Y. Né is dichter en beeldend kunstenaar. Zij woont en werkt in Breda. In Schijndel is een solo-expositie met tekeningen en schilderijen te zien. Haar werk is sterk intuïtief vanuit een ‘oertekening’ waar alles al in zit en ingebed in de voortstromende tijd waarin alles voortdurend in beweging is. Hein van Kemenade hield een inleiding bij de opening van de expo.
door Hein van Kemenade
Wanneer je goed kijkt zie je steeds meer in de tekeningen en schilderijen van Y. Né. Allerlei figuren en abstracte vormen vertonen zich. Details gaan een rol spelen en je ziet dingen die je eerder niet zag. Op haar website geeft Y. Né (Goes 1958; de Y staat voor Yvon(ne)) onder het kopje ‘Het hart van mijn werk’ een ‘artist statement’ af dat wel lijkt op een gedicht. Hier schrijft zij – in het Engels – over haar werk, dat ‘werkelijkheid werkt en vol werkingen zit’. Daar komt in de titel en de eerste halve strofe vier keer het woord ‘werk’ tevoorschijn. Wat verder in haar statement komt een pluriformiteit aan energie vrij:
‘Werkelijkheid’ werkt en zit vol werkingen. Ze ontvouwt zich in een verbijsterende veelvormigheid. Een mysterie. Een ruimte die geladen is met energieën op doorreis. Ervaringen, gevoelens, gedachten, herinneringen – alles is energie. Deze complexiteit van krachten leeft, danst en is onophoudelijk in transitie.
Je stroomt vanzelf naar de toekomst
Y. Né duidt hierbij op panta rhei (‘alles beweegt’), een uitspraak van de Griekse voor-Socratische denker Heraclites die ook als motto op haar website staat. De schilderijen en tekeningen van Né worden theaterstukken over het bestaan. Over panta rhei zegt Yvon Né in een radio-interview: “Niets blijft, je bent in het moment, let goed op want het komt voorbij en het stroomt verder. Het gaat vlug voorbij, leven is stromen, alles verandert. Je stroomt vanzelf naar de toekomst. En de toekomst stroomt naar jou. Vastklampen aan het verleden is eigenlijk tevergeefs. Waar die stromen elkaar ontmoeten, wordt aan mij gevraagd om mij open te stellen. In die openstelling ontstaan mijn tekeningen. Wat mijn hand doet met mijn gedachten. Het is een complex gebeuren in het moment.”
Ze legt uit: “Er is een oertekening. Dat is een heel verdichte tekening, hij ligt ergens in een la. Door de tijd heen heb ik daar dingen mee gedaan, dingen uitgehaald. Het is een tekening van een oerzee, met lucht en water door elkaar heen, bijna abstract. Daar zit alles in. Er zijn geen patronen, bij mij staat niets vast, het is eerder een dans en het is veel lichamelijker dan je vermoedt. Er zijn heel veel herkenbare elementen in mijn werk. Toch gaat het terug op een beweging. Een dansbeweging, alles beweegt. Het vloeit uit mijn hand. Mijn hand doet heel veel en iets heel eigens. Daar komen heel eigen vormen uit. Als ik voor het lege vel zit en ga beginnen heb ik via ingewikkelde spelregels voorbereiding gedaan om uit al het werk wat altijd in zijn geheel beschikbaar is, de oer-tekening dus, te halen wat ik wil maken. Ik kan daar altijd bij. Mijn hand gaat zijn gang en er ontstaat iets. Het is beschikbaar, bijna als archeologische vondsten en ik kan er zomaar bij.”
Ongeschikte dingen mogen er ook zijn
Op de vraag of je moet denken aan een steen waar de beeldhouwer het beeld ‘uit’ moet halen, het beeld dat er al ‘in’ zit, zegt zij: “Ik maak vooraf geen keuze wat geschikt is en wat niet. Ongeschikte dingen mogen er ook zijn. Zij hebben recht op een plek en dan krijgen ze een eigen betekenis. Hele bijzondere figuren en heel armetierige ontstaan naast elkaar en dan wordt het toch bijzonder. Figuratief en abstract komen uit dezelfde bron en gaan een gesprek aan met elkaar. Dat is spannend. Het gaat om diversiteit, je kunt het vergelijken met een hele creatieve explosie zoals bij het ontstaan van het leven in het cambrium. Het ontstaan van het leven als eencelligen. Daar stammen we allemaal vanaf. Dat herhaalt zich bij mij ook.”
Bekijk de werken van Y. Né die uit deze oer-tekening voortkomen. Je ziet menselijke figuren in allerlei gedaanten en allerlei vormen en sommige abstracte figuren beginnen op een mens te lijken. Sommige kleinere tekeningen of aquarellen focussen op een enkel beeld. Andere zijn gelaagd en op verschillende niveaus is er beweging. Je komt ook Jeroen Bosch-achtige figuren tegen. Je ziet een oog in een wiel en een worm met sokken en een oog. Er zijn vogelachtige wezens zonder vleugels. Monsterachtige wezens als slangen of wormen, hier en daar een alien. Het is een bont gezelschap, maar je ziet meteen dat het bij elkaar hoort.
Y. Né zegt ook dat het beeld er is vóór de gedachte. Dan pas vindt ze woorden voor wat er is. De titel van het werk en de beelden hangen met elkaar samen. Al kun je het werk ook bekijken zonder de titels te lezen. Hoe iemand iets ziet is al verbeelding. Je wordt het anders niet bewust. Je kijkt naar de werkelijkheid. De spanning tussen feit en fictie wordt voelbaar. Hoe een kunstwerk is opgebouwd uit vormen en kleuren bewerkstelligt bij de kijker een eigen innerlijk proces waarbij de indrukken heel persoonlijk kunnen zijn. En sommige titels sporen aan tot actie, hebben een boodschap. Over de teksten in het werk zegt Né dat ze voor haar een extra duiding naar het beeld zijn. Soms zijn teksten in een beeld als een slijpsteen.
Y. Né, ‘Pioneer Spirit’, tot en met 5 april in KEG EXPO, Schijndel. Open op werkdagen van 10 tot 20 uur. De toegang is gratis.
Beeld voorpagina: Y. Né > fields of hope • you’re out in the open – searching and fleeing, close to the ground and close to the sky, along with sand grain and foam – to dance your path over the sea 2
Lees ook op Brabant Cultureel:
Yvon Né debuteert als romancier met beklemmend boek ‘Het scheve meisje’
© Brabant Cultureel 2024