‘Brabants boekske 2023’ weerspiegelt het ontstaan van hedendaags dialect

Bijna was het ‘Brabants boekske’, een bundel verhalen in dialect, na zeventien edities ter ziele gegaan. Redacteur Cor Swanenberg, tachtig inmiddels, vond het mooi geweest. En de financiering van deel achttien leek bovendien ook een probleem. Gelukkig gooide op het laatste moment een West-Brabantse uitgever een reddingsboei uit.

door Emmanuel Naaijkens

CDA Kamerlid Inge van Dijk stelde onlangs samen met haar collega en partijgenoot Mustafa Amhaouch vragen aan de regering over het behoud en de bescherming van het Limburgs dialect. Ze wijst er onder meer op dat het ‘Comité van Experts van de Raad van Europa’ heeft vastgesteld dat ‘Den Haag’ daar te weinig oog voor heeft. Het Limburgs verdient erkenning als taal en dat zou zelfs wettelijk verankerd moeten worden.

Deze oproep van Van Dijk is opmerkelijk. Zij is namelijk geboren in Helmond en tegenwoordig woonachtig in Gemert. Ze heeft dus Brabantse roots, maar vergelijkbare Kamervragen over het Brabants dialect heeft zij nog niet afgevuurd op de regering. En dat zegt eigenlijk alles over het verschil in positie van het Limburgs en het Brabants. De bekende Vlaamse uitdrukking ‘taal is gans het volk’ gaat meer op voor het Limburgs dan voor ons eigen dialect. Limburger Ton Vallen (1946-2011), hoogleraar in onder andere meertaligheid in de Universiteit van Tilburg, legde me eens uit dat Limburgs op alle maatschappelijke niveaus wordt gesproken. Door de tuinman evengoed als door de gouverneur (commissaris van de koning). In Noord-Brabant daartegen was en is het spreken in je ‘moerstaal’ in hogere kringen ongepast, uitgezonderd met carnaval.

Wortels

Er zijn meer streken in Nederland waar het dialect nog stevige wortels heeft in de lokale samenleving. In Friesland uiteraard, maar ook in Oost-Nederland, waar in de Achterhoek, Twente en Salland varianten van het Nedersaksisch wordt gesproken. Sinds enkele jaren trouwens ook een erkende taal. Als je de taalgenootschappen aldaar mag geloven, bloeit het dialect in deze streken als nooit tevoren. In de Achterhoek zijn er bijvoorbeeld tal van scholen waar lessen in en over het dialect worden gegeven.

Daar kunnen degenen die zich in Noord-Brabant sterk maken voor het dialect alleen maar van dromen. Hier denkt men in het onderwijs nog dat dialectspreken een goede ontwikkeling van de Nederlandse taal in de weg staat. Bovengenoemde professor Vallen bestreed dat en was van mening dat het omgekeerde het geval is. Met dialect krijg je een goed taalgevoel.

Swanenberg

Het is tekenend voor de huidige positie van het dialect in Noord-Brabant dat het er even naar uitzag dat deel achttien van het Brabants boekske er niet zou komen. Jarenlang was Cor Swanenberg de bevlogen redacteur van deze verhalenbundel in dialect, maar inmiddels tachtig jaar oud vond deze eminence grise van het Brabants dialect het mooi geweest.

Cor Swanenberg. Beeld > YouTube

En misschien zal bij dat besluit ook iets van teleurstelling een rol hebben gespeeld, omdat het dialect in onze contreien aan populariteit heeft verloren. Nog maar enkele decennia geleden trokken zangers die in het dialect zongen en schrijvers die in het dialect hun verhalen voorlazen, volle zalen. De kranten schreven erover en Omroep Brabant had een eigen programma. Maar de regionale media laten dialectevenementen, voor zover daar nog een publiek voor is, tegenwoordig links liggen.

Dat ook de financiering van het Brabants boekske (‘buukske’ zeggen we in het hart van Brabant) dit jaar een probleem was, waardoor de uitgave van deel achttien lange tijd op losse schroeven stond, is ook veelzeggend. In het voorwoord van de verhalenbundel schrijven de redacteuren Jan Luysterburg en Yoïn van Spijk dat zij tot tweemaal toe tevergeefs bij het Prins Bernhard Cultuurfonds in ’s-Hertogenbosch aanklopten. Een aanbeveling door de Commissaris van de Koning Ina Adema bleek niet voldoende.

Willem Ivenprijs

Gelukkig werd er in het West-Brabantse een uitgever gevonden. Minerve Pers in Halsteren bood aan garant te staan voor de betaling van de drukkosten. Als het Brabants boekske ten onder was gegaan, zou dat ook het einde hebben betekend van de Willem Ivenprijs. Elk jaar wordt een verhaal uit de bundel bekroond met de prijs die is vernoemd naar de legendarische dialectzanger en verteller Willem Iven (1933-2009). In de editie van 2023, met als thema ‘k Zal oe zegge wie ik ben’, viel Mientje Wever uit Boxmeer met het verhaal ’n Vrèèmde naam die eer toe. De jury zal voor haar hebben gekozen omdat zij een van de weinige auteurs is die in een notendop een aangrijpende geschiedenis vertelt. Vaak zoeken dialectschrijvers, ook in deze bundel, hun inspiratie in grappige gebeurtenissen.

Wethouder Thijs van Kessel van de gemeente Oss overhandigt het beeldje dat hoort bij de Willem Ivenprijs aan Mientje Wever uit Boxmeer. Ze won de prijs voor haar verhaal “’n Vrèèmde naam” over een kind dat geadopteerd is.

Jos Swanenberg, hoogleraar Diversiteit in Taal en Cultuur aan de Universiteit van Tilburg en daarnaast onderzoeker bij het Meertens Instituut, is net als zijn vader een pleitbezorger van het Brabants dialect. Hij is niet somber over het voortbestaan ervan, als we maar oog hebben voor het feit dat taal, en dus ook dialect, niet in beton is gegoten en meebeweegt met maatschappelijke ontwikkelingen.

Regiolect

Dialecten zijn minder plaatsgebonden, groeien uit tot regiolecten en bestrijken dus een groter gebied. Dat is ook te zien aan het Brabants boekske. Als inwoner van Hilvarenbeek kost het minder moeite om verhalen uit het oosten of westen van Brabant te lezen. Het valt wel op dat de auteurs steeds minder oude dialectwoorden gebruiken, zoals frêêt (Hilvarenbeek) of friit (Valkenswaard) wat trots betekent.

Het Brabants mag dan veralgemeniseren en voor jonge generaties vooral een kwestie van accent zijn, daar staat tegenover dat het voor veel inwoners nog altijd een uiting is van hun identiteit. En dat is niet voorbehouden aan oorspronkelijke Brabanders. Ook nieuwkomers met een andere culturele achtergrond voelen zich ermee verbonden. Ga maar eens luisteren op een schoolplein waar kinderen spelen wier ouders uit alle streken van de wereld komen. Positief is ook dat Brabanders die als presentator of verslaggever in Hilversum bij radio en tv gaan werken, niet langer naar een logopedist worden verwezen vanwege een vermeend spraakgebrek!

Jan Luysterburg & Yoïn van Spijk (red.), Ik zal oe zeggen wie ik ben. Brabants boekse 2023. Halsteren: Minerve Pers 2023, 112 pp. ISBN 9789 0903 69334, € 18,00. Vormgeving: Marja van Trier. Illustraties: Iris Bongers. Te koop of te bestellen bij de lokale boekhandel.

Tijdschrift Brabants
Wie graag op de hoogte wil blijven van alles wat met dialect heeft te maken, kan zich abonneren op Brabants, een kleurenmagazine dat elk kwartaal verschijnt. In het jongste nummer onder meer bijdragen van Ed Schilders, Cor en Jos Swanenberg, Jan Luysterburg, Jacques van Gerven en Harold van der Burgt. En ook een interview met actrice en zangeres Maartje van de Wetering, opgegroeid in Vinkel en tegenwoordig woonachtig in Hilversum. Zij speelt de hoofdrol in ‘Komt een vrouw bij de dokter’ naar het gelijknamige boek van Kluun. Deze theatervoorstelling is te zien in Bergen op Zoom (18 maart), Waalwijk (26 maart), Tilburg (28 maart), Uden (2 mei) en Veghel (5 mei).
Een abonnement op Brabants kost € 24,50 per jaar. Aanmelden kan via www.stichtingbrabants.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
Nieuw boek Cor Swanenberg over dialect: Brabantse humor is vooral zelfspot

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (2)

  1. Rina Michielsen schreef:

    ’t Brabaants ies ’n schwoone taol

  2. Henk van Aert schreef:

    ‘k Zijn van Altere gebortig. D’eeste 5 jaor van m’n leve leerde en gebrùìkten ik dialect. ’t Waar ’n bietje dubbelt. Oons vaoder waar ok gebortig van Altere, mar oons moeder waar van Wouw. En za’k wel wà van bije meegekregen emme. Toen ‘k 5 waar gieng ‘k pas naor de kakschool. Oons moeder aar dà goed bekeke, vin ‘k nog altij. ,,Ge kun nie laank genog kind zijn, von ze.” Mar toen kwaam ‘k onder d’hoeje van ’n non, Sur Marie Martini. Die kwaam vor mijn uit ’n aander laand. Ze sprook ’n glad aandere taol. Man toch, waar dà effe wenne! Mar aonpassen is overleve! En dad emme me dan ok gedaon. Mar wà’k tegesworig zo leutig vin, à’k in de SUPER bodschappe doen: DAN HOOR IK TOCH NOG HEEL WÀ MENSE DIEJELEKT PRAOTE. En dan dèènk ‘k : ziede wel dà diejelekt ’n volwaordige taol is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *