Sandra Coelers schildert met kwastjes, noten en woorden

Column door JACE van de Ven  

Poëzie is het mooist als je er plotseling door overvallen wordt, dan is ze veel puurder en heftiger dan als je haar ontmoet nadat je tevoren besloten had om maar eens een gedicht te gaan lezen. Dat dacht ik, toen ik twee weken geleden naar huis liep na in de glasstudio van mijn buren een optreden te hebben gezien van Sandra Coelers.

Amazing Projects heet die glasstudio van mijn buren Mark en Caro. Ze maken glaskunst in allerlei technieken, van sierraden tot grafmonumenten, van glas in lood tot lichtobjecten. In hetzelfde pand werkt hun zoon Max met zijn Studio Glasrijk. Sinds kort zijn ze samen begonnen met een project dat ze ‘De Verbeelderij’ hebben genoemd. Elke acht weken komen andere kunstenaars dan zijzelf een weekend lang in hun ruimte aan de Noordstraat in Tilburg exposeren, exposities die met extra activiteiten worden gepresenteerd. Het komend jaar komen onder anderen Carla van Gisbergen, Huub Ragas, Martijn de Boer en Ro-Nalt Schrauwen aan bod.

Het weekend dat ik er binnen liep, was het de beurt aan Saskia Meyer en Sandra Coelers. Zij presenteerden voornamelijk gevoelig ogend werk, een soort van levensfragmenten, uit de herinnering geschilderd. Maar eigenlijk kwam ik daar niet om. Ik kende de naam Sandra Coelers van gezelschappen met Zuid-Amerikaans muziekrepertoire, La Flor Azul, Flor de Amor en Trio Nuevo. Hoewel…, kende? Ik had geen van die groepjes ooit zien optreden, noch wist ik dat Sandra ook eigen Nederlandstalige liederen zingt. Maar nu kon ik daar achter komen, want de korte expositie werd besloten met een optreden van haar.

Sandra Coelers

En dat viel niet tegen. Zoals gezegd, verraste de poëtische kracht van het optreden en het repertoire mij. Sandra Coelers brengt de elementen tot leven. Ze speelt op het podium met water, zand en lucht en voegt daar haar eigen innerlijke vuur aan toe. ‘Vurig en bevlogen van liefde voor het leven, de natuur en de mensen’, las ik ergens waar het ging over een concert van haar dat ‘Tierra’ heet en dat is treffend gezegd. En dat doet ze al meer dan twintig jaar, vaak in Tilburg, waar ik woon. Dom dat ik nog nooit was gaan luisteren.

Hoogtepunt van haar optreden was overigens geen tekst van Sandra zelf, maar een gedicht van Wisława Szymborska, misschien wel de grootste eigentijdse dichter ter wereld. En dat ook al decennia lang. ‘Water’ heette het. Sandra Coelers presenteerde het gedicht met precies die ogenschijnlijk terloopsheid waarmee Szymborska de wereld beschrijft. Op speelse wijze raakt zij alles aan wat er aangeraakt kan worden, een zich verwonderend kind legt, zonder het ogenschijnlijk zelf te beseffen, de kern van de zaak bloot. Op een manier die wetenschap niet aankan.

Sandra Coelers > In de armen van de tijd • olieverf • 40 x 50 cm

Sandra Coelers heeft iets met water. Ze heeft al heel vaak gedacht om uit Tilburg te verhuizen om ergens aan de rand van een groot water te gaan wonen. Ze is ook geen Tilburgse, maar bleef in die stad hangen na haar studie tekenen en schilderen aan het Moller Instituut. Na die studie werd ze gegrepen door de muziek, door het vuur in de Argentijnse muziek. Ze begon gitaarspelen te studeren als een bezetene en volgde zanglessen bij Edward Hoepelman. Samen met Marjolein Kempen (fluiten) en Marlon van Mook (contrabas) treedt zij nog op als Flor de Amor met Zuid-Amerikaanse muziek en maakte een paar cd’s met hen. Maar daarnaast kwamen er steeds meer eigen liedjes, met eigen muziek en dat resulteerde alweer enige jaren geleden in de cd ‘Wachten op mij’.

Sandra Coelers > Wachten op mij

Net als bij Szymborska, maar dan op haar eigen bescheiden wijze, zijn het bij Coelers de beelden die treffen. Als ze zich niet uitdrukt met verf en kwastjes, schildert ze in feite nog. Maar dan met muziek en woorden, altijd zoekend naar de essentie, naar een weergave van haar gevoelens die klopt. Pas dan wil ze de stilte doorbreken. Zoals gezegd kwam dat bij mij over als pure poëzie en dat is het ook.

Zo, dat was Sandra Coelers. Daarna zou ik eindelijk weer eens naar mijn idool Nadine Sierra gaan, dit keer in het Concertgebouw, maar evenals dit voorjaar in Dortmund had zij op het laatste moment afgezegd. In het voorjaar kwam ik erachter dat ze in Tokyo had opgetreden, nu zag ik dat ze een dag voor het concert in Amsterdam met Andrea Boccelli zong in Madison Square Garden. Kun je met mijn Nadine niks afspreken of strooien instituten met namen waar ze nog helemaal geen vast contract mee hebben? Ik weet het niet. Ik moest het in Amsterdam nu doen met Julie Fuchs, een prima sopraan die je voor alles een negen zou geven, maar die de aanwezigheid van een Nadine Sierra mist. Wie dat wel had: de zus van dirigent Lorenzo Viotti die aan het eind van het concert even mocht meedoen en die door hem werd aangekondigd als Alejandra Viotti, terwijl ze op het internet toch echt Marina Viotti heet. Zij zingt opera en heavy metal. En dat straalde ze ook uit. Opeens gebeurde er iets op het podium. Onthoud Marina Viotti.

Marina Viotti

En toen werd het Kerstmis. Geeuw, gaap, zucht. In het holst van de kerstnacht kwam ik bij het zappen op de televisie in een nachtmis terecht die al bijna ten einde was. Hij bleek uit de Sint-Joriskerk in Eindhoven te komen. Langs die neogotische kerk uit 1884 ben ik vaak gefietst, maar er nooit in geweest. Nu zag ik dat ze nog fraai intact was. En dat ze, zoals alle katholieke kerken, voornamelijk bevolkt werd door grijze kruinen. Daar hadden ze ook een koor van, bestaande uit nauwelijks meer dan tien van die ouwen-van-dagen. Maar zingen! Bij elke inzet dacht ik: dit gaan ze niet halen. Dat is teveel gevraagd als je dik over de zeventig bent, maar telkens sloegen de grauwkleurige zangers, vooral de sopranen, zich heel behoorlijk door de muzikale opgaves. Chapeau! Of zo u wilt: Mijter!

Dit kleine koor deed me denken aan de katholieke kerk zelf, al decennia op sterven na dood in Nederland, maar weigeren te bezwijken. Het bracht me in gedachten terug naar YouTube waarop ik onlangs de documentaire ‘Bomans in Triplo’ uit 1971 nog eens bekeek. Godfried Bomans bezoekt daarbij zijn oudere zus en jongere broer die beiden voor een leven in het klooster hebben gekozen. Hun gesprekken over het hoe en waarom van hun keuze zijn nog steeds interessant. Ook peinst Godfried samen met zijn broer over hoe lang de toen ook al in crisis verkerende kerk het nog zou redden. Als ik me goed herinner denken ze beiden: een jaar of twintig.

Nu zijn we meer dan vijftig jaar verder, de wagen piept en kraakt, maar hij hobbelt nog steeds verder. Telkens denk je: die grijze hoofden moeten onderhand toch allemaal dood zijn, maar kennelijk weet men hier en ginder telkens weer nieuwe grijze hoofden te binnen te halen en, zoals in Eindhoven, verrassend helder te laten zingen. Onthouden: Sandra Coelers en Marina Viotti en Nadine Sierra natuurlijk, maar dat laatste wist u al van me.

Beeld voorzijde: Sandra Coelers > In hemelsblauwe waterspiegel • olieverf • 40 x 50 cm

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *