Joep Eijkens gaat nooit zonder camera op pad. Talloos zijn de mensen, plekken, situaties en momenten die hij daarmee vastlegt. En sommige foto’s roepen gedachten en gevoelens op, sommige een herinnering of verhaal.
Zowat elke dag liep hij het gebied in zoals hij het noemde. Een aan de rand van de stad gelegen gebied van weilanden, riet en water. Mensen kwam hij er nauwelijks tegen, maar dat vond hij best. Vogels zag hij liever, paarden ook. En wanneer hij een haas had gezien, was zijn dag al goed.
Maar dan kwam een slechte dag. Juist op de plek die hij het mooiste vond – een plek die hem altijd aan die ene winter lang geleden in de Biesbosch deed denken – zag hij een stel vuilniszakken liggen. Hij stond stil en keek nog eens. Zeven telde hij er. Ze moesten er nog maar kort liggen, blinkend in het zonlicht. “Zo ver is het al gekomen dat ze er een vuilnisbelt van maken”, sprak hij hardop. “Wat zou erin zitten?” Maar hij durfde de zakken niet open te maken. “Wie weet wietafval of erger.”
Hij draaide zich om, had geen zin meer om verder te lopen. Zelfs de ijsvogel die hij even later voorbij zag vliegen als een azuurblauwe flits, kon hem niet milder stemmen. “Rotzakken zijn het”, zei hij. “Gewoon rotzakken.”
© Brabant Cultureel – februari 2016