Over Mozart en Jaap Houdijk en het plezier om iets te maken

Column door JACE van de Ven

De protagonist in zijn nieuwe roman, De Forel, heeft min of meer constant een of andere melodie in zijn hoofd, vaak een thema uit de klassieke muziek. Ik meen te weten dat de schrijver van De Forel, Jaap Houdijk, dat zelf ook vaak heeft en anders ik, de schrijver van dit artikel, wel. Verschil tussen Houdijk en mij is dat hij erg muzikaal is en ik geen maat kan houden en heel hard en heel onzuiver kan zingen. Maar maakt dat de beleving van muziek er minder om?

Dit is de derde keer dat ik in deze serie culturele columns aandacht besteed aan de in Moergestel wonende schrijver Jaap Houdijk (’s-Hertogenbosch 1961). De eerste keer was in 2020 bij het verschijnen van zijn roman Parelmoer en de tweede keer een jaar later toen Bliksemzinking, een roman vol verwijzingen naar de coronatijd, verscheen. Ik leerde Jaap begin jaren tachtig van de vorige eeuw kennen toen hij student Nederlands en Engels was aan het Moller Instituut in Tilburg en hij als jonge schrijver een contract kreeg van de Arbeiderspers voor een roman die nog geschreven moest worden. Die roman kwam er nooit. ‘Ik was er nog niet klaar voor’, constateert Houdijk achteraf, ‘Het bleef bij enkele verhalen in het tijdschrift Maatstaf.’

Jaap Houdijk

Jaap stopte met schrijven, werd ook geen leraar Nederlands en Engels, maar kwam via een incidenteel optreden in een bedrijfsfilmpje terecht in een bedrijf dat bedrijfsfilms maakte en dat hem maar meteen een baan aanbood. Hij bleef er acht jaar tot hij in 1995 een eigen zaak begon in het maken van educatieve en informatieve programma’s. Daar waren soms scenario’s bij nodig en zo kwam het dat Houdijk weer begon te schrijven. En dat niet alleen, ook te componeren. Kinderen die een opdracht in een educatief programma goed hadden opgelost, kregen als beloning een liedje te horen. Die liedjes maakte Jaap zelf, via www.jaaphoudijk.nl zijn er verschillende te beluisteren.

Via die muziek raakte Houdijk steeds meer aan het componeren en hoewel hij niet overweg kan met muzieknotatie en bladmuziek wist hij complete oratoria als ‘Requiem voor een haastige dode’ en ‘Rookopera’ te voltooien. Aanvankelijk werd hij daarbij geholpen door dirigent Frans van Hoek en diens koor ODD (Onder De Douche). Op aanraden en onder leiding van Van Hoek kwam er vanaf 2004 het koor Voix Gras, dat enkel en alleen de meerstemmige liederen voor een gemengd vocaal ensemble van Houdijk uitvoerde. In 2011 werd ensemble Paté Brûlée de opvolger van Voix Gras, ditmaal onder leiding van Frank Hermans.

Op zijn eigen site schrijft Houdijk dat zijn muziek ‘weliswaar refereert aan polyfone en impressionistische klankbeelden, maar zich vooral kenmerkt door een eigen, actueel signatuur. In het Spaans, Latijn, Deens, Duits, Frans, Engels, Welsh, Italiaans en Nederlands worden aperte levenslessen opgedist waar helemaal niemand iets aan heeft. Zo worden onder andere het getij, waanbeelden en lawaai behandeld, de paus, piercings, nachtrust, files en siliconen keukenkwastjes.’ Tegenwoordig is Houdijk adjunct-directeur van Willem Twee, muziek en beeldende kunst. Die culturele instelling presenteert in ’s-Hertogenbosch, aanvullend op de Verkadefabriek, pop- en klassieke muziekconcerten en beeldende kunsttentoonstellingen en verhuurt ateliers.

De vader van Jaap Houdijk was muzikaal erg begaafd, maar kon net als zijn zoon geen noot lezen

Ruim tien jaar geleden kreeg het schrijven weer de overhand in het creatieve leven van Jaap Houdijk. Samen met enkele andere auteurs richtte hij Uitgeverij Fugato op, omdat hij niet van plan was om met zijn schrijfsels te gaan leuren, In 2013 publiceerde hij de roman De noodlanding, gebaseerd op de verhouding – begrip en onbegrip – met zijn toen inmiddels overleden vader. Die man was, evenals Jaap Houdijk zelf, erg muzikaal begaafd en speelde en entertainde zijn publiek met pianospel, terwijl ook hij geen noot kon lezen.

Zoals Houdijk een geboren musicus is, zo is hij een geboren schrijver. Hij vertelde me ooit dat hij eerder is gaan schrijven dan gaan lezen. Dat laatste begon pas op zijn zestiende met De Avonden. En zo ging het ook met muziek, bijna alles wat hij hoorde, bleek een invalshoek te zijn om zelf iets te maken. Hij schrijft of componeert dan ook graag en het gaat hem makkelijk af.

Misschien dat daarom zijn muzikale fenomeen Mozart heet. Wij herinneren ons allemaal uit de film ‘Amadeus’ de scène waarin Salieri door de manuscripten van Mozart bladert en met bijna wanhopige jaloezie opmerkt: ‘Hij heeft helemaal nergens iets doorgehaald.’ Of zoiets. Zet dat eens af tegen de woeste krassen en herschrijvingen van een Beethoven. Je hoort dat in de muziek. Het zou leuk zijn voor jezelf te onderzoeken of je meer houdt van iemand die automatisch componeert of iemand die krast en opnieuw ordent. Het kan ook allebei. Daar ben ik zelf het bewijs van.

De Forel verwijst naar het wereldberoemde lied van Franz Schubert

Ook De Forel heeft met muziek te maken. De titel verwijst naar het wereldberoemde lied van Franz Schubert dat de hoofdpersoon in de roman irriteert omdat hij het, ergens weer eens gehoord, steeds niet uit zijn hoofd kan krijgen. Houdijk wijdt maar meteen een aantal zinnen aan het feit dat hij Schubert een overgewaardeerd componist vindt, hetgeen de Weense componist in mijn ogen allerminst is. Je zou eerder wederzijdse erkenning verwachten tussen twee figuren die allebei creëerden zonder aanleiding of opdracht, gewoon omdat ze het niet konden laten.

Maar, allez, de protagonist in een boek is de schrijver niet. In het nieuwe boek van Houdijk is de hoofdfiguur een van zichzelf overtuigde leraar die een verhouding aangaat met een knappe, jonge vrouw die zich intellectueel niet erg ontwikkeld heeft. De Forel gaat over oordelen en vooroordelen, over stijgende temperaturen, over bijgewerkte lichamen, transgenders, moderne media en (be)dreigingen in de maatschappij van tegenwoordig. Van zijn boek zou je bijna zonder ingrepen een kaskrakende film kunnen maken, het verhaal suist voorbij als een TGV.

Toch zou ik graag zien dat Houdijk in een volgende boek ook eens een paar pagina’s te hard of vals zou zingen of hier en daar wat onbeholpen inzet. Iets minder Mozart, iets meer Beethoven, hij zou zijn lezer tot meer inspanning dwingen, waardoor zijn verhalen meer beklijven. Gelukkig komen in De Forel aan het eind niet alle verhaallijnen op hun pootjes terecht, anders was een en ander te voorspelbaar geworden. Houdijk is een geboren schrijver die moet oppassen dat het hem niet te gemakkelijk afgaat.

Jaap Houdijk, De Forel. Moergestel: Uitgeverij Fugato 2023, 181 pp., ISBN 978-94-6443-697-6, pb., € 19,95.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *