Tenor Marcel Beekman zingt twee voedsters in Monteverdi’s Poppea

Opnieuw toert de Nederlandse Reisopera door Nederland. Nu met een werk van de eerste operacomponist uit de westerse geschiedenis, Claudio Monteverdi. Zijn ‘L’Incoronazione di Poppea’, over de liefdesperikelen en machtsintriges van keizer Nero en zijn geliefde Poppea komt 24 april naar Chassé in Breda. Reden voor een interview met tenor Marcel Beekman die daarin vier rollen zingt.

door Camiel Hamans scènefoto’s L’Incorona­zione di Poppea > Marco Borggreve

‘Mijn middle name is Platée,’ geeft tenor Marcel Beekman (Zwolle 1969) glimlachend toe. Met zijn eclatante succes als de nymf Platée in de opera van Jean-Philippe Rameau in het Theater an der Wien in 2014 heeft Marcel Beekman zijn naam gevestigd. Er wordt nauwelijks ergens nog een Platée opgevoerd of de titelrol wordt door Beekman gespeeld en gezongen. In travestie. Vrouwenrollen lijken zijn handelsmerk geworden.

Marcel Beekman als de nymf Platée, Staatsoper Stuttgart, 2022. Foto > Martin Sigmund
Marcel Beekman. Foto > Sara Wijzenbeek

De voedsters Arnalta en Nutrice

Dat is ook weer zo in de nieuwe Reisopera-productie, Monteverdi’s ‘L’Incorona­zione di Poppea’. Vier rollen neemt hij daarin voor zijn rekening, waarvan twee substantiële: die van de voedsters Arnalta en Nutrice. En met succes. Guus Mostart, de vroegere intendant van de Nederlandse Reisopera, becommentarieerde Beekmans optreden in de sociale media met de loftuiting ‘L’incoronazione di Marcel Beekman’, de kroning van Marcel Beekman.

Twee maal Marcel Beekman: de voedsters Arnalta en Nutrice.

Deze Monteverdi-enscenering is niet nieuw. Hij ging al in 2022 op het festival van Aix-en-Provence en was daar de revelatie van het jaar. De regie van Ted Huffman, die ook de regisseur was van het net in het Opera Forward Festival met veel waardering en applaus onthaalde nieuwe stuk ‘We are the lucky ones’ van componist Philip Venables, sprak aan. De voorstelling is vervolgens onder meer verkocht aan de operahuizen van Versailles, Valencia, Toulon en Keulen. Nu ook aan de Nederlandse Reisopera. Dat wil zeggen dat het concept en de decors worden overgenomen. De zangers niet noodzakelijkerwijs.

Agenda’s op elkaar aansluiten

Marcel Beekman is nieuw in deze regie, maar het is niet zijn eerste ‘Incoronazione’. In Wenen heeft hij al eerder de rol van Arnalta gezongen en in Salzburg Nutrice, maar nu is wel de eerste keer dat hij met Ted Huffman werkt. Een oude wens van beiden, net zoals dat ook het geval was bij de Reisopera. Al jaren probeerden Marcel Beekman en de operadirectie hun agenda’s op elkaar te laten aansluiten. Het lukte tot nu toe nooit. En opnieuw was het een dubbeltje op zijn kant.

Want terwijl hij in Enschede repeteerde, zong hij in Stuttgart een duivelsrol in de nieuwe opera van ‘Dora’ van Bernhard Lang. Op 5 april had hij première met Monteverdi en 8 april zong hij nog de laatste voorstelling van het moderne stuk van Lang. Het bewijst hoe Beekman zijn krachten weet te verdelen en hoe hij twee specialismen combineert: werk van de vroegste operacomponisten, zoals de zeventiende-eeuwer Monteverdi, en daarnaast stukken in eigentijds idioom.

