Philip Akkerman laat met zijn Kunstenaarsdagboek een ander geluid horen

Aan het begin van zijn carrière besloot beeldend kunstenaar Philip Akkerman uitsluitend zelfportretten te maken. Waarom? Wat hield en houdt hem bezig? Tijdens een expositie in Zundert in 2017 lichtte hij een tipje van de sluier op door dagboekfragmenten openbaar te maken. Eind 2020 verscheen zijn complete Kunstenaarsdagboek. Nu kunnen we kennis nemen van zijn ideeën, opvattingen en twijfels. En zijn kritische houding ten opzichte van de kunstwereld.

door Irma van Bommel

In de trein:
Wat voor werk doet u, als ik vragen mag?
Ik ben kunstenaar.
Beeldende kunst of schilderkunst?
Ehh… schilderkunst.
En wat schildert u dan, modern of iets dat ik kan herkennen?
Ehh… dat laatste ja, ik schilder portretten.
En heeft u veel opdrachten?
Nou, ehh… ik schilder zelfportretten.
Zo, schildert u die zelf en wat voor mensen schildert u dan?
Ik, ehh… schilder alleen mijn eigen hoofd.
Alleen je eigen hoofd????
(18 juni 2003)

Philip Akkerman (Vaassen 1957) volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en bij Ateliers ’63 in Haarlem. Hij was kritisch naar de docenten. Waarom zou je ‘origineel’ en ‘jezelf’ willen zijn? Waarom zou je een ‘eigen stijl’ moeten ontwikkelen? Akkerman wilde alleen maar vrijheid. Sinds zijn academietijd houdt Akkerman een dagboek bij en dat is onlangs gepubliceerd. Akkerman blijkt ook een schrijverstalent; het Kunstenaarsdagboek is heel lezenswaardig.

In 1981 besloot Philip Akkerman zich toe te gaan leggen op het maken van zelfportretten. Dit schilderij (nummer 1 uit 1981) verscheen als zwart-wit beeld voorin het Kunstenaarsdagboek.

Marcel Vos [kunstdocent en kunstcriticus; ivb] was op mijn atelier en hij was cynisch over de portretten. Hij zei o.a.: ‘Die verschillen in stijl van je, dat wordt een maniertje, een trucje. Je maakt gebruik van je handigheid.’
Ik maak me er niet meer kwaad over.
Maar toen hij wegging zei hij in de deuropening: ‘Je wordt de grootste portrettist aller tijden.’
(28 januari 1981)

Klootzakken

Kunstcritici weten niet wat ze aanmoeten met de verschillende stijlen van Akkerman. Zijn werk past niet in de actuele kunststromingen. Met gevoel voor humor schrijft hij op 17 januari 1987: ‘Onder de ondertekening van mijn schilderij schrijf ik met Oostindische inkt: “weg met de kunsthistorici”. Dit verdwijnt geheel onder de verflagen, maar als die klootzakken het lef hebben om mijn schilderijen over 1000 jaar met infrarood camera’s te bekijken, dan zullen ze schrikken!’

Kunst hoeft niets. Niet te troosten, niet begrijpelijk te zijn, niet de wereld te verbeteren. Niets, al mag het allemaal wel.

Toch is hij succesvol. Hij heeft exposities in binnen- en buitenland en zijn werk wordt door verzamelaars en musea aangekocht. Museum Voorlinden in Wassenaar heeft de grootste collectie zelfportretten van Akkerman. Aanvankelijk is Vincent van Gogh het grote voorbeeld voor Akkerman. Later wordt dat Otto Dix:
Van Gogh was nooit zo geweldig geworden als hij niet in de ‘a la prima’ techniek [in één laag; ivb) had gewerkt, met die techniek kon hij snel en spontaan werken. En Otto Dix was een onbekend schilder gebleven als hij in de ‘a la prima’ techniek was blijven werken. Juist door het toepassen van de Renaissance techniek komt zijn scherpe waarnemingsvermogen en grote tekengave maximaal tot uiting. (16 mei 1986)

Op 20 februari 2015 schreef Philip Akkerman in zijn dagboek: Nrtje 27 is ‘mooiste ooit’!

Geïnspireerd door het werk van Dix gaat Akkerman experimenteren met verschillende soorten medium. Voor praktische tips gaat hij te rade bij Johan Stahlecker, een gepensioneerd huisschilder die een verfwinkel heeft in Den Haag, waar Akkerman woont. Telkens denkt hij het juiste recept gevonden te hebben, maar komt daar dan toch vaak weer op terug.

Zoals Rubens, dat kan ik niet. Zoals de hedendaagse kunstenaar, dat wil ik niet. Ik wil iets anders. Maar hoe en wat?

Trucjes

Aandacht voor schildertechniek is iets wat op de academies ontbrak. ‘Op de academie en op de Ateliers ’63 zeiden ze vroeger tegen me: “Schildertechniek? Dat zijn allemaal trucjes, die kan iedereen leren.” Mijn werk: Allemaal trucjes, die niemand meer leert.’ (13 maart 2015). Nu geeft Akkerman regelmatig gastcolleges op kunstacademies omdat studenten wel degelijk geïnteresseerd zijn in oude technieken. Het Kunstenaarsdagboek staat vol met recepten, maar over de inhoud van zijn werk blijft hij vaag: ‘ik schilder wel zelfportretten, maar ik schilder niet Philip Akkerman (20 oktober 2006).

Zelfportret nummer 93 uit 2016 is gebruikt voor de cover van het Kunstenaarsdagboek en voor de afbeelding boven dit artikel.

De eerste jaren keek hij in de spiegel om zichzelf te schilderen, maar steeds meer gingen ideeën het spiegelbeeld overheersen totdat hij uit het hoofd ging schilderen. ‘Ik citeer weliswaar uit de kunstgeschiedenis, maar ik citeer niet om te citeren, ik ben geen eclecticus of zo. Er zit van allerlei in mijn hoofd en dat staat tot mijn beschikking en dat pas ik toe’ (6 augustus 1993). ‘Het zelfportret is een kader waarbinnen veel mogelijk is’ (1 juni 2007).

Het thema is de onbegrijpelijkheid van het bestaan. ‘Ik schilder de lijdende en onbegrijpende mens in het oneindige heelal’ (28 september 1988). ‘Een thema, maar dat is géén boodschap’ (22 juni 1992).

Kunst moet tegenwoordig politiek of sociaal geëngageerd zijn, maar Akkerman wil juist niet moraliseren. Over de kunst schrijft hij: ‘Ik interesseer mij voor het meest diepzinnige van de kunst (het bestaansmysterie) en ik interesseer mij voor het meest oppervlakkige van kunst (de schildertechniek). Alles daar tussenin (politiek, kunstgeschiedenis, mode, psychologie, integriteit, etc etc) interesseert mij niet’ (6 juni 1993). Hij ageert ook tegen de conceptuele kunst. ‘De kunst is te intellectueel geworden. Ze is niet visueel meer. Er valt tegenwoordig niet genoeg te beleven op zintuiglijk vlak’ (3 november 1994).

Melodie

Akkerman vindt dat je vooral naar een schilderij moet kijken, en niet op zoek moet naar een verhaal. En hij maakt daarbij de vergelijking met muziek. ‘Muziek is 100% abstract (d.w.z. geen voorstelling), dus is gewoon mooi of prachtig van zichzelf. Dat bedoel ik als ik zeg dat het onderwerp van een schilderij me niet interesseert, ik geniet gewoon van een schilderij of ik haat het, ongeacht de voorstelling. De componist heeft een melodie in zijn hoofd en schrijft die op. Zo werk ik ook’ (17 december 2003).

Achterin het Kunstenaarsdagboek is een zwart-wit beeld van dit zelfportret, nummer 132 uit 2019,  opgenomen.

Het schilderen is vaak een worsteling. ‘Zoals Rubens, dat kan ik niet. Zoals de hedendaagse kunstenaar, dat wil ik niet. Ik wil iets anders. Maar hoe en wat? (6 maart 2003). Maar hij maakt ook werken waar hij meteen enthousiast over is. Als lezer zou je die dan willen zien. Helaas zijn er slechts drie werken in het boek afgebeeld. Op zijn website zijn wel veel werken te vinden (hij nummert ze per jaar), maar veelal niet de werken waar hij in zijn dagboek zo enthousiast over is.

‘De kunst is te intellectueel geworden. Ze is niet visueel meer. Er valt tegenwoordig niet genoeg te beleven op zintuiglijk vlak’

Eind 2016 heeft Akkerman zo’n vierduizend zelfportretten gemaakt, staat in zijn dagboek te lezen. Dat zullen er nu zo’n 4500 zijn. Hij beseft dat de kracht van zijn werk zit in het oeuvre als geheel. In een tijdsspanne van veertig jaar, van 1978 tot en met 2019 schrijft hij in zijn dagboek over zijn worsteling met de kunst, maar ook stelt hij de rol van kunstacademies, kunstcritici, musea, galeries, commissies en subsidies ter discussie. En ook de hedendaagse kunst moet het ontgelden. In zijn jonge jaren doet hij krasse uitspraken, de laatste jaren wordt hij milder en genuanceerder. Op 18 december 2014 schrijft hij: ‘Kunst hoeft niets. Niet te troosten, niet begrijpelijk te zijn, niet de wereld te verbeteren. Niets, al mag het allemaal wel. En alleen iemand die bekrompen is, vindt zijn visie de enige ware en maakt de rest belachelijk.’

Philip Akkerman, Kunstenaarsdagboek. Rotterdam: nai010, 2020, 224 pp., ISBN 978-94-6208-609-8, pb., € 19,95.

www.nai010.com

https://philipakkerman.com

Lees ook op Brabant Cultureel:
Philip Akkerman is nog lang niet uitgekeken op het genre zelfportret

© Brabant Cultureel 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *