Glacial Fire heet de groepsexpositie in het Tilburgse kunstplatform PARK. Alle deelnemende kunstenaars hebben een passie voor gletsjerijs. In hun werk willen zij de schoonheid van die ijzige wereld tonen, maar tevens de kwetsbaarheid van de smeltende landschappen. De opwarming van de aarde lijkt immers onstuitbaar.
door Arnold Verplancke
Als je de lange gang naar de expositieruimte van PARK doorloopt, zie je rechts als eerste een ijzig landschap van Kevin Eason, een olieverfschilderij getiteld ‘Glacier Covered in Blankets’. Net als alle andere kunstenaars leverde Eason (1978), een Brit dit in Zwitserland woont, niet alleen beeldend werk, maar maakte hij ook een liefdesgedicht over het gletsjerijs. Daarin heeft hij het over de ‘geotextile blankets’ (Engels blijkt de voertaal in Park). ‘You melt toward nevermore. (…) You were once greater. Once you’re gone, so are we.’ Dit schilderij zet de toon. Het landschap ontvouwt zich in alle tinten wit, grijs en blauw en de verliefde maker voelt het ijs door zijn vingers wegsmelten.

Tien jaar als poolgids
Midden in de tentoonstellingsruimte eisen de bijna acht meter hoge textiele werken van Esther Kokmeijer (1977) alle aandacht. Zij heeft de tentoonstelling opgezet samen met PARK. Tien jaar werkte zij als fotograaf bij expedities en als poolgids zowel in het noordelijk als zuidelijk poolgebied. Het fragiele materiaal – met daarop de robuuste ijsformaties, belaagd door het wassende water – geeft van zichzelf al de kwetsbaarheid aan van dit samenspel.



Speciale aandacht verdient Angaangaq, een sjamaan, genezer en verteller uit de Inuitcultuur. Vijftig jaar geleden al kreeg hij van de stamoudsten de opdracht om de wereld te waarschuwen dat het ‘grote ijs’ van Groenland aan het smelten was. Dat heeft hij gedaan op allerlei klimaatconferenties, ook bij de Verenigde Naties als vertegenwoordiger van mensen uit het poolgebied. In een videofilm van Sven Nieder + Ice Wisdom zit hij bezwerend te zingen in een ongenaakbaar ijzig landschap terwijl het om hem heen sneeuwt. Een indrukwekkend beeld. Zijn moeder droeg hem op ‘het ijs te smelten in het hart van de mensheid’. Zijn bijdrage in de liefdesgedichten gaat daar ook over. De bezoekers krijgen ze mee in een klein pamflet.

Robert van Keppel (1965) onderzoekt in een serie doeken hoe de kleur van ijs gedurende een etmaal verandert onder invloed van licht en weerkaatsing. Hij gebruikt olieverf en marmergruis om tot een ruwe huid van de doeken te komen. Zes grote hangen aan de achterwand en laten verschillende kleuren blauw zien. Opgestapeld tegen de wand staan er enkele tientallen waarvan de kleurschakeringen lopen van wit, via groen, roze en blauw tot het nachtelijke diepzwart.

Kleurrijk zijn ook de ijslandschappen van Margriet van Weenen (1983) in ‘Ice Age Is Coming’. Zij is gefascineerd door de afwezigheid van de mens in de ruige ijswereld. Die speelde geen rol in de ijstijd van weleer en wellicht ook niet meer in de toekomst.

In een soort boekenkast laat Esther Kokmeijer bijna veertig wereldbollen zien in alle formaten. ‘Facing Antartica’ heet het en inderdaad, alle globes draaien hun blote billen naar de kijker en laten de Zuidpool zien, middenin de watervlakte eromheen.

Vierkante openingen
Bezoekers worden gewaarschuwd voor twee vierkante openingen in de vloer, laten we ze wakken noemen. Ik liep er aanvankelijk behoedzaam omheen in de veronderstelling dat de werklui na het weekend wel weer de buizen onder de vloer zouden gaan repareren. Maar kennelijk behoren ook die ondergrondse installaties tot de expositie. Bij de eerste kun je, als je aan de juiste kant staat, via een spiegel iets ijzigs zien. Bij de andere lukte mij dat echt niet, wellicht was de spiegel iets verschoven.
Al die toonbeelden van liefde voor het ijs, provoceerden mij wel tot de gewetensvraag of ik eigenlijk van ijs houd (consumptie-ijs niet meegerekend). Het antwoord luidt eerlijk nee. Ik kan niet eens schaatsen. Toen ik nog jong was, misschien niet eens de lagere-schoolleeftijd had bereikt, bond mijn moeder me van die ouderwetse schaatsjes (botjes) onder mijn schoenen. Op de dichtgevroren Zoeterwoudsesingel in mijn geboorteplaats Leiden maakte ik een paar bewegingen, ging onderuit en viel op mijn achterhoofd. Mijn eeuwige besluit stond vast: dat doen we dus nooit meer. Maar laat deze mineurtoon niemand weerhouden om Glacial Fire te gaan zien.

Groepsexpositie: Glacial Fire. Deelnemers: Angaangaq, Kevin Eason, Robbert van Keppel, Esther Kokmeijer, Margriet van Weenen, The Last Ice Project. PARK plaform for visual arts, Tilburg. Tot en met 2 maart 2025, te zien vrijdag, zaterdag, zondag van 13-17 uur.
Meer over beeldende kunst op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2025
maar evengoed mooi!