Les op de muziekschool

Dat sluit aan bij hoe Marcel Beekman tegen zijn eigen opleiding en geschiedenis aankijkt. “Ik kwam uit een veilig en beschermd milieu uit Balkbrug, een dorpje op de grens van Overijssel en Drenthe. Ik ging naar de muziekschool, waar ik ontdekte dat ik graag zong en ging daarom op zangles. Vervolgens naar het conservatorium in Zwolle. Toen ik daarmee klaar was, werd ik lid van het Nederlands Kamerkoor. Dat was in de jaren dat Uwe Gronostay er vaste dirigent was. Ook dat was weer een behoorlijk beschermde omgeving, maar ik heb er veel geleerd. Ik ben er veertien jaar gebleven. Frans Brüggen en Reinbert de Leeuw waren regelmatig gastdirigent of het koor deed mee aan producties die zij leidden. Beiden waren grote specialisten, de ene op het terrein van Bach en de barok en de ander in het moderne repertoire. Van hen heb ik geleerd hoe je expressie onderscheidend kunt laten zijn zonder je techniek los te laten.”

“Ik vind het heel leuk om een vrouw te spelen. Want let op, het gaat in opera niet alleen om het zingen, acteren is even belangrijk.” Foto > Sara Wijzenbeek

“Wij gingen met het koor ook vaak op tournee. Collega’s lieten me zien hoe je je energie dan moet verdelen, rust moet nemen. Met Harry van der Kamp, die twintig jaar lid van het Nederlands Kamerkoor is geweest, Cappella Amsterdam heeft opgericht en ook het Gesualdo Consort, heb ik in kleine bezettingen van het Consort gezongen. Hij heeft me bijgebracht hoe je Monteverdi interpreteert en ook bijvoorbeeld Sweelinck. Pierre Audi, de leider van de Nationale Opera, zie ik eveneens als een leermeester. Hoe hij John Adams ‘Nixon in China’ programmeerde en de opera’s van Louis Andriessen opende mij de ogen. En toen ik later zelf in stukken van Louis mocht staan, voelde dat als een beloning.”

Zingen en acteren even belangrijk

“Platée geldt als mijn signature-rol. Ik doe hem eind volgende maand weer in Praag en dan wordt de voorstelling ook opgenomen voor tv. Maar wat ik deze voorstelling van de ‘Incoronazione’ mag doen, is zeker zo spannend. Ik vind het heel leuk om een vrouw te spelen. Want let op, het gaat in opera niet alleen om het zingen, acteren is even belangrijk. Vooral dat ik die beide voedsters mag combineren maakt het zo speciaal en zo uitdagend. Het mogen geen viswijven zijn en ze moeten allebei net anders zijn. Daarmee kan ik laten zien wat ik in huis heb. Voor de ene min probeer ik in de buurt te komen van Meryl Streep, de ander zet ik rondborstiger, wat schalkser neer. In de geest van Liza Minnelli.”

“De manier waarop regisseur Ted Huffman omgaat met de karakters in ‘Poppea’ raakt me. Te vaak is het een stuk van platte lust, gekonkel em decadentie. Natuurlijk blijft het passie en intrige, maar er niet dik opgelegd. Dat probeer ik met mijn voedsters ook. De rollen zijn geschreven voor hoge tenoren, haute contre, dus niet voor countertenors die falset zingen. Het moet met een borststem, tot boven de hoge C. Dat bereik heb ik. Vervolgens moet je luid en duidelijk zingen zodat ook de mevrouw op het tweede balkon, die zich met stadpaskorting een kaartje heeft kunnen permitteren, me goed verstaat. Voor dat publiek zing en speel ik.”

Claudio Monteverdi, L’incoronazione di Poppea. Nationale Reisopera met onder anderen Catherine Trottmann, Jake Arditti, Luciana Mancini, Jake Ingbar en Marcel Beekman. Cappella Mediterranea onder leiding van Mónica Pustilnik. Breda, Chassé Theater, 24 april 19.30 uur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *