Archeologische vondsten bij Kasteel van Wouw verdienen nu al museum

Bij Wouw in West-Brabant bevond zich in de middeleeuwen een kasteel, later een omvangrijke vesting, die daarna volledig uit het landschap verdween. Archeologisch onderzoek en de inzet van een grote groep vrijwilligers hebben dit complex aan de vergetelheid ontrukt en weer zichtbaar gemaakt. De vondsten overtroffen elke verwachting.

door René van der Velden  Foto’s > Kees van Dongen

Het is een druilerige maandagmiddag in december. Niet het ideale moment om kennis te maken met het Kasteel van Wouw. Of wat daar nog van over is. Of wat het weer moet worden? Maar de historische feiten liegen er niet om: ooit was het Kasteel van Wouw de grootste vesting van de Nederlanden. Het bood onderdak aan onder anderen Karel V, Philips II en Erasmus.

Detail van een anonieme tekening van het kasteel van Wouw en nabije omgeving, gezien naar de voorpoort. Bron > West-Brabants Archief

Vrijwilligers

We worden rondgeleid door Adriënne en René Hermans, twee van de dertig vrijwilligers die zes jaar geleden bij de archeologische opgravingen zijn begonnen. We zijn inmiddels 20.000 man/vrouwuren verder en jawel, het begin is gemaakt. “De afronding hiervan maken wij niet meer mee. Maar gelukkig hebben we ook jonge vrijwilligers”, aldus René Hermans.

Adriënne en René Hermans bij de poort op de toegangsbrug. Beiden zijn vrijwilligers en bestuursleden van de Stichting Kasteel van Wouw. Op de achtergrond een oud scheepskanon.

Het volledig verdwenen Kasteel van Wouw was oorspronkelijk een stenen kasteel daterend uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Het was een ronde waterburcht met een diameter van veertig meter, omgeven door een dubbele gracht. In de vijftiende eeuw werden de voorraadschuren en het woonverblijf vervangen door een paleisachtig gebouw in een U-vorm. Er kwamen vier hoektorens en twee reusachtige toegangspoorten. Tussen die gebouwen werden vier meter hoge aarden wallen aangelegd en er kwam een gracht van veertig meter breed rondom de vesting. In de zestiende eeuw was er sprake van een indrukwekkend, militair vestingwerk dat een belangrijke rol speelde in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Daarna raakte het complex in verval. Het werd benut als steengroeve tot alles verdwenen was.

Gravure van het kasteel van Wouw tijdens de belegering van 9-10 mei 1583, door Frans Hogenberg (vermoedelijk naar schets van Hans Bol) met tekst Duits gedicht en informatie over de belegering in het Frans. Weergegeven is de beschieting van het kasteel door de troepen van de Franse maarschalk Biron. Op de voorpagina van dit artikel een handgekleurde gravure van de belegering. Bron > West-Brabants Archief

In de crisisjaren dertig van de vorige eeuw werd een poging gedaan om de funderingsresten van de waterburcht, de poorten en torens te verwijderen; de eigenaar wilde de grond als akkerland in gebruik nemen. Bij die klus is een deel van de bovenlaag van wat restte van het voormalige kasteel verwijderd.

Heren van Breda

Het Kasteel van Wouw kent een interessante geschiedenis waarvan de hoofdlijnen ook zijn te vinden in Wikipedia. De bouwheer van het kasteel is onbekend. Mogelijk waren dat de Heren van Breda. In 1287 werd het eigendom van de heren van Bergen op Zoom. In 1488 wordt het kasteel geschonken aan Jan III van Glymes, heer van Bergen op Zoom.

Aan het einde van de vijftiende eeuw, na de uitvinding van buskruit, voldeed de waterburcht niet meer aan de militaire eisen en werd het kasteel versterkt met vestingwerken. Gedurende de vijftiende en zestiende eeuw beleefde het kasteel zijn glorietijd. Dat de vesting aan de verwachtingen voldeed, blijkt wel uit het feit dat veel vreemde legers hier hun toevlucht zochten tijdens de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog. De vesting lag lange tijd op de scheidslijn tussen Staatsgezinden en Spaansgezinden en werd daarom diverse keren belegerd.

1982 > Maquette van het kasteel van Wouw, gebouwd door de toen 72-jarige Marijn Reinkels uit Roosendaal. Hij bouwde in twee jaar en 3 maanden het kasteel na met hout, karton en ijzer. De maquette heeft jarenlang in het gemeentehuis van Wouw gestaan. Foto > Jan Schijven | West-Brabants Archief

Op 23 mei 1605 werd het Kasteel van Wouw ingenomen door Prins Maurits waarna het een steeds minder belangrijke rol ging spelen. In 1747 werd de Westpoort nog één keer omgetoverd tot vesting door de Franse troepen die het kasteel gebruikten als hoofdkwartier tijdens het Beleg van Bergen op Zoom. Daarna was de rol definitief uitgespeeld en zette het verval in.

± 1678 > Gravure van de ruïne van Kasteel van Wouw, ‘Kasteel van Woude, Castellum de Woude’ door Ertinger. Bron > West-Brabants Archief

Verdronken

Zoals in die tijd gebruikelijk was, werden de restanten van de vesting verkocht als bouwmateriaal. Hierdoor was in het midden van de achttiende eeuw een groot deel van het kasteel reeds verdwenen. Rond 1800 werd de Westpoort afgebroken. Dat gebeurde nadat de eigenaar een nieuwe boerderij had gebouwd aan de Waterstraat. De laatste pachter verdronk in 1903 op het terrein in de restanten van de binnengracht.

De nieuwe brug over de veertig meter brede buitengracht. Deze brug ligt op de plaats van de oude stenen brug. Midden op de brug is symbolisch een toegangspoort aangebracht.
Een panoramafoto van de oude burcht die in de dertiende eeuw werd gebouwd. Het beeld is wat vertekend, maar uiterst links is een gerestaureerde steunbeer te zien. Rechts de muur van gobertange-steen van de oude burcht die inmiddels opnieuw is ingevoegd en gerestaureerd.

In 1934 is de locatie opgegraven en kon op basis van de fundamenten het plan van het kasteel in kaart worden gebracht. Sinds 1979 is het terrein een archeologisch monument en is het als zodanig beschermd en vanaf 2007 mag het ‘kasteel’ zich verheugen in de warme belangstelling van een drietal initiatiefnemers. Sinds de opgravingen in 2016 zijn er dertig vrijwilligers actief, die onder leiding van een archeoloog onderzoek verrichten. Inmiddels is er een heuse stichting, zijn er sponsors en donateurs en zijn er alleen de afgelopen twee jaar op zaterdagochtenden al bijna zeshonderd belangstellenden rondgeleid.

Locatie is de Kasteelweide, ten noordwesten van het dorp Wouw. Aan het einde van de Casteelse Dreef die vanaf de Waterstraat te is bereiken. Aan de rand van het complex wijst René Hermans naar de noord- en zuidkant. “De Noordkant was moeras, de Zuidkant was turf, veen. Er is destijds voor – omgerekend naar nu – vijftien miljard euro turf afgegraven in West-Brabant. Tussen die Noord- en Zuidkant verrees het kasteel”, vertelt Hermans met het enthousiasme van de ideale geschiedenisleraar. “Het mooiste monument van de gemeente Bergen op Zoom ligt in de gemeente Roosendaal”, citeert hij een Bergenaar.

Stichting

Al in 1982 had het voormalige Kasteel van Wouw de belangstelling van Heemkundekring De Vierschaer. Maar het duurde nog jaren voordat een archeologische werkgroep de handschoen oppakte en – met toestemming – 341 gaten boorde in het terrein om de vroegere grachten te lokaliseren. Die waarnemingen gaven voldoende aanleiding om aan de slag te gaan. De oprichting van een stichting deed volgens Hermans alle deuren opengaan. Er kwam een pachtovereenkomst voor dertig jaar. Provincie Noord-Brabant, Waterschap Brabantse Delta en gemeente Roosendaal stelden een bedrag van 1,3 miljoen euro beschikbaar.

De ronde toren links is een onderdeel van de dertiende-eeuwse burcht.
Op de waterburcht liggen stapels natuursteen die uit de grachten zijn gehaald en in de toekomst worden verwerkt bij de restauratie van muren en wallen. Om te voorkomen dat kinderen (en volwassenen) zich bezeren heeft de stichting waarschuwingsbordjes geplaatst voor ‘vallende stenen’.

Sinds juni 2021 wordt er serieus werk gemaakt van de restauratie van de fundering van het kasteel. Her en der op het enorme terrein liggen opgestapelde stenen voor de wederopbouw van onderdelen van het kasteel. Stenen, vermoedelijk afkomstig van een kasteel in Tsjechië en stenen van de Chinese Muur, vertelt Hermans lachend. Met dat laatste doelend op een muurtje bij een restaurant in Wouw.

Museum

Na zes jaar graven, bikken en poetsen zijn er zoveel archeologische vondsten gedaan dat een museum een serieuze optie voor de toekomst is.

Wat is er zoal gevonden?
“Dat varieert van aardewerk in de vorm van potten, pannen en pispotten tot een aardewerk haardscherm. Maar ook helmen, munten, gespen, bestek, tinnen kannen en borden tot twee affuiten van een kanon. Dat is door onze vrijwilligers schoongemaakt en voor zover dat mogelijk was in elkaar gezet. Alles ligt opgeslagen in het archeologisch depot in Bergen op Zoom.”

Een veertiende-eeuwse waterput die tijdens de opgraving werd gevonden. De put is door de vrijwilligers terug opgemetseld. De put lag oorspronkelijk op de voorburcht en is 4,5 meter diep. De put werd door de stichting omgedoopt naar de Glymesput. Jan III van Glymes was in de periode van de vestingbouw (1493-1504) met vrouw en kinderen woonachting op het Wouwse kasteel.

Wat maakt het Kasteel van Wouw de moeite waard?
“Ooit was dit de grootste vesting van de Nederlanden en volgens onze archeoloog waarschijnlijk van heel West-Europa. Het complex was ruim vijf hectare groot. En in de glorietijd waren Karel V, Philips II en Erasmus hier te gast, om maar iets te noemen.”

De zuidwestelijke hoektoren met op de achtergrond de kerk van Wouw. In 1934 werden door arbeiders van de Werkverschaffing sleuven door de toren gehakt om drainagepijpen aan te leggen. De stichting gaat deze gaten in de toren met natuursteen herstellen.

Wat is uiteindelijk het doel van jullie stichting?
“Ons doel is om het grootste vestingwerk dat de Nederlanden ooit kende terug onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Daarom is ook samenwerking gezocht met de magistrale Lambertuskerk en korenmolen De Arend om op die manier een breed pakket in en om het dorp Wouw aan te bieden aan toeristen.”

De vierkante toren van de oude burcht. Duidelijk is de gerestaureerde steunbeer te zien en de lagen kloostermoppen die op de bestaande muren zijn gemetseld om verder verval te voorkomen. Dit werk wordt in 2023 voortgezet.

Wat is de volgende stap?
“De eerste stap is de restauratie van de vierkante toren aan de oude burcht. Daarna volgt de burcht zelf aan de zuidkant, waar heel veel natuursteen ontbreekt. Daarna de hoektorens, de verbinding tussen de binnen- en de buitengracht en de mogelijke de opbouw van één van de hoektorens om er een ontvangstruimte en een museum in te vestigen.”

© Brabant Cultureel 2022

Reacties (1)

  1. Piet Watzema schreef:

    hopelijk wordt het geheel net zo mooi als de Nuwendoorn bij Krabbendam in Noord- Holland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *