Sterpianist Nino Gvetadze jurylid bij het Liedconcours: ‘Ik zoek iemand die sporen achterlaat’

‘We kunnen gewoon Nederlands spreken, hoor’ onderbreekt Nino Gvetadze de interviewer die moeizaam een eerste vraag in het Engels tot haar probeert te richten. Sterpianist Nino Gvetadze, jurylid bij het komende IVC-Liedconcours in ’s-Hertogenbosch, blijkt evenveel Georgisch als Nederlands te zijn.

door Camiel Hamans

‘Ik ben net zo verrast als u dat ik gevraagd ben voor deze jury. Ik ben wel vaker jurylid bij een concours, zoals nog deze zomer voor de Clara Haskil Competiton in het Zwitserse Vevey, maar dat was een pianowedstrijd.’ Nino Gvetadze is een ander type pianist dan Robert Vignoles, die bij het vorige liedconcours in 20121 jurylid was. Hij is gespecialiseerd liedbegeleider. ‘Ik begeleid niet vaak zangers, maar ik ben niet de enige in de jury.’

Nino Gvetadze: “Als pianist kan ik veel van zangers leren”. Foto > Sarah Wijzenbeek

‘Als pianist kan ik veel van zangers leren. Goede zangers ademen natuurlijk en hun frasering sluit daarbij aan. Voor een instrumentalist is het belangrijk op eenzelfde manier de melodie te benaderen en te leren spelen. De liederen van Schubert, Brahms en Korngold, die ik op mijn repertoire heb, leerden me dat je meer moet doen dan begeleiden. De storylijn zit vaak in de pianopartij. Een goed liedduo is meer dan een zanger plus een piano. Ze moeten een geheel vormen. Vanwege mijn ervaring met de pianopartij van liederen kan ik beide kanten goed beoordelen. Niet alleen de zang, maar ook de begeleiding.

Jammer genoeg begeleid ik weinig zangers. Het is een zaak van persoonlijkheden, een duo moet op natuurlijke wijze samen ademen. De stem van een mens is iets heel persoonlijks en dat die samenvalt met die van een ander komt niet vaak voor, maar als dat gebeurt is het heel bijzonder, waar ik veel plezier aan beleef. Ik begrijp zo’n zanger heel goed.’

Georgië een land met een sterke muziektraditie

Nino Gvetadze groeide op in Georgië, in de hoofdstad Tbilisi, in een niet uitgesproken muzikaal milieu. ‘Maar Georgië is een land met een sterke muziektraditie. Iedereen zingt en in elk huis hangt ofwel een gitaar aan de muur of staat er een piano. Bij ons thuis stond een piano die mijn grootmoeder ooit voor mijn moeder had gekocht. Mijn moeder is wiskundige en heeft niets met muziek. De piano stond er echter nog altijd en mijn grootmoeder speelde er wel eens een kinderliedje op. Als klein meisje hoorde en zag ik een Weens Nieuwjaarsconcert op de televisie. De walsen van Johan Strauss grepen mij, dat was mijn eerste inspiratie. Eigenlijk voelde ik meer voor ballet, maar dat lukte niet. Toen heb ik me op de piano gestort en heb zelf een walsje gecomponeerd. Met alleen de zwarte toetsen, in Fis-groot.’ De toonsoort waarin ook het Slavenkoor uit Verdi’s Nabucco staat.

“Toen ik zeven was, speelde ik voor het eerst een concert met een orkest. Dat was heel normaal, het hoorde erbij.” Foto > Christopher Pugmire

‘ik was toen vier jaar oud. Een vriendin van mijn moeder vond dat ik naar een muziekschool moest en dat gebeurde. Ik heb er elf jaar lang les gehad; het was een heel goede school. Toen ik zeven was, speelde ik voor het eerst een concert met een orkest. Dat was heel normaal, het hoorde erbij. Na de muziekschool ben ik naar het conservatorium van Tbilisi gegaan, dat heel goed aangeschreven staat voor zowel zang als voor instrumentale opleidingen. Na mijn bachelor wilde ik naar West-Europa. Met de hulp van de Georgische violiste Natalia Gabunia, die in Hilversum in de radio-orkesten speelde, wist ik een sponsor te vinden en de Nederlands pianist en pedagoog Paul Komen nodigde me uit om bij hem in Den Haag les te komen nemen. Bij hem kon ik ontdekken wie ik zelf ben. Naderhand heb ik ook nog bij mijnheer Wijn in Amsterdam gestudeerd.’ Nino’s respect voor de vorig jaar overleden Jan Wijn, dé Nederlandse opleider voor pianosolisten, behoeft geen verdere toelichting.

Ik werk me rot. Studeren staat bovenaan op mijn agenda

‘Ik had in Georgië reeds prijzen gewonnen en ook voordat ik bij mijnheer Wijn mocht studeren had ik al concoursen op mijn naam staan. Mijn echte doorbraak kwam in 2008 toen ik op het Liszt Concours de pers-, de publieks- en de tweede prijs won. Twee jaar later werd mij de prestigieuze Borletti-Buitoni Award toegekend. Maar ik werk heel hard. Studeren, recitals, concerten met orkest, kamermuziek in een pianotrio met de violiste Frederieke Saeijs en celliste Maja Bogdanovic, bovendien ben ik vanaf 2019 artistiek leider van het Naarden Internationaal Piano festival en vanaf 2021 ook van het Delft Chamber Music Festival. Als docent ben ik daarnaast verbonden aan het conservatorium van Rotterdam en geef ik masterclasses. De befaamde Franse pianist Jean-Yves Thibaudet introduceerde me, nadat ik met hem gespeeld had en nog voor ik prijzen gewonnen had op het Lisztconcours, bij zijn management. Zodoende werd ik uitgenodigd voor recitals. Dan komt, als je goed presteert, het een van het ander. Het is een sneeuwbaleffect. 

“Ik ben lang bezig voordat een stuk zit. Piano heeft tijd nodig.” Foto > Sarah Wijzenbeek

Ik werk me rot. Studeren staat bovenaan op mijn agenda. Iedere dag, en ieder jaar studeer ik nieuwe stukken in. Ik ben lang bezig voordat een stuk zit. Piano heeft tijd nodig. Ik maak lange dagen, maar ik heb geleerd goed te plannen. Ervaring helpt daarbij. Die leert je dat het met de tijd goed komt.’

Je moet niet voor een jury spelen maar voor jezelf

‘Er is voor mij geen verschil tussen kamermuziek of soleren. Ik vind muziek maken gewoon mooi, maar als solist moet je in jezelf geloven, moet je een mening hebben over stukken. Als je als solist met een orkest speelt heb je anderen nodig. Als je een recital geeft, zit je helemaal alleen op het podium. Ben je heerlijk in je eigen wereld, kan ik zeggen wat ik wil. 

“Als je als solist met een orkest speelt heb je anderen nodig.” Foto > Sarah Wijzenbeek

Van concoursdeelnemers verwacht ik iets vergelijkbaars. Natuurlijk een hoog niveau, maar nog meer een bijzondere persoonlijkheid. Ik zoek iemand die sporen achterlaat, die een eigen verhaal vertelt. Deelnemers aan een concours moeten niet voor de jury spelen, maar voor zichzelf. Het is niet belangrijk of er een noot fout gaat, waar het om draait is een eigen stem als verteller.

IVC, International Vocal Competition ‘s-Hertogenbosch 10-15 oktober. Finale > 15 oktober 16.00 uur in de Verkadefabriek. Ook de eerdere rondes en masterclasses zijn toegankelijk voor publiek.

ivc.nu/agenda

Nino Gvetadze: ninogvetadze.net

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *