Straatkunst verfilmd: van radicale actie tot institutionalisering

Wie zijn ogen goed de kost geeft, vind je heel wat ‘streetart’ in de openbare ruimte. Op weg naar Breda voor de tweede editie van het Blind Walls Film Fest zag ik al diverse, voor mij onleesbare, teksten op muren. Ook zag ik stickers op verkeersborden, graffiti op mijn treinstel en – na aankomst – twee ‘tijdelijke interventies’ in het luxe Chassé Theater zelf. Straatkunst is een breed begrip.

door Herman Fitters

Breda heeft het sinds 2015 goed getroffen met een muurschildersinitiatief dat is uitgegroeid tot een landelijk toonaangevende organisatie. Wil je in Breda een muurschildering plaatsen dan kun je niet om de mensen van Blind Walls Gallery heen. De gemeente betrekt hen daar intensief bij voor advisering en uitvoering. Omdat het streefcijfer van honderd ‘murals’ in Breda al in 2021 is gehaald, lag verbreding van de activiteiten voor de hand. Zo ontstonden oefenlabs voor aankomende talenten en een heus internationaal filmfestival over streetart. Breda treedt hiermee in de voetsporen van bekende streetart-steden als Besançon in Frankrijk en Stavanger in Noorwegen.

Vroeger dacht ik dat je muren verft en schilderijen schildert en dat dat met een kwast respectievelijk een penseel gebeurt. Zo gecompliceerd ligt het niet. Verven en schilderen zijn namelijk synoniemen, het aanbrengen van een ‘schild’ op een oppervlak. En dat hoeft niet per se met haartjes aan een stokje, want al snel verscheen de verfroller en vervolgens de spuitbus (graffiti). Stickers horen ook bij het arsenaal van streetartists (guerrilla stickering), evenals wol (guerrilla knitting, wildbreien) en zelfs plantaardig goed (guerrilla gardening). Bij dit laatste ligt het te bewerken oppervlak horizontaal. Voorts bestaat er nog zoiets als reverse graffiti, het creëren van patronen op muren en bestratingen door deze selectief schoon te maken.

Muurschildering in het Chassé Theater. Foto > Herman Fitters

De toeschouwer is de straatkunsteindgebruiker

De documentaire ‘Rocco und seine Brüder. Radikale Aktionskunst aus Berlin’ laat zien hoever streetart kan gaan. Twee filmmakers volgen de activiteiten van een anonieme kunstenaarsgroep die zijn naam ontleent aan een film van Visconti uit 1960. Het collectief komt uit de illegale graffitiscene, maar hun kunstprojecten gaan verder dan dat. Daalden ze vroeger vermomd als werklieden af in de metro, thans blijkt die vermomming evengoed te werken in de volle openbaarheid, bovengronds. Niemand die het opvalt. Bouwden ze eerst als protest tegen de woningnood een huiskamer in de subway, nu markeren ze midden in de stad een heuse ‘bewakingsvrije zone’. De voorbijganger verbaast zich en moet glimlachen. De toeschouwer is de straatkunsteindgebruiker.

Maar deze documentaire maakt vooral duidelijk dat de eigenlijke, échte kunst het hele proces ernaartoe is. Met een nerd-ische voorbereiding, spanning en tactische finesses in de uitvoering. Hoogtepunt in de film is de inbraak in het Berlijnse stadhuis – waar Kennedy in 1963 zijn ‘Ich bin ein Berliner’ sprak – teneinde in top een stadsvlag te hijsen met een naar beneden gerichte Berlijnse Beer. Het collectief wist met succes de politie te ontlopen en is tot op heden anoniem. De filmmakers zwijgen over de identiteit van hun hoofdpersonen. De ARD, die het filmproject bekostigde, was nogal verrast door het resultaat, maar zond het toch uit. Veel televisiekijkers zullen hebben gedacht: Gaat dáár ons belastinggeld naar toe?

Voor bovengenoemde straatkunstenaars – en voor graffitischilders in het algemeen – is waardering uit de scene het allerbelangrijkste. Eigenlijk is er sprake van een parallelle maatschappij, een parallelle werkelijkheid. Als het niet illegaal is, zo vindt de scene, als het wordt geaccepteerd door de samenleving, dan is het geen echte graffiti. Wat niet wil zeggen dat deze kunstvorm puur anarchisme is. Een geïnterviewde drukte het zo uit: Het is meer ‘piss around’, dan ‘destroy the system’.

Het initiatief moet niet uit handen worden gegeven

In de masterclass van Blind Walls bleek dat er ook op het gebied van de ‘burgerlijke’ muurschilderingen voor geïnteresseerde gemeenten nog heel wat valt te leren. Uitgangspunt, aldus Dennis Elbers, moet altijd de waarde voor de omgeving zijn, niet de waarde voor de maker of de financierende organisatie. Bewoners moeten er altijd bij worden betrokken, maar het initiatief moet niet uit handen worden gegeven. Als bijvoorbeeld de zijkant van een flat beschilderd gaat worden dan menen veel flatbewoners dat zij – voor wat betreft ‘mooi of lelijk’ – de belangrijkste stakeholders zijn. Vergeten wordt vaak dat juist de mensen die ertegenover wonen er de hele dag naar moeten kijken.

Dennis Elbers tijdens de masterclass. Foto > Joost van Asch

Ook veel subsidiegevers, zoals bijvoorbeeld de Mondriaanstichting, weten het fenomeen muurschildering nog niet goed op waarde te schatten. En stedelijke erfgoedhoeders beseffen meestal niet dat een oud gebouw juist meerwaarde kan krijgen, dat het pand en het verhaal ervan juist in de aandacht komen door een inhoudelijke muurschildering. In veel gemeenten, tot slot, moet je voor een nieuw initiatief langs wel zes ambtelijke afdelingen die allemaal naar elkaar doorverwijzen. Geen ambtenaar kan precies vertellen wat een ‘beschermd stadsgezicht’ nu eigenlijk inhoudt. Niemand die het weet! Kortom, voor zover het een doelstelling mag zijn, is de institutionalisering van de muurschilderkunst nog lang niet afgerond.

Het project liep niet helemaal zoals gepland

De juryprijs voor de beste film over streetart ging naar ‘Painting Dhaka’, een docudrama dat de kijker meeneemt naar een land waar graffiti volledig onbekend is: Bangladesh. Een maatschappijkritische film met de nodige humor, maar met ook wel veel bekende cinematografische trucs. De film laat zowel de kracht als de onmacht van kunst zien.

Lukas Zeilinger ontvangt de Best Feature Film Award. Foto > Herman Fitters

Hoofdrolspeler Lukas Zeilinger wilde in Bangladesh twee treinen met graffiti laten bewerken door schoolkinderen van een sloppenwijk, gelegen aan weerszijden van de spoorweg in de hoofdstad Dhaka. Het project liep niet helemaal zoals gepland, mede doordat de nationale spoorwegmaatschappij (zeg maar de corrupte regeringselite) toch wat beduusd bleek voor maatschappijkritische teksten. Wat wil je ook, als jouw wijk van de ene op de andere dag wordt weggeveegd. Het hoogst haalbare wat – na de coronapandemie en na een hernieuwde crowdfunding in Duitsland – op een trein kwam te staan waren de namen van alle kinderen en de tekst: ‘There may be better times to come, but this is our tim e‘. Het is een klein restje strijdvaardigheid.

Nu betwijfel ik of muurschilders en andere streetartists in onze landen een betere proteststem vertolken. We zien immers geen Wilders, Poetin of Netanyahu op onze muren verschijnen. Een vredesduif of een rood-groene meloen lijkt wat dit betreft het hoogst haalbare. Thema’s als racisme, emancipatie en klimaatverandering zie je wel eens op muren, maar mondjesmaat. Een aanzet tot duurzaamheid is politiek nog het minst beladen. Maar het blijft de vraag in hoeverre streetart bijdraagt aan bewustzijn en gedragsverandering. Laten we hopen van wel. Maar pure schoonheid en een glimlach zijn natuurlijk ook wat waard.

Iconische prijs: een filmlens aan een verfroller. Foto > Rob Lipsius

Op zondag, de afsluitende dag van het Blind Walls Film Fest 2023, werden acht korte films getoond. De juryprijs voor beste korte film ging naar ‘City – Work of Fiction’ van Jonathan Pieterse. Het publiek kreeg na iedere film de mogelijkheid om een cijfer te geven, wat natuurlijk wel een beetje lastig is als je niet alle films kunt zien. De Griekse regisseur George Gounezos haalde het hoogste gemiddelde en ontving de publieksprijs. Zijn documentaire ‘Outer Space Kids’ toont een oud en verlaten fabriekspand dat onder handen wordt genomen door een graffitikunstenaar. Deze bouwt de fabriek om tot een openluchtgalerij, iets wat dus het midden houdt tussen straat en museum. Na de oproepen ‘Free art’ en ‘Open the Box!’ gaat de vrije kunst zo dus weer een beetje terug in de box.

George Gounezos (r.) ontvangt de Audiance Award. Foto > Rob Lipsius

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *