Verstilling en verdieping in het idyllische Oost-Vlaamse dorp aan de Leie

Met de tentoonstelling Symbolisme in Vlaanderen haalt Het Noordbrabants Museum de eerste groep kunstenaars naar voren die zich rond 1900 vestigt in het idyllische Sint-Martens-Latem nabij Gent. George Minne, Valerius De Saedeleer en Gustave Van de Woestyne kozen voor verstilling en verdieping. Conservator Helewise Berger stelde de expositie samen. “Alleen maar vluchtige indrukken schilderen vonden ze te plat en te gemakkelijk.”

door Henk van Weert

De stad uit, weg van de stank van de opkomende industrie en het kapitalisme dat daarmee gepaard ging. Nee, George Minne, Valerius De Saedeleer en Gustave Van de Woestyne voelden zich rond de geboorte van de twintigste eeuw niet meer thuis in Gent. Ver hoefden zij niet te gaan. Waar de rook van de fabrieken ophield, hemelsbreed een kilometer of vijf van Gent, lag Sint-Martens-Latem. Een eenvoudig boerendorp aan de slingerende Leie en omgeven door prachtige natuur.

Conservator Helewise Berger. Foto > Henk van Weert

“Het was toen best een dynamische tijd”, vertelt Helewise Berger, gespecialiseerd in kunst uit de negentiende eeuw. De industrie kwam ook in Gent sterk opzetten. Mensen trokken naar de stad en het snelle leven kwam op gang. Minne, De Saedeleer en Van de Woestyne woonden in Gent, maar het leven daar beviel hen steeds minder. Zij hadden contacten met Gentse intellectuelen die kritiek hadden op de politiek en op wat er gaande was in de stad. In die antikapitalistische kringen kregen de drie kunstenaars het gevoel dat zij terug moesten naar de basis. Naar de natuur. Ze besloten weg te trekken uit Gent.”

Vluchtig

De link tussen natuur en het toen ook in België populaire impressionisme is snel gelegd. Maar de drie kunstenaar kozen bepaald niet voor die artistieke beleving van het moment. “Zij vonden dat de impressionisten veel te vluchtig indrukken vastlegden. Die manier van werken vonden ze te plat en te gemakkelijk. Zij wilden naar de diepere betekenis van de dingen die ze om zich heen zagen.”

Valerius De Saedeleer > De Leie in de ochtend.

Het drietal ging deel uitmaken van de artistieke stroming die bekend is geworden als het symbolisme, ontstaan in Frankrijk rond onder andere de dichter Paul Verlaine, en met een belangrijke pendant in Brussel.

“Ze werden al snel gelukkig in Sint-Martens-Latem, omdat ze daar vonden wat ze zochten. De natuur, de wind die over de Leie blies, het vrije bestaan met de boeren. Ze gingen respectvol om met de natuur, zochten contact met de mensen om hen heen en waren op zoek naar een spirituele verbintenis met die natuur. Omdat ze veel schreven over hun bestaan in Sint-Martens-Latem weten we dat zij daar het paradijs hadden gevonden. Ze hebben ook een flink oeuvre nagelaten, waaruit we hier nu ruim zestig werken kunnen laten zien.”

De Leie meandert in de eenentwintigste eeuw nog steeds door Sint-Martens-Latem, maar het plaatsje is allang niet meer van de boeren. Het is een miljonairsdorp geworden, dat vol staat met kapitale villa’s. Het rijkste stukje België, Wassenaar in het kwadraat.

Gent > begin twintigste eeuw | Sint-Martens-Latem > anno nu

Verschillend

De drie kunstenaars persten zichzelf niet in een en dezelfde mal. Berger: “Aan de ene kant waren ze een hechte groep, maar het was aan de andere kant zeker niet zo dat ze in hun artistieke uitingen een gezamenlijkheid nastreefden. Ze waren juist heel verschillend.”
Gustave Van de Woestyne schilderde vooral mensen die hij om zich heen zag. Boeren en boerinnen, vaak in verstilde poses. “Hij was nog maar achttien jaar toen hij in het dorp neerstreek. En hij was nog zoekende, dat zie je terug in zijn werk.”

Gustave Van de Woestyne > De slechte zaaier.

Valerius De Saedeleer is de landschapsschilder. In zijn werken neemt de Leie een voorname plek in. Hij maakte ook winterlandschappen, waarin hij zijn directe omgeving, ontdaan van alle franje, laat zien. “De Saedeleer had al heel wat omzwervingen door België achter de rug toen hij in Sint-Martens-Latem kwam wonen. Op dat moment werkte hij nog impressionistisch, maar dat liet hij heel snel achter zich. De directe techniek verdween uit zijn werk, maakte plaats voor een weloverwogen, tot in de puntjes uitgedachte aanpak.”

Valerius De Saedeleer > De winter.

De groep kende geen absolute leider, maar beeldhouwer Georg Minne kun je wel zien als de stamvader van de groep, zegt Berger. “Hij was de oudste en hij had er al een flinke loopbaan opzitten, toen hij in Sint-Martens-Latem arriveerde. Hij had beslist veel invloed op de andere twee. Als je zijn stijl moet typeren, kun je zeggen dat vereenvoudiging van de vorm van zijn beelden en het geven van verstilde expressie zijn streven was.”

Georg Minne > Baadster.

Expressionisten

Van de Woestyne, De Saedeleer en Minne vormden de eerste groep kunstenaars in het Leiedorp. Na hen ontstond een tweede school, met kunstenaars die tegenwoordig veel bekender zijn zoals Gustave De Smet en Constant Permeke. “Die tweede groep trok niet met de eerste op. Hun denkbeelden waren volstrekt anders. Permeke en De Smet groeiden uit tot expressionisten. Je kunt, vind ik, niet zeggen welke groep de beste was. Ze waren totaal anders, dus moet je ze niet met elkaar gaan vergelijken. Je kunt wel vaststellen dat de eerste groep in Nederland maar weinig bekend is geworden, hoewel Gent toch dichtbij is. Met deze tentoonstelling proberen we daar iets aan te doen. We hebben ruim kunnen putten uit museale en particuliere collecties. In deze samenhang is de eerste groep in eigen land nooit tentoongesteld,” aldus Berger.

Gustave Van de Woestyne > De papeter.

Symbolisme in Vlaanderen is een aansprekende en voor een groot publiek toegankelijke expositie. De negentiende eeuw is een populair tijdvak. “Een jaar of veertig geleden kregen we te maken met een dip in de belangstelling voor die periode, maar nu is die tijd weer volop in de aandacht. Het grote publiek is geïnteresseerd in kunst op het snijvlak van de negentiende en twintigste eeuw, in de overgang van de oude wereld naar de moderniteit. De gedachten en de techniek van kunstenaars veranderden in die tijd. Ambachtelijk waren ze nog steeds goed, omdat ze academisch waren opgeleid. Ze keerden zich gaandeweg van het academische af, omdat ze naar vernieuwing streefden. Er was veel gaande. Erg boeiend.”

‘Symbolisme in Vlaanderen’, tot en met 9 oktober 2022 te zien in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch.
De catalogus door gastconservator Piet Boyens verscheen bij WBooks in Zwolle en kost € 29,95.

www.hnbm.nl

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *