Op 29 juli 1978 vertrekt de dan zeventienjarige Mario Molegraaf vanuit Waalwijk naar Kloetinge en blijft drieëntwintig jaar lang in de nabijheid van Hans Warren, tot diens overlijden in 2001. Ze leven samen en drijven een boekenfabriekje. Nu, drieëntwintig jaar later verschijnt de biografie van Hans Warren, ‘Opperhuidmens’, geschreven door Molegraaf. Een interview met de biograaf.
door Hein van Kemenade
Heet van de naald is het nieuws in de biografie van Hans Warren niet. Mario Molegraaf (1960) heeft er lang over kunnen wikken en wegen. Een belangrijke onthulling in deze biografie, namelijk dat de recensies in de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant) niet allemaal door Hans Warren (1921-2001) zelf geschreven zijn, lekte dit voorjaar al uit en leidde tot lichte commotie. Ook enige geheimen die de gepubliceerde uitgave van de Geheime dagboeken niet hadden gehaald, worden onthuld. De betrokken personen zijn nu grotendeels overleden. Wat Molegraaf gedaan heeft, is een compleet beeld schetsen van het leven en werk van dichter en dagboekschrijver Hans Warren. Op basis van archiefonderzoek en eigen ervaring.
Deze biografie Opperhuidmens is alles behalve standaard. Blijft er na publicatie van de dagboeken nog wel wat voor de biograaf over om te vertellen?
“Hans Warren heeft zijn leven zelf uitvoerig beschreven. Hij is voor mij als biograaf een enorme concurrent. Toch bleef er een heleboel over om te vertellen over zijn voorgeschiedenis voordat ik hem kende, over zijn afkomst en het leven op Zuid-Beveland. En alle achtergronden waarvan ik niets wist toen ik hem leerde kennen. En hoe hij zijn autobiografie heeft aangepakt.”
“Hans Warren was een arrangeur tot en met. Geen gedicht en geen dagboekaantekening ontsnapten aan zijn geregel. Een rode draad in de biografie is om de verschillen te laten zien tussen de oerversie en wat er gepubliceerd is. Ik schrijf juist over die verschillen. Daar vind je de echte Hans Warren. Om mensen te sparen zijn in de dagboeken personages weggewerkt en heeft Warren voorvallen laten verdwijnen. Een paar grote geheimen heb ik nu onthuld. Ik ben me daar heel erg van bewust geweest. Het is geen biografie als alle andere en ik heb geprobeerd er een te schrijven waar geen speld tussen te krijgen is. Echt ieder geheim nagetrokken tot ieder spoor van zijn leven gekend is.”
“Hans zou niet blij geweest zijn met dit boek. Ongeveer iedere jongen in Borssele werd door hem achtervolgd en bejaagd en sommigen van die jongens heeft hij ook beschermd. In het gepubliceerde dagboek zijn alle namen veranderd. Hij was ook een enorme verbrander van documenten. Ergens In zijn dagboek schrijft Warren: ‘Als Mario weg is verbrand ik spullen die met mijn vader te maken hebben gehad.’ Die heb ik met veel moeite opgedoken in archieven. In de biografie wordt onthuld, wat hij verborgen wilde houden.”
Ben je als partner en mederedacteur ook medeauteur van de gepubliceerde dagboeken?
“Dat is wel veel gezegd. Zijn dagboeken heeft hij op eigen kracht geschreven. Vanaf ’81 vond de publicatie plaats. Een klein deel postuum. Dat heb ik in zijn geest gedaan. Ik wist hoe hij dat aanpakte. Zijn dagboek was zijn hoogstpersoonlijke aangelegenheid. Ik wist er natuurlijk van. Het dagboek beslaat vijfenzeventig hele dikke cahiers. Dat is tien keer uitgebreider dan het gepubliceerde. Schrijven is iets anders dan het redigeren. Andere namen, hier en daar camoufleren, maar onze werkzaamheden betroffen vooral de leesbaarheid. Of je een zin bijvoorbeeld niet moet omgooien. De dagboeken waren zijn eigen verantwoordelijkheid.”
Jullie hebben drieëntwintig jaar samengeleefd en samen gewerkt. Dan kun je toch niet meer objectief zijn.
“Wie Hans Warren echt was, was al bepaald voordat ik op het toneel verscheen. Het zijn dus geen memoires, niet op mijn herinneringen gebaseerde verhalen, maar een biografie die gebaseerd is op onderzoek van documenten. Ik heb tijdens het werken aan deze biografie een heel andere Hans Warren ontmoet dan die ik kende tijdens zijn leven. Zijn voorgeslacht ben ik gaan uitzoeken zowel van vaders- als van moederszijde. Dit omdat hij zich afvroeg of hij een Warren was (naar vaders kant) en dat vond hij niet zo leuk, of een Mennes (moeders familie). Dan was hij misschien wel van adel en artistiek. Ze hadden orgels gemaakt.”
“Hij is tot het eind toe met zijn ouders bezig geweest. Wie waren zijn vader en zijn moeder? Op dat moment ben ik een objectieve biograaf. Zij zijn voor mij onbekende mensen, want ze waren al lang overleden voor mijn komst. Ik heb ze vlees en bloed kunnen geven. Moeder Warren was tot haar huwelijk onderwijzeres geweest. Toen zij trouwde moest ze haar werk opgeven. Vanaf 1919 tot haar dood in 1951 heeft zij niet gewerkt. In archieven is er dan niets meer te vinden. Hij was heel erg gesteld op zijn moeder. Als zijn moeder iets gemeens tegen hem deed, greep zijn vader in. Hij vroeg zich af of zijn bewondering voor zijn moeder niet verkeerd geweest was. Het is een worsteling geweest. Was zijn vader wel zo’n onbenul?”
“Ik zie ook verandering in zijn houding. Bijvoorbeeld over het gedrag van zijn vader in de oorlog. In de biografie staat heel duidelijk omschreven wat zijn vader in de oorlog heeft gedaan. Het is voor Hans Warren altijd een bijzonder pijnlijk onderwerp geweest dat er nu nog op Zuid-Beveland gezegd wordt dat zijn vader fout was in de oorlog. Als een detective heb ik gereconstrueerd wat er precies gebeurd is. Zijn vader was zijn reputatie en zijn baan en geld kwijtgeraakt. Hij werd zijn huis uitgezet. Dat bleek achteraf erg onrechtvaardig te zijn. Ik herinner me nog de dag dat ik de papieren kreeg van het Nationaal Archief. Er was in Borssele een agent die een conflict met hem had. Piet Warren had zich dom gedragen. Dat was al ver voor de oorlog begonnen. Eigenlijk was het een dorpstwist: wie was de baas in Borssele, burgemeester Bax of dijkbaas Piet Warren.”
“In 1938 bij de oorlogsdreiging had Piet Warren dingen gemaakt voor de luchtverdediging. Er kwam een delegatie uit Den Haag naar zijn lampjes en karretjes kijken. De burgemeester werd jaloers, omdat hij zich gepasseerd voelde. Dat heb ik kunnen reconstrueren. Ik denk dat er veel over zijn vader in de biografie staat wat Hans Warren zelf niet geweten heeft. In het proces verbaal is letterlijk opgenomen dat Piet Warren eind 1944 geïnterneerd geweest is en pas in februari 1948 voor een tribunaal moest verschijnen. Het enige bewijs is een bekentenis van de verdachte zelf, dat is bijzonder mager. Hij was lid geweest van het Technisch Gilde en van de Nederlandsche Volksdienst, geen NSB’er dus. Saillant detail is dat burgemeester Bax zich na de oorlog ook heeft moeten verantwoorden.”
Was er sprake van rehabilitatie?
“Ja, maar niet officieel. Tijdens de ramp van 1953 werden zijn werk en zijn kennis zeer gewaardeerd. Al ver voor de oorlog had Piet Warren de dijk bij Borssele flink laten verhogen. De Schelde is daar op zijn diepst. Wanneer de dijk daar doorgebroken zou zijn, was heel Zuid-Beveland in no time onder water gelopen en waren er veel meer doden gevallen. Tijdens de watersnood werd hij meteen ingeschakeld om nieuwe dijkwerken te ontwerpen en bouwen. Dat zie ik toch wel als de hoogste vorm van rehabilitatie, al is het niet met zoveel woorden gezegd.”
“Hans Warren heeft zijn best willen doen om ook mee te helpen. Hij was als een van de eersten paraat, maar erg praktisch was hij niet. Hij heeft wel lekker eten voor zijn vader gemaakt. Wat hij verder heeft willen doen, was onmiddellijk een dichtbundel uitgeven waarvan de opbrengst ten goede zou komen aan de slachtoffers van de ramp. De gedichten gingen niet over de overstroming, maar over het overlijden van zijn moeder.”
Hans Warren is geboren in Borssele in een huis boven op de Zeedijk, met uitzicht over de Schelde en het zeegat aan de ene kant en de polder aan de andere kant. Vlak bij de Kaloot (een strand bij Borssele; red.), die in die tijd nog ongeschonden was. Op welke manier heeft dit invloed gehad op zijn leven?
“Midden op de dijk stond het huis. Dat stond op een prachtige plaats. Hans Warren heeft veel gewandeld langs het water, op weg naar de Kaloot. Dit is allesbeslissend geweest voor hem. Zijn geboortegrond was en is een van de mooiste plekken op aarde. Er is nu bij de kerncentrale nog een beetje Kaloot over. De rest is verwoest. Het waren zulke belangrijke natuurgebieden. Hans Warren was ongemerkt gegroeid in de kennis van de natuur en begonnen als natuurschrijver. Het heeft hem gevormd. Heel zijn leven, zijn houding is hierdoor bepaald. Hij bleef somber over wat de natuur is aangedaan.”
“Waarom stond het huis daar? Dan kon de dijkbaas de weersomstandigheden beter in de gaten houden. En ervoor zorgen dat de dijk zo goed mogelijk beschermd werd, was ook in zijn eigen belang. Hans Warren is heel zijn leven terug geweest naar dat huis, zolang het er nog stond. Zee voor en polder achter. Het is gesloopt voor de dijkverhogingen in het Deltaplan. Ik heb erover gedacht om het geboortehuis op het omslag te zetten.”
Zijn debuut Pastorale bevat liefdesgedichten en geen natuurbeschrijvingen. Hoe kwam dat?
“De bundel is een bijzondere combinatie van een aantal natuurgedichten en ontmoetingen met geliefden is de natuur. Het is niet te achterhalen voor wie die liefdesgedichten bestemd waren. Zijn eerste grote liefde was Maria de Roo. Daartussendoor staan allerlei liefdebetuigingen aan jongens. Je kunt niet uitmaken voor wie het bedoeld is. Pastorale is in 1946 verschenen. In feite tussen 1942 en 1944 geschreven. De jongens staan dan nog een beetje op de achtergrond en pas later ontmoet hij ze in het geheim. De eerste openlijke homo die hij zag, was in 1945. In de oorlogsjaren kon hij geen wijs uit zijn gevoel, vooral ook omdat er tegelijkertijd de liefde voor Maria speelde. In de gedichten is het soms onduidelijk of het over een jongen of een meisje gaat. Er zijn gedichten waarin een zij optreedt die als hij omschreven is. Hij of zij wordt later een jij. Het is een ingewikkelde kwestie. Hans Warren heeft zijn gedichten nog meer gearrangeerd dan zijn dagboeken. Je kunt het niet echt achterhalen.”
“Hij was een van de eersten die met homo-erotische liefde naar buiten trad. Dit is natuurlijk voor de hele goede verstaander. Een van de meest treurige dingen vind ik het volgende. Zijn redacteur Ad den Besten was christen en een goede lezer, die zag waar die gedichten over gingen, maar vond dat dit niet publicabel was. Dat zou op enorme problemen stuiten. Hans Warren stond voor de keus eerlijk zijn of verhuld te spreken. Hij heeft ervoor gekozen om zich te laten zien zoals hij was. Hij is dapper geweest. Hij liep in het begin van de jaren vijftig helemaal vooruit op de tijdgeest.”
