In Eindhoven wint Dmitri Sjostakovitsj van Frank Sinatra

column door Arnold Verplancke

Die wil ik niet missen. Onmiddellijk toen ik het nieuwe programma van het Muziekgebouw Eindhoven zag, wist ik het: kaartjes kopen. Evgeny Kissin en Gidon Kremer, twee wereldsterren uit de klassieke muziekwereld live te zien en te horen op fietsafstand, dat gebeurt geen tweede keer.

Vorige week was het dan zover. In een uitverkochte zaal stonden ze op het podium: de wereldberoemde pianist Kissin (1971) en violist Kremer (1947). Samen met cellist Gautier Capuçon (1981) en altviolist Maxim Rysanov (1978) speelden zij drie sonates die Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) speciaal voor elk van de drie instrumenten schreef. Evgeny Kissin speelde telkens de soms grillige pianopartijen.

Meer dan een feest der herkenning

Ik verwachtte een feest der herkenning. Niet dat de sonates zo bekend zijn, integendeel. Maar ik koester ze alle drie al heel lang op een dubbel-cd van zeker dertig jaar geleden. Daarop is zelfs de sonate voor viool en piano opus 134 vastgelegd in de allereerste uitvoering die violist David Oistrach en pianist Svjatoslav Richter daarvan in 1969 gaven op het conservatorium in Moskou. Maar het werd meer dan een feest der herkenning. De musici in Eindhoven verrasten met hun eigen subtiele interpretaties, accenten en vertragingen.

Gidon Kremer (l) en Evgeny Kissin.

Gidon Kremer die de lastige Vioolsonate in G opus 134 voor zijn rekening nam, begon heel ingetogen. Het publiek bleef muisstil luisteren naar de soms ongerijmde akkoorden van Sjostakovitsj. In dit werk experimenteerde hij met het twaalftoonsysteem van Schönberg en diens volgers. De eerdergenoemde legendarische violist David Oistrach was trouwens nog een van Kremers leermeesters.

Bij Gautier Capuçon wisselden weemoed en speelsheid elkaar af in de Cellosonate in d opus 40 uit 1934, waarmee het concert begon. Het laatste werk dat Sjostakovitsj nog voltooide toen hij vrijwel op sterven lag, was de Altvioolsonate in C opus 147. Het laatste deel daarvan, een adagio van maar liefst eenentwintig partituurpagina’s lang, schreef hij in twee dagen. Het is een ‘in memoriam Beethoven’ en laat herhaaldelijk duidelijk het thema van diens Mondscheinsonate doorklinken. Altist Maxim Rysanov sloot er samen met Kissin het concert mee af en oogstte een ovationeel applaus dat nog oplaaide toen de violist en cellist het viertal completeerden. Voor zover bekend is dit Eindhovense optreden het enige in de Benelux geweest.

Van links naar rechts: Maxim Rysanov, Gidon Kremer, Gautier Capuçon en Evgeny Kissin.

Frank Sinatra in Symphony

Twee dagen eerder was ik in dezelfde zaal getuige van een heel vriendelijke muzikale voorstelling ‘Sinatra in Symphony’. Ik noem dat niet om de twee muziekvormen te vergelijken, maar uitsluitend de bezettingsgraad van de grote zaal. Was Sjostakovitsj op woensdag uitverkocht, vorige week maandag zaten er niet veel meer dan honderd bezoekers op de 1250 stoelen, schat ik. Eén-nul voor de Rus dus. Dat zal Ol’Blue Eyes zelf nooit hebben gedacht. Waarschijnlijk zal de zaal zondagavond wel beter gevuld zijn geweest voor hetzelfde Sinatra-evenement.

Het concert werd uitgevoerd door een zeventigkoppig orkest met musici van het Eindhovense Jazz Orchestra en het Nijmeegs Studentenorkest. Dirk Bukkems uit Helmond trad op als dirigent. De overbekende tophits van Frankie Boy Sinatra werden gezongen door Sam Griffiths uit Engeland, Eva Christina uit Helmond en Stan Rotteveel uit Valkenswaard. Het klonk allemaal gezellig en warm. De begeleiding was soms wat schools, met wel lekkere uitschieters door de Eindhovense koperblazers. Vooral Sam Griffiths deed met zijn soepele stem en jongensachtige uiterlijk best aan zijn grote voorbeeld denken. De zaal zong zachtjes mee met ‘I did it my way’ en ‘New York, New York’.

