Brabantse Amsterdammer Hein-Anton van der Heijden gaat in roman terug naar zijn roots

Hij woont al vele jaren in Amsterdam maar zijn wortels liggen in Brabant. Hein-Anton van der Heijden voelt er zich nog steeds mee verbonden. Het is het gevoel zoals Harriette Laurey dat ooit beschreef in het gedicht Sonnet voor Brabant: ‘Op weg naar Brabant wordt de wereld warmer’. Van der Heijden deed zelfonderzoek in zijn roman ‘Reis naar Brabant’

door Rieks Holtkamp

“Ik wilde eens uitgebreid de tijd nemen om uit te zoeken wat Brabant voor mij betekent”, zegt Hein-Anton van der Heijden (Eindhoven, 1950). De Brabantse Amsterdammer heeft al een paar romans op zijn naam staan, maar van een onderzoek naar zijn Brabantse wortels was het, na vijftig jaar buiten zijn geboortestreek, nog niet gekomen. Daarom is Reis naar Brabant ook in de eerste plaats een zelfonderzoek. Aan de hand van diverse personages die gaandeweg het verhaal allen familie blijken te zijn, biedt Van der Heijden evenveel perspectieven op het ‘Brabander zijn’ en op ‘Brabant’.

Hein-Anton van der Heijden

Nu is er natuurlijk geen Brabander gelijk aan de ander, maar toch is er iets dat Brabanders gemeenschappelijk hebben. Net als de in Eindhoven geboren actrice en theatermaakster Margôt Ros, die hier in Brabant Cultureel vertelde dat zij zich ‘weer thuis’ voelt zodra ze de Bommelse brug over is, heeft Van der Heijden dat ook. “Ja, dat herken ik helemaal. In Eindhoven is het altijd twee graden warmer dan in Amsterdam, zowel letterlijk als figuurlijk… Wanneer ik iemand ‘langs’ hoor zeggen in plaats van ‘naast’ word ik altijd een beetje warm. En wat te zeggen van ‘ulliedegulliedunolliënok’? Dan smelt je toch?”

Maar wat is dat dan, dat ‘Brabander zijn’? ‘Een soort meme’, laat Van der Heijden zijn personage Dorus zeggen, een van de alter-ego’s van de auteur. ‘een soort onderliggende gevoelsstructuur; een onzichtbare katholieke wolk die nog altijd het denken en doen van de mensen bepaalt.’

Zelfs Lena, de Italiaanse studente die op reis naar zowel een schilderij van Bruegel als naar een mogelijke Brabantse biologische vader, is bevangen door een gevoel dat zij geen naam weet te geven. Alsof ze zelf ooit door dat Bruegelse landschap heeft gelopen. Zij voelt zich helemaal op haar plek wanneer ze in het vroege voorjaar in ’s-Hertogenbosch aankomt om het schilderij Landschap met molen en reizigers van Jan Breugel te zien in Het Noord-Brabants Museum. In Parabel van de blinden van Pieter Bruegel, dat ze al kende van haar studietijd in Italië, bewondert Lena de afgebeelde hemel en het landschap: ‘Alsof juist deze hemel boven dit landschap het meest samenviel met wie ze was.’

Detail van ‘De parabel der blinden’, Pieter Bruegel de Oude, ± 1568. Beeld > Google Arts & Culture 

Bloedbanden

Later in de roman blijkt dat Dorus haar biologische vader is. “Misschien heeft dat gevoel van haar iets met bloedbanden te maken”, oppert Van der Heijden, “maar daar moet je natuurlijk heel voorzichtig mee zijn”, voegt hij daar haastig aan toe.

Uit het werkelijke leven geeft de auteur nog een mooi voorbeeld van die al genoemde ‘onzichtbare katholieke wolk’. “Ik bezocht onlangs in het Limburgs Museum in Venlo de tentoonstelling ‘Mystiek. Rituelen. Verstilling. Extase’. Al zestig jaar geleden heb ik definitief afscheid genomen van de katholieke kerk en al vijftig jaar ben ik weg uit Eindhoven. Inmiddels zijn er heel veel schandalen aan het licht gebracht. Maar toch, toen ik op die expositie rondliep, besefte ik dat ik ondanks alles toch blij was met mijn katholieke jeugd.”

Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn in Brabant. De jonge student Nederlands Louis (ook Van der Heijden begon met een studie Nederlands) hoort diens Turkse vriendin Arzu zeggen dat hij een te rooskleurige kijk heeft op Brabant. Zij somt een veelvoud aan misstanden op: drugsafval in natuurgebieden, overlast van varkenshouderijen, corruptie en vriendjespolitiek, enzovoort. ‘Het is pijnlijk dat juist zij, notabene een Turkse, dat allemaal zo helder ziet en ikzelf – Brabander – niet’, overdenkt Louis. ‘Hoort dat dan ook bij de Brabantse ziel?’ Als zich serieus nemend beginnend schrijver vraagt Louis zich af wat hij met deze informatie moet, zonder in pamflettisme of sociaalrealisme te vervallen. Aan het slot van de roman geeft hij als resultaat van zijn overpeinzingen zijn meesterproef af.

Detail ‘De strijd tussen Vasten en Vastenavond’, Pieter Bruegel de Oude, 1559. Dit schilderij is ook afgebeeld op de omslag van ‘Reis naar Brabant. Beeld > Wikipedia

Verborgen

“Ja, Brabanders hebben wel vaker de neiging om de andere kant op te kijken”, beaamt Van der Heijden. “Louis, die schrijver wil worden, staat nog aan het begin van zijn ontwikkeling en hem laat ik op ontdekkingstocht gaan…” Zo komt Louis zaken tegen die voor anderen, die minder goed kijken, verborgen blijven. Zoals discriminatie, de vrees voor de ‘vreemde ander’, hij of zij die in Brabant niet ‘geboren en getogen’ is. Dat wordt in de roman aangestipt in de lotgevallen van de altijd buitengesloten tante Petri, die joods blijkt te zijn, zo komt haar kleinzoon Louis te weten.

“Ook dat is autobiografisch”, zegt Van der Heijden. “Mijn vrouw liet me eens een fotoalbum zien met onder meer jeugdfoto’s van mijn moeder die zij samen hadden bekeken. Mijn moeder leek sprekend op Anne Frank. En toen dacht ik, dat moet erin.”

Geluksgevoel

Ook de auteur van Reis naar Brabant wilde, net als zijn alter-ego Louis, van jongs af aan schrijver worden en begon daarom aan een studie Nederlands. “Maar in de jaren zeventig begon de politieke en sociale turbulentie. Toen besloot ik politicologie te gaan studeren. Later kon ik dat als mijn vak gaan doen aan de Universiteit van Amsterdam. Maar een fulltime aanstelling heb ik nooit willen hebben. Ik wilde altijd ruimte houden om te kunnen schrijven. Schrijven is essentieel voor mij. Het maakt me intens gelukkig. Het geeft je een geluksgevoel om iets te bedenken en te maken…”

Met zijn romans, verhalen en wetenschappelijk werk heeft Van der Heijden alles uit het leven willen halen, voor zover dat menselijkerwijs mogelijk is. “Maar wat in werkelijkheid niet kon, of er niet van kwam, heb ik mijn personages laten doen. Net als Dorus had ik bijvoorbeeld graag een kunstverzameling gehad, of een uitgeverij van boeken met oude ansichtkaarten”, lacht hij. Een volgende roman verschijnt komend jaar en een andere staat in de steigers. Getrouw aan zijn motto lijkt het wel: je moet eruit halen wat er in zit.

Hein-Anton van der Heijden, Reis naar Brabant. Roman. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2022, 371 pp., ISBN 9789463654258, pb., € 22,50.

www.elikser.nl

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *