Jazzfolk Trio Under the Surface slaat met Oudnederlandse teksten een nieuwe weg in

Het middeleeuwse Oudnederlands is al eeuwen een dode taal die voor hedendaagse Nederlanders vrijwel onverstaanbaar is. Dat mysterieuze, en het gegeven dat het ‘Scandinavisch’ klinkt, inspireerde Sanne Rambags om er teksten in te schrijven en die te gaan zingen op het nieuwe album ‘Miin Triuwa’. 

door Camiel Hamans

Er zijn talen voor bevelen, voor de liefde, voor business en er is een taal voor zang. Vocaliste Sanne Rambags (Tilburg 1994) vond een taal voor de innerlijke stem: Oudnederlands. Eigenlijk was het haar muzikale kompaan gitarist Bram Stadhouders (Tilburg 1987) die het Oudnederlands vond. Hij zat wat te bladeren op YouTube en stuitte op een filmpje ‘Taal in Rotta, Hoe klonk het Oudnederlands in elfde-eeuws Rotterdam?’ dat de historisch taalkundige Peter-Alexander Kerkhof heeft gemaakt in opdracht van de archeologische dienst van Rotterdam. De klanken intrigeerden hem: “De taal deed Scandinavisch aan, Noors of IJslands, en daarmee hebben we als groep voeling. We, en dat is het trio Under the Surface, waren al een tijdje aan het praten over nieuwe composities, over een derde CD. Ik heb toen Oudnederlands in de groep gegooid. We sloegen aan op de klank, die resoneerde bij ons.”

Trio Under the Surface. V.l.n.r. Bram Stadhouders, Sanne Rambags en Joost Lijbaart. Foto > Oleg Drofa

Volksliedjes

“Ik ben altijd jaloers geweest op Scandinavië met zijn volksliedjes”, nuanceert Sanne het verhaal. “Daarin weerklinkt een traditie. Het Oudnederlands vervulde iets soortgelijks voor mij. Het klinkt mysterieus, het voelt alsof er een folklore onder ligt, een eigen traditie en misschien een begin vormt voor eigen volksliedjes.”

Slagwerker Joost Lijbaart (Amsterdam 1967), senior van de groep en degene die hun succesvolle, zeer uitgebreide internationale tournees organiseert, wijst erop dat de nieuwe CD Miin Triuwa, ‘Mijn Trouw’, een stap voorwaarts betekent in de muzikale ontwikkeling van Under the Surface. “We hebben zeven jaar geïmproviseerd en dat resoneerde heel goed bij het publiek. Of dat nu in Nederland was of in Scandinavië, India, Centraal-Azië, Duitsland, Groot-Brittannië of waar dan ook. In onze muziek herkennen luisteraars veel van hun eigen volksmuziek en volkscultuur.”

Still uit videoclip, geregisseerd door Nataliya Tachinskaya

“Onze muziek is een methode om in een andere staat van zijn te komen. Maar de vraag bleef hangen ‘hoe zit dit bij onszelf?’ Hoe kan onze muziek een brug vormen om dichter bij onszelf te komen. Is er een eigen mystiek mogelijk? Een eigen mythologie? Een ‘inner folk’? Sanne improviseerde tot nu toe vaak in een eigen verzonnen taal. Van het Oudnederlands weet niemand precies hoe het uitgesproken werd, wij doen het gewoon. Dat past bij ons. Kunst transformeert iets anders. Dat doen we hier ook. Zo’n metamorfose past in een traditie waarin wij ons thuis voelen. Bij die verandering past ook dat we nu niet improviseren, maar met een uitgeschreven, door Bram gecomponeerde suite werken.”

Uitgangspunt

De muziek was er als eerste, legt Bram Stadhouders uit. “Op de composities heeft Sanne teksten gezocht en geschreven. Dus niet andersom, eerst een tekst en daarbij een ondersteunende melodie, maar de muziek als uitgangspunt. Bij de eerste repetities waren de teksten er nog niet allemaal. Toen hebben we met alleen klanken gewerkt. Ik ben begonnen met akkoorden op verschillende gitaren, daarna slagwerk erbij en vervolgens zang. In de studio zijn alle andere instrumenten die we bespelen, zoals Indiaas harmonium, glockenspiel, lier, piano, synthesizer en Wurlitzer elektrische piano, erbij gekomen.”

