gedicht door Herman Coenen •
Het mijne
Neus druipend van snot, door tranen verblinde ogen,
zo gauw het maar een beetje fris is buiten –
al dat gehannes. Maar na zoveel jaren weet je,
hier moet ik het mee doen,
dit lijf, dit ene
waarmee ik over de straatstenen fiets,
dat in de zachte zetel aan het tuinraam
zich zit op te warmen
en waaruit dan zomaar woorden
beginnen te vloeien, als een soort lieve snot,
van mij en niemand anders –
dierbaar lijf,
soms schitterend paleis met alle kroonluchters aan,
soms luchtkasteel wegzwevend met mijn hele boeltje,
soms zwaar als een baksteen uit dat wegdek
en zijn onverbiddelijke wind.
Van 30 januari tot en met 5 februari 2025 is het Poëzieweek. Het thema is dit jaar ‘lijfelijkheid’ en dat is sinds lang een favoriet aandachtsgebied van Herman Coenen, eerst aan de universiteit, tegelijk en daarna ook in zijn poëzie. Coenen (1946) is socioloog en oud-hoogleraar van de Universiteit voor Humanistiek (Utrecht) en woont in Tilburg. Hij publiceerde eerder gedichten en korte verhalen in literaire tijdschriften, op Brabant Cultureel, eigen bundels en op cd.
© Brabant Cultureel 2025
Leuk gedicht, zo dicht op de huid!
Mooi zoals jij de woorden aan elkaar rijgt… en herkenbaar😅