“In 1975 verscheen de bundel ’t Zelve anders. Het is een commentaar op de gedichten uit de bundel Pastorale. Voor een biograaf is dit een geweldige uitdaging. Links staan de gedichten uit 1946. En rechts een afstandelijk, ironisch en bijna sarcastisch commentaar daarop. Toen kon Hans Warren zich wel blootgeven. Toen was hij een merkwaardige spannende en bijzondere dichter. Voor de biograaf is dit dé dichtbundel van Hans Warren.”
Zijn passie voor jonge jongens blijft, ondanks een huwelijk, wat in 1975 op een scheiding uitloopt.
“Jaartallen zijn toch misleidend. Een van de wonderen van Hans Warren is dat hij getrouwd was met Helen. Een heel bijzondere vrouw. In het begin van het huwelijk in Parijs bestond een enorme vrijheid. De Arabische jongens gingen niet alleen naar Hans, ook naar Helen. Hans is in die tijd ook enorm geschrokken. In 1954 was er een poging tot moord op hem door een zekere Rabah (Rehioui in het Geheim dagboek). Warren kon ontsnappen door het raam. Het heeft hem getekend, en de wilde jaren waren voorbij. Hans Warren is naar Borssele gevlucht, in zijn schulp gekropen, in het huwelijk opgegaan.”
“In 1968 was er een nieuwe ontmoeting met Taieb. Toen, zeven jaar voor 1975 is er een wederopstanding geweest. Een nieuwe vrijmoedige homodichter stond op. Heel vreemd hoe dat naast elkaar kon bestaan met een huwelijk. Heel veel van zijn liefdes voor jongens zijn een kwestie van dromen en dichten, even eerst bewonderen en helemaal verpletterd zijn, vervolgens afwijzen. Met mij is dat anders gegaan, het werd een bestendige verhouding met alle voor- en nadelen van dien. Ik vind het wel heel jammer dat de dichter na 1978 niet veel meer heeft gezegd. De verklaring is duidelijk. Hans Warren was een dichter van verliefdheid en dat betekent gedichten schrijven. Na een paar weken gaan de haren in de douche je tegenstaan.”
Warrens gedicht ‘Wat liefde is’ was voor Mario Molegraaf aanleiding om naar Hans Warren toe te gaan:
Wat liefde is?
Ik weet het nog steeds niet.
Ik ben bij jou, honderden kilometers
van je vandaan. Ik vind je stoppels
in mijn scheergerei, en je geur
hangt in mijn bed.
Wanneer je bij me bent
word ik wanhopig, verlang ik
naar je vertrek.
Als heel de kamer naar je zweet ruikt
ben ik dronken van geluk, maar ik lucht
tot vrieskou als je weg bent
en huil in het kuiltje waar je lag.
Ik zie je heftige neusvleugels,
je kreunt en steunt en vloekt
en slurpt en morst, en ik ben idolaat.
Wat liefde is?
Ik weet het niet, na vier jaar, met jou, zonder jou,
maar ik geloof dat ik van je hou.
“Het gedicht gaat over een voorganger van mij, Giovanni Nurchi uit Sardinië. Ik heb kunnen achterhalen dat hij inmiddels is gestorven. Ik vind het nog steeds een bijzonder gedicht. Wat een uitdaging was voor mij als jongen die regel ‘Ik vind je stoppels in mijn scheergerei’. Toen ging er een knop bij mij om en ik besefte ineens: de geliefde moet dus een man, een jongen zijn! Misschien waren het deze regels die mij richting Kloetinge hebben gedreven. Hij was bijna veertig jaar ouder. Heel vreemd dat ik het initiatief nam en de vaart erin hield. Al vrij snel had het mis kunnen gaan, aanvaringen en verwijderingen. Maar onze liefde heeft standgehouden, met dit boek als laatste bewijs.”
Mario Molegraaf, Opperhuidmens. De biografie van Hans Warren. Amsterdam: Prometheus 2024, 696 pp., ISBN 9789044654578, hb., € 49,99.
Lees meer over literatuur op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024