Still uit videoclip, geregisseerd door Nataliya Tachinskaya

Joost Lijbaart nuanceert opnieuw: “Tekst en muziek staan niet echt los van elkaar. We spelen al zeven jaar samen en zijn dus een eenheid. Er zit net als bij onze improvisaties veel lucht in de composities. Het is dezelfde muzikale sfeer als bij de Under the Surface improvisaties. Het verschil is dat we nu materiaal hebben waar je al improviserend niet op komt.” Sanne verduidelijkt dat zij nu bijvoorbeeld sprongen moet maken waar ze normaliter niet aan denkt. Of zoals Bram Stadhouders zegt: “Ik heb opgeschreven wat ik wilde dat ze al improviserend zouden doen, maar waar ze niet zelf opkwamen.”

Volle klinkers

De Oudnederlandse teksten die Sanne heeft geschreven en zingt, zijn voor moderne oren onverstaanbaar. Dat was ook de bedoeling. “Oudnederlands is veel ruimer dan het moderne Nederlands. Op school hebben we allemaal het zinnetje ‘hebban olla vogala nestas hagunna’ geleerd als een van de oudste vormen van Nederlands. Aan dat zinnetje zie je al het verschil. ‘Hebban’ is nu ‘hebben’, en we spreken dat uit als ‘hebbuh’, ‘olla’ is ‘alle’ en dat klink als ‘alluh’. Enzovoorts. In het Oudnederlands waren die uh-klanken nog gewone volle klinkers. Doordat de klemtoon op de eerste lettergreep lag, zijn de andere klinkers verdoft. Die volle klinkers maken het zingen veel gemakkelijker en melodieuzer.”

Still uit videoclip, geregisseerd door Nataliya Tachinskaya

“Daarnaast had het Oudnederlands nog de Engelse ‘th’ en ook die klank biedt extra mogelijkheden. Een ‘th’ klinkt mysterieus en fantasierijk, en dat geeft me de mogelijkheid een andere wereld te openen en nieuwe klanken in mijn stem te vinden. De combinatie van opener, lichtere klanken en het mysterieuze van het Oudnederlands levert een Scandinavisch aandoende, aan elfen herinnerende sfeer op. Maar nog belangrijker is het dat ik me op mijn gemak, veilig voel in deze taal. Het feit dat een tekst niet direct te begrijpen is, geeft me bescherming, waardoor ik in mijn teksten nog veel dieper kan gaan en persoonlijker durf te zijn. En dat heb ik ook gedaan in deze teksten.”

 “Ik heb met hulp van de historisch taalkundigen Peter-Alexander Kerkhof en Roland de Bonth twee Oudnederlandse teksten bestudeerd, de Wachtendonckse Psalmen en een vertaling van het Hooglied, de Egmondse Willeram. Met behulp van deze bronnen uit de tiende en elfde eeuw heb ik nieuwe teksten samengesteld. Die gaan over onthechting, transformatie, trouw, liefde en dood, overwinnen en vooral geloven in eigen kracht. Zoals Joost zegt, sluit wat ik hier opgeschreven heb aan bij wat ook in onze improvisatie tot uitdrukking komt en wat in volksculturen hoort, de verbintenis van folk en oer-wijsheid, onze inner folk.”

Under the Surface on Tour, in bezetting als kwintet: Sanne Rambags – zang & teksten, Bram Stadhouders – gitaar & composities, Joost Lijbaart – drums en organisatie, Lennart Heyndels – contrabas, basgitaar, zang, Annabel Laura – gitaar, lier, keyboards, percussie, zang en met medewerking van Ted Masseurs – geluid.

Het album Miin Triuwa is Verkrijgbaar als CD, op vinyl of als 48Khz file en kan worden besteld via: de website van Under the Surface

Optredens in 2022:
16-06 Tivoli, Utrecht
17-06 ZeelandJazz, Middelburg

20-06 Start juni-tour Canada, tot en met 30-06
30-09 Kapel, Eindhoven
04-10 De Oosterpoort, Groningen
06-11 Schouwburg, Cuijk
18-12 KAAP, Oostende

In 2023:

15-01 Verkadefabriek, Den Bosch
23-03 Kerk, Abcoude (trioconcert)

Bekijk de videoclip geregisseerd door de Oekraïense regisseur Nataliya Tachinskaya:

 © Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *