Expositie over de Efteling gaat lastige vragen uit de weg

Dat Het Noordbrabants Museum een expositie wijdt aan een bedrijf, is uitzonderlijk. Philips, Philip Morris en ASML viel die eer nog niet te beurt, de Efteling nu wel. De Beekse Bergen zullen wel niet volgen, dus wat maakt het verschil? Anton Pieck springt dan het eerst in het oog. Het sprookjesbos is een Gesamtkunstwerk met zijn signatuur.

door Lauran Toorians

Het sprookjesbos is het hart, de essentie, van de Efteling. Zo verkoopt het pretpark zichzelf graag en dat gebeurt al sinds de opening van dat bos in 1952. Reden dus om nu – met enige vertraging door corona, te spreken van zeventig jaar Efteling. Dat daar wat aan voorafging, blijft in de expositie niet verborgen. Er was een terrein ingericht voor een grote handelstentoonstelling over de schoenindustrie in de regio en op dat terrein kwamen vervolgens sportvelden en een speeltuin. Om het geheel nog aantrekkelijker te maken, kwam – naar verluidt van de toenmalige burgemeestersvrouw – het idee om Anton Pieck te benaderen om een sprookjespark vorm te geven.

De entree en de eerste zaal van de tentoonstelling. Foto > Jan-Kees Steenman, HNBM

Pieck hapte toe en maakte ontwerpen om een tiental bekende sprookjes te visualiseren en met eenvoudige mechanische middelen tot leven te brengen. Fotograaf, cineast en ‘handige jongen’ Peter Reynders zorgt voor de mechanieken waardoor de sprookjesfiguren lijken te leven. Fons op den Kamp, directeur Publieke Werken bij de gemeente Loon op Zand, zorgde als bouwkundig tekenaar voor de concrete uitwerking. Dit, en het gegeven dat burgemeester van der Heijden voorzitter van de nieuwe stichting werd, illustreert hoe nauw de verwevenheid tussen de Efteling en de gemeente Loon op Zand was, en nog steeds is.

Arbeidersvolk

De Stichting Natuurpark de Efteling was al in 1937 opgericht ten behoeve van het sport- en wandelpark en werd in 1950 volledig bestuurder van de Efteling. Onder deze stichting ressorteert sinds 1985 De Efteling B.V. met een aantal directoraten die ervoor instaan dat het geheel goede sier kan maken met de naam ‘Stichting Natuurpark’, maar ondertussen een commercieel concern is. De bedoeling was om het noeste arbeidersvolk in Kaatsheuvel en omgeving gelegenheid te bieden om op een in rooms-katholieke ogen passende vorm te recreëren. Uiteraard deed ook de clerus mee. De kapelaans Rietra en De Klijn waren al betrokken bij het sportpark en de speeltuin en in 1950 traden Rietra – kort daarna pastoor in Kaatsheuvel – en Klijn als adviseurs toe tot het stichingsbestuur. In 1969 trad Rietra terug en werd hij erevoorzitter.

Het graf van kapelaan, later pastoor Rietra, ‘grondlegger van de Efteling’. Foto > Lauran Toorians

Al in 1960 werd de stichting formeel losgemaakt van de gemeente, maar de band bleef nauw en momenteel lijkt de invloed van de Efteling op het gemeentelijk beleid groter dan omgekeerd. In de jaren zestig en zeventig hadden nog veel mensen in het seizoen werk in de Efteling en genoten zij tijdens de winterstop een werkeloosheidsuitkering of hadden zij nog een kleine nering ernaast. Zo vervulde het park zowel als recreatieve voorziening als ook als werkgever een sociale functie. Daar is nu weinig van over en dat komt niet alleen doordat de Efteling nu het hele jaar is geopend. Een dagje Efteling is al lang niet meer voor de kleine portemonnee en een groot deel van de werkkrachten heeft een miniem contract op oproepbasis of is zzp’er. De wondere wereld van de Efteling is een glanzende façade, een beetje Roodkapje en de geldwolf. 

Plattegrond van het park uit 1952 of 1953. Collectie Efteling.

Wereldvermaard

Wie heel goed oplet, ziet hiervan in de tentoonstelling misschien iets terug, maar Het Noordbrabants Museum biedt toch vooral de mooie façade. Zo is er een plattegrond van het park net na de opening – dus uit 1952 of 1953 – met in de toelichting: ‘Zijn mechanisch sprookjesbos, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reynders, is wereldvermaard.’ Zou het? Meteen bij de opening al wereldvermaard? Mensen in de regio zouden het licht geloven, want de reclamecampagne waarmee de Efteling al voor de opening van start ging was ook naar de maatstaven van 1952 al die van een grote onderneming, inclusief georganiseerde reisjes waarmee groepen uit de wijde regio met bussen naar de Efteling werden gehaald. De entree was nog goed betaalbaar en ‘all inclusive’ (los van het restaurant en een ‘dubbeltje voor de kip’) en de bezoekers werden vorstelijk onthaald. Er waren zelfs hostessen die waar nodig de sprookjes uitlegden.

Anton Pieck, Ontwerptekening voor een affiche voor de opening van het Sprookjesbos. Krijt op papier, 1952. Collectie > Efteling.

Wat de tentoonstelling aantrekkelijk maakt, zijn de vele ontwerptekeningen – veelal van Pieck – en maquettes van nieuwere attracties en elementen uit de oude doos die bewaard zijn gebleven (veel is ook vernietigd of via oud-werknemers verspreid geraakt). Voor de vele Eftelingfans zijn er speciale hoekjes waar een selfie kan worden gemaakt en hoewel het museum nadrukkelijk beweert dat dit geen tentoonstelling voor kinderen is, valt er natuurlijk ook voor de jeugd te genieten. Het is trouwens opvallend dat blijkens de beschikbare persfoto’s de opening van de expositie wel degelijk één groot kinderfeest was.

Duiden

Eerder bracht Het Noordbrabants Museum populaire exposities over bijvoorbeeld ‘de jaren zestig’ waarin kunst en cultuur uit een bepaalde periode werd gepresenteerd in een maatschappelijke context. Ook beeldende kunst uit een bepaalde periode of stroming wordt vaak in een historische of sociale context geplaatst. Daarmee biedt het museum een handvat om het gebodene te duiden. Daar bevat ook deze tentoonstelling wel enige aanzetten toe, maar die blijven erg op de achtergrond. Zo wordt een aantal van de stichters en ontwerpers van het park wel genoemd, maar blijven zij als persoon in de schaduw en wordt op hun motieven en bedoelingen nauwelijks ingegaan. Discussies over stereotypen (racisme), de omgang met erfgoed – zowel in het algemeen (sprookjes) als het eigen erfgoed – en de druk op de omgeving komen alleen voorbij op een wand die zo vol tekst staat dat niemand dat allemaal tot zich zal nemen.

Hoe vrij was Het Noordbrabants Museum in het samenstellen van expositie over de Efteling?

Daarmee blijft de vraag zweven hoe vrij het museum nu echt was in wat wel of niet wordt getoond (en hoe) en in welke mate dit nu eigenlijk alleen maar Eftelingreclame is. Waarom kan een expositie als deze niet gewoon permanent bij de Efteling zelf? Aan de rand van het park en met een eigen entree. Het is niet zo dat het museum alle discussies die er rond de Efteling zijn uit de weg is gegaan, maar in de spotlights staan die zeker niet. Zo is er weinig aandacht voor de omstreden sloop van het Spookslot, maar zijn er wel objecten uit dat slot waar vooral de doorgewinterde fans erg blij van worden.

Twee hoofden uit het inmiddels gesloopte Spookslot. In het slot leek het hoofd te veranderen in de schedel en waren de twee hoofden nooit naast elkaar te zien. Foto Lauran Toorians

Juist in het museum had de vraag of dit Spookslot – of misschien wel het hele Sprookjesbos – wellicht een monument had moeten worden, serieus aan de orde kunnen worden gesteld. Met argumenten voor en tegen. De na lange discussies over het racistische clichébeeld in deze attractie uit het park verwijderde Monsieur Canibale ontbreekt geheel en lijkt van de aardbodem verdwenen. Er is zelfs geen foto.

Paddenstoel

Bijna aan het eind van de tentoonstelling is er een gang met grote wand vol tekst onder de kop ‘De Efteling in de samenleving’. Hier naast positieve ook kritische (kranten)berichten zoals over de uitspraak van de rechter dat vijf miljoen bezoekers per jaar het maximum moet zijn – met prominent in een grotere letter daarnaast de groeiambities – en uit de Volkskrant van 23 september 2018 het volledige artikel ‘De Efteling is niet voor alle omwonenden een sprookje’. Wie na het bekijken van de expositie nog aandrang zou kunnen voelen om ook al deze teksten tot zich te nemen, wordt slim afgeleid door de tegenoverliggende wand die is volgeplakt met foto’s die iedereen kon inzenden van zichzelf of kinderen met het oor op een paddenstoel. Natuurlijk is zoeken naar jezelf daar interessanter dan het lezen van lange lappen tekst als ook het museumcafé lonkt.

Karel Loeff, directeur van Heemschut naast een bericht over de zorgen de hij uitsprak over de omgang van de Efteling met het eigen erfgoed: Een monumentenstatus zou de oplossing zijn. Foto > Lauran Toorians

En om nog maar wat sprookjes op te ruimen. Het sprookjesbos in de Efteling is niet uniek, ook niet in Nederland. Sprookjesbos Valkenburg (Limburg) opende zijn deuren in 1950 en is dus ouder en er zijn vergelijkbare parken in onder meer Enkhuizen, Ter Apel en Zuidlaren. Wat de Efteling bijzonder maakt, is het signatuur van Anton Pieck, maar die zou dan weer gruwen van zoiets als de Python of de populaire Sprookjesboom die alle sprookjes door elkaar husselt. Sprookjes zijn erfgoed en behoud van erfgoed staat in de statuten van de stichting…

Op de wand een uitvergrote foto van een vroege versie van het huisje van Vrouw Holle gecombineerd met ontwerpschetsen van Anton Pieck. Foto > Lauran Toorians

Dat het park zijn naam dank aan een buurtschap dat rond 1900 ten onder ging doordat de boeren op de schrale gronden het hoofd niet langer boven water hielden, wordt door de Efteling niet geheim gehouden, maar ook nooit breed uitgemeten. Dat een flink deel van dit buurtschap voorafgaand aan de bouw van Loonsche Land (hotel en vakantiepark) in 2016 archeologisch werd onderzocht, is een goed bewaard geheim. Dit onderzoek leverde veel informatie op over dit buurtschap dat begin vijftiende eeuw ontstond en over het landschap waarin dit was gelegen, maar het lijvige onderzoeksrapport ligt ergens in een la te verstoffen. Blijkbaar klinkt zeventig jaar Efteling steeds aantrekkelijker dan zeshonderd jaar en is erfgoed alleen van belang als het de kassa doet rinkelen.

‘Efteling. De tentoonstelling’, tot en met 21 mei 2023 in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch.

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

Ook voor de merchandise is er aandacht in de expositie. In deze vitrine kunnen fans nagaan welke ‘pins’ zij nog missen. Foto > Lauran Toorians

Bijna alles over de Efteling: www.eftepedia.nl

Foto voorpagina > Jan-Kees Steenman, HNBM

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (1)

  1. George Blok schreef:

    Ik heb als 14-jarige scholier gewerkt in de Efteling. Een van de taken was het papierprikken onder strenge toezicht.
    In die tijd nam de holle bolle Gijs het brood uit de mond !
    De treintjes, draaimolen en o.a. de stoomcarousel waren mijn werkplekken.
    Kijk met plezier op deze Brabantse tijd terug.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *