Op zaterdag 20 november 2021 presenteert het ensemble Mommers4 de collagegedichten van Herta Müller, op muziek gezet door de Tilburgse componist Fons Mommers. Tekst en muziek verbinden zich in deze voorstelling tot een geheel waarvan de speelsheid voor de hand ligt. Tegelijk blijkt het geheel een verontrustende diepte te bevatten. In een gesprek vooraf vertelt Fons Mommers over zijn motieven en hoe die voortkomen uit zijn leven.
door Herman Coenen
Zachte stem, handen in vage gebaren dwalend door de lucht. Frêle kwetsbare man, omgeven door stilte. “Ik ben een denkende pianospeler, of, kun je ook zeggen, een musicerende denker.” Fons Mommers vertelt van de vijftien jaren dat hij brugwachter was. Oorspronkelijk nam hij de post aan als baantje om geld te verdienen na zijn gestopte universitaire carrière. Maar op den duur voelde hij zich op die draaibrug helemaal op zijn plaats. “Er was de stilte, de natuur, het kanaal, er waren de ochtenden waarop het water dampte, zomerse dagen met hun strakblauwe lucht, geheimzinnige schemering. Schepen kwamen voorbij in vele prachtige vormen. Ik had tijd om na te denken, te lezen, een dagboekje bij te houden. En thuis kreeg de muziek eindelijk de kans die ze verdiende…”
Blokfluitles
De muziek, de piano, ze waren er al vroeg in zijn leven. Hij herinnert zich bovenmeester Wierink in Bemmel, het dorpje waar hij op de basisschool zat. Van meester Wierink kreeg hij blokfluitles, in de klas, meteen na de lessen. “Het hoorde er gewoon bij. Muziek was een vanzelfsprekend deel van het leven. Ik mocht ook meezingen in zijn koor op zondag in de kerk. Moeilijke stukken, Palestrina en zo. Hij bracht ons op een heel ontspannen manier binnen in de muziek. Geen strengheid, geen afstraffende correcties. Terwijl wij, jongens blokfluit speelden, liep hij de planten in de vensterbanken water te geven en af en toe zei hij dan wat.”
Ik ben een denkende pianospeler, of, kun je ook zeggen, een musicerende denker
Toen Mommers twaalf was, kocht zijn vader voor zichzelf een piano, maar de jongen speelde erop. Hij kreeg les in Nijmegen. Twee keer per dag fietste hij heen en weer tussen het dorp en de stad, eerst naar het Canisiuscollege, waar hij naar de middelbare school ging, en later nog eens voor de pianoles bij meneer Spaan. “Die ging op een keer met zijn zware lichaam aan de piano zitten en speelde zo voor de vuist weg fragmenten uit een pianoconcert van Mendelssohn. Ik vond het prachtig: dat wilde ik ook! Maar de echte ‘klap’ kwam een paar jaar later, toen we verhuisd waren naar Gouda en ik daar les kreeg van een vrouw in een groot hoekhuis met twee piano’s. Ze zette mij en een andere jongen aan het dubbelconcert van Bach. We studeerden het in en speelden het. Die ervaring heeft mij voor altijd met de muziek verbonden.”
Filosoof
Toch werd het voor hem geen conservatorium. “Mijn ouders, vooral mijn vader, hadden iets anders voor mij in gedachten, de universiteit, de zekerheid van een rustige baan als docent, een huis, een gezin. Ja, de opvoeding in die dagen en dat milieu: Het ging om braaf zijn, heilig zijn, meedoen. Dus ging ik studeren in Nijmegen en later in Tilburg, theologie. In die studie ontwikkelde ik mij via mijn scriptie over Menno ter Braak tot filosoof. Ik deed er lang over, want ik deed er van alles bij, student-assistent bij de economen, de ‘Kritische Universiteit’, allerlei sociale acties in de wijk, een krantje voor bewoners opzetten. En geestelijk maakte ik me los van de autoritaire leefwereld waarin ik was opgegroeid.”
Hij kreeg een onderzoeksbaan aan de universiteit en was betrokken bij een promotieonderzoek over Jürgen Habermas en diens vernieuwende filosofie. Maar dat onderzoek werd na enkele jaren afgerond en Mommers’ aanstelling stopte. “Zo kwam ik op die brug terecht.”
We graasden het landschap van de nieuwe muziek af, zorgden voor de reuring die tot dan toe zo ontbrak
Vernieuwing, zich losmaken van de als onomstotelijk aanbeden ideeën en structuren, Mommers’ leven in deze jaren was er van doordesemd. Zo ook op het gebied van de muziek, waar hij nu meer tijd voor kreeg. Hij zag een advertentie van de muziekschool over een compositiecursus, gegeven door Henk Stoop. Die ging hij volgen. Hij vond er gelijkgestemden met wie hij samen een muziekpodium oprichtte. Dat werd ‘De Vonk’, voor muziek die in het bestaande circuit te weinig kans kreeg. De Tilburgse muziektempel Paradox bood onderdak. “Ik kwam in contact met mensen als Jacques Palinckx, Frans Kerkhofs, Frank Crijns en Willem Kniknie. We brachten ‘ongehoorde’ muziek, veelsoortig, van experimenteel tot etnisch uit een waaier aan culturen. En dat niet alleen in ons eigen spel, maar ook door een brede programmering. We graasden het landschap van de nieuwe muziek af, zorgden voor de reuring die tot dan toe zo ontbrak.”
Menszijn
“Een jaar of tien geleden ben ik begonnen voorstellingen te maken, steeds rond een zinvolle inhoud. Ze vormen een onderzoek naar de fundamenten van het menszijn. Wat maakt ons tot mens? Wat is de laatste grond waar we niet doorheen mogen vallen, willen we ons menszijn niet verloochenen? Filosofie, poëzie en muziek spelen daarbij een gelijkwaardige rol, het zijn talen waarin hetzelfde op uiteenlopende manieren gezegd, of liever, ondervraagd wordt. Het zoeken naar vrijheid, de gevaren van autoritaire en totalitaire denksystemen is daarin voor mij een rode draad. Telkens wanneer bij mensen de pretentie ontstaat de waarheid te bezitten en die aan iedereen te moeten opleggen, verkeren we in een gevarenzone. Dat inzicht is in mij de erfenis van de Tweede Wereldoorlog, die via mijn ouders doorwerkte in de leefwereld waarin ik opgroeide, en van de benauwende veiligheid en stabiliteit die men in de naoorlogse jaren nastreefde.”
Het zoeken naar vrijheid, de gevaren van autoritaire en totalitaire denksystemen is mijn rode draad
En dan is er nu de voorstelling rond de collagegedichten van Herta Müller. Het is een sprekende uiting van Mommers’ vrijheidszoeken. Herta Müller groeide als lid van de Duitstalige minderheid op in Roemenië tijdens de onderdrukking door het regime van Ceaucescu. Als schrijfster legde zij in een reeks adembenemende romans getuigenis af van het dagelijks leven in die omstandigheden. Zij laat voelen hoe diepgaand de angst was die haar en haar medemensen beheerste. Steeds het oog van verklikkers en professionele dienaren van de Staat op zich gericht weten, beseffen op elk moment te kunnen worden opgepakt, voor welk onbetekenend feit dan ook. De sluipende, soms openlijke dwang ervaren die het bestaan vergiftigt. Müller werd gevraagd voor de geheime dienst Securitate te werken. Zij weigerde en dat werd haar niet in dank afgenomen. In 2009 ontving Herta Müller de Nobelprijs voor Literatuur.
Plaksels
Mommers heeft zijn voorstelling echter niet opgebouwd rond de romans van Herta Müller. Hij raakte gefascineerd door de eigenaardige poëzie in wat zij haar ‘collagegedichten’ noemt: Knipsels van woorden uit allerlei drukwerk die, aaneengeplakt, telkens een gedicht vormen. Visueel interessant, inhoudelijk prikkelend en raadselachtig. Zowel het grafische beeld als de woordbetekenissen doen mee in het spel waarin je als lezer wordt betrokken. Je bent kijker en verward rondtastend denker tegelijk. Müller maakte deze plaksels als kaartjes die ze aan haar vrienden stuurde. De humor en verborgen toespelingen werden door haar lotgenoten verstaan en maakten haar tegelijk relatief ongrijpbaar voor de autoriteiten.
“Ik zag die collages in een boek, zo boeiend. Ik begreep het spel van zich uiten en ontsnappen en begon ze op muziek te zetten. Het werden er honderdvijftig. In de voorstelling, die iets meer dan een uur duurt, doen we er zo’n dertig. Wij, dat zijn Johan Pols als spreker en performer, Paul Hoogenboom op klarinet, Cor Links met slagwerk en techniek, en ik zelf als pianist.”
Dan loopt hij naar de piano en speelt. Een sprankelend stuk waarbij de tekst vertelt over de ‘Hongaarse katten die leven in de dakgoten’. Het is alsof ik zelf aan twee harige klauwtjes aan een dakrand bungel.
‘Koffertrauer en Mokkatassen’ door Mommers4.
Een muzikale verbeelding van collagegedichten van de Roemeens-Duitse schrijver Herta Müller.
Zaterdag 20 november 2021 om 20.30 uur in het Factoriumtheater, Koningsplein 11a in Tilburg. Entree € 15,00. Reserveren kan per mail naar info@mommers4.nl of via www.mommers4.nl.
Op de site ook meer informatie over Herta Müller en nuttige links.
Nederlandse vertalingen van Herta Müller verschenen bij Uitgeverij De Geus, onder andere de collagegedichtenbundel ‘De rokkenjager en diens bijdehante tante’.
© Brabant Cultureel 2021