Het Sinatra-concert met de drie zangers, (vlnr) Sam Griffiths, Eva Christina en Stan Rotteveel met rechts nog Dominic Seldis de presentator (bekend van tv-programma Maestro) die ook meezong in het slotlied. 

Deken van willekeur en onderdrukking

Om terug te komen op Sjostakovitsj, het is vijftig jaar geleden dat de Russische componist overleed en daarom zullen zijn werken dit jaar vaker klinken in de concertzalen in binnen- en buitenland. Boeken en artikelen over het leven van de componist kunnen inmiddels een boekenkast vullen. Hij werd geboren in Sint-Petersburg, dat daarna werd omgedoopt in het Russischer klinkende Petrograd en weer later in Leningrad, om nu opnieuw Sint-Petersburg te mogen heten. Dat laatste heeft Sjostakovitsj niet meer meegemaakt. Een beetje schimpend noemde hij het soms Sint-Leningrad, als een teken van verzet tegen de deken van willekeur en onderdrukking die onder Stalin over de toenmalige Sovjet-Unie hing.

Dmitri Sjostakovitsj, gesigneerde foto van omstreeks 1930.

De componist haalde zich jarenlang en herhaaldelijk het misnoegen en de afkeuring van hogerhand op de hals, tot aan die van de dictator zelf. Zijn muziek was niet patriottistisch genoeg, niet optimistisch, niet sociaal-realistisch. Onder Stalin kende men nog maar twee soorten componisten, is wel gezegd: zij die in angst leefden en zij die niet meer leefden. Sjostakovitsj was zo bang om ’s nachts opgehaald te worden voor gevangenis of strafkamp dat hij jarenlang een koffertje had klaarstaan bij de lift en hij met kleren aan sliep.

In veel van zijn werk klinken dan ook de emoties en angst door, zowel als gevolg van de dictatuur in zijn tijd als bijvoorbeeld van de Tweede Wereldoorlog. Zijn Achtste Symfonie in c opus 65, bijgenaamd Stalingrad, brengt de verschrikkingen bij het beleg van die stad in herinnering. Voor uitleg of interpretatie van zijn werk hoefde je overigens niet bij de componist aan te kloppen. Hij was een volstrekt gesloten man met een effen gezichtsuitdrukking, aldus dirigent Mariss Jansons. Wellicht ook een vorm van zelfbescherming.

PhilZuid speelt de Negende na Willem Tell en Barber

Werk van Sjostakovitsj is binnenkort ook te horen door PhilZuid, het orkest voor Noord-Brabant en Limburg. Dat speelt diens Negende Symfonie in Es opus 70 uit 1945 in Eindhoven (15 februari) en ’s-Hertogenbosch (16 februari). Ook die symfonie viel weer tegen bij de machthebbers in Moskou. Zij verwachtten na de overwinning op nazi-Duitsland een triomfantelijk en uitbundig werk over de heldendaden van het Sovjetleger. Dat viel tegen. Het orkest klonk soms vrolijk en soms weemoedig. De symfonie werd dan ook een paar jaar later in de ban gedaan en pas na de dood van Stalin weer vrijgegeven.

Het concert van PhilZuid begint overigens vrolijk met de Ouverture Willem Tell van Rossini en daarna klinkt het Vioolconcert van Barber, inclusief het populaire Adagio for Strings. Solist is dan de concertmeester van het orkest zelf: Lei Wang.

In Leipzig staat een grootse herdenking van het vijftigste sterfjaar van Sjostakovitsj op het programma met een compleet aan hem gewijd festival. Ik ga er eind mei heen. Daar zal de Zevende Symfonie in C opus 60 klinken, bijgenaamd Leningrad en deels nog in die stad geschreven tijdens het beleg in de oorlog. Onder leiding van Andris Nelsons spelen het Gewandhausorchester en het Boston Symphony Orchestra. Naast kamermuziek en liederen presenteert Leipzig ook de indertijd zo verguisde opera Lady Macbeth van Mtsensk van Sjostakovitsj met in de hoofdrol de Letse stersopraan Kristine Opolais.

Kristine Opolais

Voor de Zevende Symfonie hoeft u overigens niet Naar Leipzig. In Amsterdam speelt het Concertgebouworkest dit werk ook op 24 april. En Daniel Lozakovich voert binnenkort (1 februari) in het Concertgebouw al het Vioolconcert van Sjostakovitsj uit. En wie weet wat u nog meer ontdekt van deze componist als u de concertprogramma’s doorloopt in diens vijftigste sterfjaar.

Illustratie hierboven en voorpagina > Hans Lodewijkx

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *