordzeelucht. Elke klank van toen beurt op,
eenzaam als de roep van een fuut over het water.
Sandi Stromberg (1946, Plainview, Texas) woonde jarenlang in Bergen op Zoom en woont inmiddels weer in de VS. Ze studeerde Slavische talen en spreekt ook Spaans, Frans en Nederlands. Haar literaire werk staat in het teken van ontworteling en vervreemding, kortom identiteit.
Albert Hagenaars, (Bergen op Zoom (Halsteren) 1955) publiceerde meerdere dichtbundels en is altijd op zoek naar contact en uitwisseling met dichters in andere talen en culturen. Hij was lang lid van de redactie van Brabant Cultureel.
Afbeelding boven dit artikel: De Hoogstraat in Bergen op Zoom, kijkend in de richting van de ‘Peperbus’, de toren van de Sint-Gertrudiskerk. Foto uit 1912, collectie Westbrabants Archief
© Brabant Cultureel 2020
Een prachtig gedicht. Bij het lezen hiervan kon ik haast op je gedachten meevaren. Ik kon me helemaal inleven. bedankt en ik
wens je alle goeds daar in het verre Texas. Wellicht kom je nog wel eens over.
Mooi en weemoedig.
Geweldig! CHAPEAU.
Bedankt om mij hieraan deelachtig te maken. Zeer de moeite waard.
Hartelijke groet,
Jo Gisekin
Je blijft goed werk afleveren Albert, thanks !
Mooi gedicht, Albert, al frappeert mij ook de vertaling van “guttural” in “schraperig”.
Mooi vind ik dat de kasseien zich laten vertalen in het Engels door “cobblestones” : bultige stenen.
Leuk dat je zo’n contacten onderhoud met o.m. Sandi Stromberg.
Wat een prachtig beeld schept Sandi hier. Ik liep weer mee van de kerk omhoog over de Hoogstraat naar huis. Hoeveel voetstappen van mij liggen daar wel niet op die kasseien!!! Ik zou daar graag weer wonen! Zeker nu alles zo mooi gerestaureerd is.