Achtenveertig amateurfotografen uit de Bondsmeesterklasse van de Fotobond laten honderdtwintig foto’s zien bij Pennings Foundation, Eindhoven, in de expositie ‘I Talk in Pictures’. In hun wereld gelden zij als amateurfotografen die eruit springen. Toch is niet alles wat bij Pennings te zien is top. De stap naar hoger plan in amateurfotografie is niet zo gemakkelijk.
door Henk van Weert
Fotografie is een heel gemakkelijk toegankelijke kunstvorm. Je koopt een goede camera, een trits lenzen, je installeert Photoshop op je computer en je kunt beginnen. Een goede amateurfotograaf ben je dan bij lange na nog niet. Je moet veel in jezelf investeren wil je enig niveau bereiken. Workshops volgen, YouTube-tutorials bekijken, veel op pad gaan, veel mislukkingen incasseren, vallen en opstaan. Dikwijls word je lid van een fotoclub. Zodra je met afgrijzen naar je oude foto’s begint te kijken, ben je op de goede weg. Al bij al duurt het een paar jaar voordat je het niveau van vakantiefoto’s en kiekjes bent ontstegen en iets van een eigen signatuur ontwikkeld hebt.
Het vereist conceptueel denken
En dan? De meeste amateurs blijven in een categorie hangen. Ze worden een goede natuurfotograaf, een puike portretfotograaf, een straatfotograaf met een goed oog voor menselijk gedrag. Vaak kunnen ze zich technisch en inhoudelijk prima meten met profs uit hun zelfde categorie. Lastiger wordt het om de stap naar de artistieke fotografie te zetten. Dat vereist conceptueel denken. Eerst een artistiek plan uitwerken, dan pas de camera uit de tas halen om een volstrekt eigen beeld of serie beelden te maken. Kunstenaars leren dat tijdens hun opleiding. Zij weten hoe ze kunstzinnige beelden moeten maken die een verhaal vertellen. De foto is het middel, niet het doel.
Zulke vormen van pakkende conceptuele fotografie zijn best schaars op deze tentoonstelling ‘I Talk in Pictures’ van gearriveerde amateurfotografen. Het topstuk in dit opzicht is de serie ‘Tiempo de migrar’ (Tijd van emigreren) van Frans Artz. Hij bracht de verhuizing van een tangodanseres van Argentinië naar Spanje in beeld, met het accent op de emoties die met zo’n stap gepaard gaan. Mooie, expressieve sfeerbeelden, verpakt in een video.
Ook de twee foto’s van Els van der Kolk springen eruit. Haar beelden drukken het gevoel uit dat gepaard gaat met haar eigen slechthorendheid. Ze doen me denken aan de foto’s waarmee de bekende Reuselse fotografe Evely Duis haar migraine verbeeldt. Ook Willy Bomert zet de stap naar een hoger plan. Zij maakte een collage van pinhole-foto’s. Dat zijn, simpel gezegd, foto’s die met een camera zonder lens zijn gemaakt. Vooral haar kleuren hebben een hoge mate van eigenheid.
De ene keer zus, de andere keer zo
Er is veel straatfotografie te zien bij Pennings. De meeste beelden vallen tegen, zijn niet zo bijzonder. Het is vooral registrerende fotografie. Mensen op straat vastgelegd. De ene keer zus, de andere keer zo. De straatfotografie van Willem Wernsen onderscheidt zich wel. Hij maakt al vijftig jaar contrastrijke zwart-wit foto’s van mensen op straat. Ook het straatwerk van Marco Bastmeijer is van een hoger niveau. Hij fotografeert met veel gevoel voor licht en schaduw.
‘Intentional camera movement’ is een techniek die je de laatste jaren steeds meer tegenkomt, met name in landschaps- en natuurfotografie. Tijdens het afdrukken beweegt de fotograaf opzettelijk kort de camera naar links, rechts, boven of beneden. Dat levert wazige beelden op die met wat geluk en kunde heel sfeervol kunnen uitvallen. Jan Moes dwaalt vaak langs de rivier en maakt zo dromerige opnames van water, bomen en luchten. Theo Mastenbroek probeert sfeer en beweging vast te leggen. Hij roept ook vragen op: waar kijken we eigenlijk naar? Is dit een zeildoek dat een tunneltje binnen waait of toch iets anders?
Een van de blikvangers op de tentoonstelling is de enige foto die Ad Witte laat zien. Hij fotografeerde twee keer stengels met pluimen, waarbij hij de camera de ene keer horizontaal en de andere keer verticaal bewoog. Na samenvoeging ontstaat een dynamische en spannende foto.
Het zwart-wit domineert de expositie
De fotoserie is bij uitstek de vorm om een verhaal te vertellen. Janny Wierenga beschrijft in vijf foto’s het verhaal van de gestopte stalhouderij Kuipers. Een fraai voorbeeld van goede mensenfotografie. Haar serie in heldere kleuren behoort wel tot de minderheid in ‘I Talk in Pictures’. Het zwart-wit domineert de expositie. Waar de kiekjesmaker en de vakantiefotograaf de mooiste kleuren nastreven, kiezen veel gevorderde amateurfotografen juist voor zwart-wit beelden. Zwart-wit wordt ervaren als veel kunstzinniger. Zwart-wit is sfeer, herinnert aan de analoge tijd. Binnen dat zwart-wit ligt nog een wereld van schakeringen voor het grijpen: van vaag grijzig naar hard contrasterend donkerzwart en wit-wit.
Hoe wisselend van kwaliteit ook, de Fotobond laat met deze tentoonstelling zien wat er groeit en bloeit in de amateurfotografie. Dat het slechts een greep uit de werkelijkheid is, mag ook duidelijk zijn. Veel goede amateurs hebben niet de ambitie om tot de Bondsmeesterklasse door te dringen. Andere zijn geen lid van een club en dus ook geen lid van de Fotobond. De enige echte eredivisie van de amateurfotografie is dit niet. Er is nog genoeg ander, verborgen fraais te ontdekken.
‘I Talk in Pictures’, 48 amateurfotografen uit de Bondsmeesterklasse van de Fotobond, tot en met 11 januari 2025 bij Pennings Foundation in Eindhoven. De expositie is samengesteld door fotograaf Roel Visser.
Lees meer over fotografie op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2025
De titel I Talk In Pictures geeft aan dat het om verhalende fotografie gaat, jammer dat juist dit aspect in de recensie zo onderbelicht wordt.