Voor wie blij is gaat bij Astrid Lampe de wereld open

In de dichtbundel Tulpenwodka biedt Astrid Lampe een enerverende leeservaring. Woorden en zinnen buitelen over elkaar heen en de actualiteit is nooit ver weg. Het kan hermetisch lijken, maar bij goed lezen staat er gewoon wat er staat. Soms verhalend, dan weer associatief. Er zijn betekenisvolle herhalingen, spiegelingen, en volop enjambementen. Lampe spreekt soms over ervaringen, dan zijn het weer observaties of meningen en standpunten die worden verkondigd.

door Hein van Kemenade

Tulpenwodka is een bundel met meerdere lagen. Woorden als ‘pandemie’, ‘corona’, ‘mondkapjes’ ‘intelligente lockdown’ en een ‘virus dat viraal gaat’ duiden op een recent verleden dat we eigenlijk liever snel vergeten. Maar al in de eerste strofen slaat Astrid Lampe een andere toon aan:
‘de kolenmijn nu waterberging / het cultuurlandschap volkomen kaal / de kanarie // verkast verkist opgekrast / verkast verkist opgekrast // een nachtegaal zingt / doet wat-ie moet doen.’
Dan hoor ik Nescio.

Astrid Lampe. Foto > Koos Breukel | Querido

Gaia

Dieren, of het nu vogels zijn, beren, panters, slangen, insecten of nijlpaarden, spelen een rol. Het aanroepen van Gaia, moeder aarde, duidt op zorg voor de leefomgeving. Dat gloort door heel de bundel, zoals bijvoorbeeld in het gedicht ‘in mijn koffiezetapparaat zit een diertje verstopt’:

ondergronds
maakt het bodemleven een vuist

het vreet zich door het bodemarchief
vol poppenogen en snikkende uithalen
het bindt zuurstof aan klei wij
fietsen door gaia’s kennisbijbel in aardlagen opgeslagen

hoe duw je het donker weer terug in de postzegelgronden
de eerlijke regenwormen rollen zich op in de bodem en gaan

in diapauze

het virus speurt naar onderliggend lijden
de aarde is plat en de pathogenen poten hun
jakobsladder in de permafrost

Pathogenen zijn ziektekiemen, via de jakobsladder kwam de engel naar Jakob bij zijn droom in de woestijn en de permafrost is de altijd bevroren grond.

Andere terugkerende beelden zijn onder andere het tafellinnen (ook van papier), seks en erotiek in vele vormen, coronaprotesten, sociale media, leven aan de zelfkant van de maatschappij, virtual reality, cultuur, bosbranden, stierenrennen in Pamplona, het slavernijverleden, #MeToo, incontinentie, gratis geld, vegetarisch eten, de brand in de Notre Dame, boosheid, rouw en troost. Het drinken van tulpenwodka zou dan verdovend kunnen werken, maar dat gebeurt in deze bundel niet.

Leestekens

Lampe vraagt zich af hoe haar poëzie zich verhoudt tot de chaos in de wereld. Of poëzie iets kan veranderen. Zij gebruikt geen hoofdletters en geen leestekens. Daardoor lijkt het alsof ‘het christendom’ een alternatief is, of ‘pimpampetten met de president’. Heerlijk vind ik dit taalspel. Nee, de leestekens mag de lezer zelf plaatsen. Dan wordt het volstrekt duidelijk. Ik citeer hoe het verder gaat:

de poëzie plaatst
het paraffinealfabet van de verdwijnwoorden
boven de wet en walg van de notoire spelbreker
de poëzie schraapt het bakvet van de bodem keert de pan en maakt leven

keert de pan en maakt leven
vult het pashok met verwantschappen

Daarna wordt in dit gedicht nog afgerekend met het christendom en de president. Paraffine is een weinig reactieve stof en verdwijnwoorden spreken de oude taal. Dan is toch duidelijk dat de dichter zich hier keert tegen de uitwassen van de moderne tijden: ‘de douchekop moet wennen aan het stemgeluid’, of: ‘op het scherm staan de vensters tegen elkaar open’. Poëzie is ook troost: ‘poëzie // sluit de gelederen / dit sterkt het ondermaatse’. Met een t. En:

poëzie is troost heet het en de schoonheid
wisselt boompje wij
wisselen van huidskleur de scheur in het schoolkostuum loopt door

in het notenschrift de woke waakhond blijft nog even
aangelijnd het zuurtje
wisselt hoorbaar van wang

Astrid Lampe laat je de chaos voelen van de wereld waarin wij leven. Ach, dan gaat het over een minister en gesponsorde mondkapjes, over een minister in broekpak en asfaltbelang die weer een andere aanvliegroute kiest en een boom gaat knuffelen. Feiten worden gefokt en op schoot bij de Viking is pijn fijn. Lees deze bundel! Met de juiste blik beleef je veel plezier.

Hoopvol

Toch is er hoop. Al klinkt dat programmatisch. In het gedicht ‘niets is pijnlijker’ wordt een hoopvolle toekomst bezongen. Al aan het begin van de bundel. De dichter moet daarna op haar handen zitten. Wat er allemaal niet passeert. Ik hoor ook kinderstemmen en aandacht voor kinderlevens. Zo op de achtergrond.

En met het exoskelet kan de dichter ver boven haar macht het onmogelijke mogelijk maken om te eindigen met: ‘het lukt je // met het talent dat je vleugels geeft/ aan je bijensterfte te ontsnappen’.

Astrid Lampe, Tulpenwodka. Amsterdam: Querido 2021, 80 pp. ISBN 9789021436920, bp., € 16,99.

www.singeluitgeverijen.nl

www.astridlampe.com

Bestel dit boek bij uw plaatselijke boekhandelaar

Lees ook op Brabant Cultureel:
Op reis door ‘Zusterstad 2.0’ van Astrid Lampe verdwaalt de lezer
De lange, priemende vinger van Astrid Lampe heeft scherpe nagel
Door een wolk van niet-weten

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *