De poëtische wereld van Wout Waanders is een achtbaan in het universum

In zijn debuutbundel Parkplan roept dichter Wout Waanders een heel eigen wereld op, een weerslag van zijn jarenlange fascinatie voor pretparken. De combinatie van tekeningen en gedichten is onweerstaanbaar.

door Corien Ligtenberg

Wat een feestje, Parkplan van Wout Waanders. Alleen al het omslag tovert een grijns op je gezicht: de bundel is vormgegeven als een reisgids uit vervlogen jaren. Het formaat, de kleuren, de belijning, de belettering, alles klopt. Op de voorkant staan kreten als ‘Uitvouwbare plattegrond’, ‘Eindeloze variatie in routes’ en een tekening van de fictieve attractie Fietspomp, met de luchtslang van de pomp als reuzenglijbaan. ‘34 gedichten & deelkaarten’, meldt de achterflap. Natuurlijk, het gaat niet om het uiterlijk maar om de inhoud, het karakter. Maar de toon is gezet. Welkom in het universum van Wout Waanders.

Op een onbewaakt ogenblik
was er een meisje in mijn
rabarberlimonade gesprongen.

(fragment uit Rabarberlimonade)

Boyband

Parkplan mag dan de debuutbundel zijn van schrijver/dichter en performer Wout Waanders (’s-Hertogenbosch 1989), maar een beginner is hij allerminst. Waanders was de afgelopen twee jaar stadsdichter van Nijmegen en in 2008-2009 Campusdichter van de Radbouduniversiteit in die stad. Hij won in 2012 de Poëzieprijs van de Stad Oostende en in 2014 Write Now! ‘s-Hertogenbosch. Zijn werk is gepubliceerd in diverse literaire magazines en opgenomen in bloemlezingen. Ook vormt Waanders samen met Laurens van de Linde, Jelko Arts, Martin Rombouts en Koen Frijns de ‘literaire boyband’ BOYBAND, een schrijverscollectief dat als doel heeft ’literatuur weer sexy te maken voor het grote publiek’. BOYBAND stond onder meer in de literaire tent van Lowlands en op het Wintertuinfestival.

Wout Waanders. Foto > studio Schulte Schultz

In Parkplan heeft Waanders zijn fascinatie voor pretparken op een heel eigen manier uitgewerkt. De voorflap van het boek is uitvouwbaar tot een ook door Waanders getekende plattegrond van Parkplan, een gebied met bomen, bergen en water, bevolkt door louter fictieve pretparkattracties. De tekening is bomvol en hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer vreemde lichamen je ziet – een doolhof, de staart van een walvis in een stroom, een fontein in de vorm van een ventiel, de romp van een olifant die oprijst uit een berg.

Plattegrond van Parkplan

Genummerde uitsneden op de kaart verwijzen naar de gedichten in de bundel – de namen van de attracties zijn de titels van de gedichten. Volgens de achterflap zijn dat: ‘8 kinderattracties, 8 familieattracties, 11 attracties voor sensatiezoekers & 7 horecapunten en shops’. Elk gedicht op de rechterpagina gaat gepaard met een deelkaart op de linkerpagina.

Dat klinkt misschien allemaal wat melig, maar dat is het niet. Het concept van ‘reisgids’ is consequent uitgewerkt, tot de cijfers (en titels) in de marges van de deelkaarten – boven, onder, links rechts – aan toe, die verwijzen naar de titel van het ‘aangrenzende’ gedicht/attractie. Precies zoals je dat ziet in bijvoorbeeld een oude wegenatlas van Frankrijk.

Associatief

En dan zijn er ook nog de gedichten. Die verwijzen (gelukkig) niet één op één naar de verschillende attracties, maar zijn meer associatief met een fragment uit de bijbehorende tekening verbonden. Zoals bijvoorbeeld nummer 16, Proefballonnetje, met op de tekening een ‘kinderattractie’ met een soort zwevende luchtballonnen:

Proefballonnetje

Ik had een date met een meisje
dat in haar profiel bij hobby’s
‘democratie’ had staan. ‘Dat is
toch geen hobby’ zei ik haar,
maar ze haalde haar schouders op.

Daarna stak ze haar hand in de lucht,
om een tweede tonic te bestellen,
dacht ik nog even, maar ze bleek me zojuist
met de kleinst mogelijke meerderheid
te hebben weggestemd.

Waanders is een observator en een verhalenverteller. Hij gaat in een handomdraai van het alledaagse naar het absurde, buigt moeiteloos mee met de zijpaden die zijn fantasie inslaat en komt zo tot verrassende waarnemingen. Zoals in Vis eten, waarin twee vrienden die in Eindhoven een broodje vis eten heel terloops bespreken op welke alien ze de dag erna gaan stemmen. In Waanders’ gedichten is het opeens heel normaal dat een kleine giraffe een fietspomp komt lenen, ‘dankjewel’ en ‘doei’ zegt en weer verdwijnt; dat een beer de bestelling opneemt in het Mountain View Restaurant; of dat een vriend in een roofvogel verandert en het autoraam uitzweeft. Later zal die vriend overigens als ambtenaar bij de gemeente Boekel eindigen en alleen nog maar op woensdagen ergens hoog boven de Udense vlaktes zweven.

Maar onder die absurdistische laag is de toon van veel gedichten bijna melancholisch. Er is heimwee naar oude vrienden, naar verloren liefdes. Er is de pijn van het volwassen worden, verlangen naar de tijd dat alles nog open lag. Dan worden de fantastische wendingen bijna bezweringen zoals in dit fragment uit Een dichtbegroeide jungle:

Tom kijkt naar me en vraagt
‘weet je eigenlijk wel wat dat betekent,
volwassen worden.’

‘Ik denk het wel,’ zeg ik. Dat meen ik:
ik denk echt van wel. Tom zucht diep, staat dan op,
stapt in het ruimteschip, en vertrekt.

Beheerst

Waanders zet de taal zorgvuldig naar zijn hand. Soms observeert hij, heel beheerst, soms gaan de woorden in vrije val, zoals in het jachtige Duizenden kuikens en in Spoorwijzigingen, een prozagedicht met zinnen als een adembenemende achtbaanrit. Maar steeds is het verhaal dat hij vertelt intelligent en verrassend.

Regie

Het vreemdste bedrijf waar ik ooit heb gewerkt,
handelde in bezweringen voor koningshuizen.
De directeur reisde van land naar land om alle koningen
en koninginnen tegen vloeken te beschermen.

Als bijbaan heb ik bij hem de administratie gedaan,
in zijn slee reed ik met hem mee, door de grote Europese bossen,
langs hoven en paleizen. Af en toe gaf hij me afschriften
van stiften, olieflessen, stempelkussens.

Hij zei: dit bedrijf mag nooit verdwijnen.
en ik geloof dat het inderdaad nog steeds bestaat,
want waar ik ook ben, welke krant ik ook opensla,
overal zie ik terneergeslagen leiders, radeloos of boos,

maar geen van hen is koning,
nooit is het een koningin.

Wout Waanders, Parkplan, Amsterdam: De Harmonie 2020, 70 pp., ISBN 978-94-6336-094-4, pb., € 19,90. Grafische vormgeving: Magda Rijs, de Zaak van de Aap

deharmonie.nl

woutwaanders.nl

Wout Waanders wordt geïnterviewd in Spijkers met Koppen

© Brabant Cultureel 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *