Ruim twaalf jaar als driemanschap werken aan ‘De droom van de rode kamer’

Zonder literaire vertalers zou de wereld een stuk armer zijn, armer van geest vooral. Vertalen is immers ook het slechten van grenzen tussen talen, culturen en soms ver uiteen liggende periodes. Het is nogal vreemd als we daarbij weer nieuwe grenzen opwerpen. Om een gedicht van Amanda Gorman te mogen vertalen, moet je blijkbaar ‘van kleur’ zijn en uit de onderdrukking komen. Moet je dan ook Chinees zijn om een klassieke Chinese roman te mogen vertalen? Gelukkig niet.

door Lauran Toorians

De droom van de rode kamer (Honglou Meng) of met de alternatieve titel ook Het verhaal van de steen (Shitou Ji) geldt bij uitstek als een hoogtepunt in de klassieke romanliteratuur van China. Het is een enorm omvangrijk werk uit het midden van de achttiende eeuw en is omgeven door een aantal intrigerende vaagheden. Zo weten we relatief weinig over de auteur Cao Xueqin en is er geen definitieve standaardversie van deze roman. In november 2021 verscheen de eerste Nederlandse vertaling waar drie vertalers ruim twaalf jaar aan werkten.

Versies

Cao Xueqin was een telg uit een gegoede familie met nauwe relaties met het keizerlijke hof van de Qing-dynastie. Hij is geboren ergens tussen 1715 en 1725 en overleed in 1763 of 1764. Erg oud is hij dus zeker niet geworden en zijn grote roman werd tijdens zijn leven niet in druk uitgegeven. Uit de overgeleverde handschriften kwamen al snel tenminste twee versies naar voren met als hoofdprobleem de vraag of Cao tachtig hoofdstukken schreef, of dat alle honderdtwintig hoofdstukken van zijn hand zijn. Al vroeg waren er commentatoren die beide versies van commentaar en soms ook aanvullingen voorzagen en al snel ontstond er een nog steeds volop actieve groep van vooral Chinese kenners en liefhebbers van De droom van de rode kamer die hier eindeloos over discussiëren en zich in elk detail van de roman vastbijten.

Deel 1 van de Nederlandse vertaling van ‘De droom van de rode kamer’.

Uiteraard biedt dit een extra uitdaging voor elke vertaler die zich hoe dan ook tot deze problematiek dient te verhouden. Het drietal Nederlandse vertalers besloot zich verre te houden van deze discussies. Zij namen een geaccepteerde, moderne editie van de Chinese tekst als basis en voelden zich vrij uit varianten te putten waar dit de leesbaarheid en begrijpelijkheid van het geheel ten goede komt. Ook besloten zij alle honderdtwintig hoofdstukken te vertalen, waarbij gaandeweg de indruk ontstond dat die laatste veertig toch ook wel van dezelfde auteur zullen zijn. De toon is weliswaar soms net even anders, maar Cao Xueqin schreef de roman niet ineens en zag wellicht na tachtig hoofdstukken ook dat hij naar een einde moest gaan toewerken.

Trage vuur

De Nederlandse vertaling is gemaakt door Anne Sytske Keijser, Mark Leenhouts en Silvia Marijnissen. Zij studeerden alle drie Chinees in Leiden en zijn al lang actief als vertalers van Chinese literatuur. Keijser is docent in Leiden, Leenhouts en Marijnissen werken als vertaler en waren als zodanig ook direct betrokken bij de redactie van het tijdschrift Het trage vuur dat van 1996 tot in 2010 viermaal per jaar verscheen en dat uitsluitend was gewijd aan Chinese literatuur. Mark Leenhous behoorde tot de oprichters van dat tijdschrift.

Een aardige bijkomstigheid voor Brabant Cultureel is dat twee van de drie vertalers Brabantse roots bleken te hebben. Reden tot een gesprek over wat hun beweegt en hoe zij deze omvangrijke vertaling aanpakten. Mark Leenhouts werd in 1969 geboren in Geldrop, maar woont en werkt al sinds zijn studie in Leiden. Silvia Marijnissen runt sinds 2003 naast haar vertaalwerk een B&B in de Morvan in Frankrijk. Zij werd in 1970 geboren in Made en vertelt dat zij daar opgroeide in een dialectsprekende omgeving waardoor er altijd al een omgang was met verschillende talen. Voor beide geldt dat het hun interesse voor vreemde talen op het gymnasium was die leidde tot een studiekeuze voor de ‘vreemdst mogelijke’ taal, het Chinees.

Silvia Marijnissen en Mark Leenhouts

Leenhouts vertelt dat ook het vertalen op de middelbare school hem al boeide. Het is een bezigheid waarbij je diep in de tekst moet kruipen om de finesses ervan daarna zo nauwkeurig mogelijk in leesbaar Nederlands om te zetten. Anne Sytske Keijser, afkomstig uit het noorden des lands, kwam tijdens een tussenjaar in de Verenigde Staten min of meer per ongeluk in aanraking met de studie Chinees. Terug in Nederland werd dat haar hoofdvak. Voor haar was die taal dus minder een bewuste keuze, maar dat ze er geen spijt van heeft, is duidelijk.

Ontsluiten

Net als bij de Klassieke Talen op de middelbare school speelde ook tijdens de studie Chinees het literair vertalen een belangrijke rol. De docenten Wilt Idema en Lloyd Haft zijn beide steeds grote pleitbezorgers geweest om de Chinese literaire traditie in het Nederlands te ontsluiten en ook professor Erik Zürcher betoonde zich een magistraal vertaler. Uiteraard inspireerde dat de studenten. Het initiatief om De droom van de rode kamer te vertalen kwam van uitgever Athenaeum – Polak & Van Gennep die een naam heeft op het gebied van vertaalde klassiekers uit de wereldliteratuur. In totaal is aan de vertaling ruim twaalf jaar gewerkt, met als resultaat vier lijvige banden in een cassette.

De drie verdeelden de roman in porties van steeds ongeveer honderd bladzijden (in vertaling) die zij vervolgens aan elkaar voorlegden en samen bespraken. Zo gingen tekstgedeelten steeds heen en weer waarbij het gaandeweg kwam tot een eenheid in het gebruikte Nederlands. Zoveel mogelijk spreektaal zonder al te modieus (en dus snel gedateerd) te worden. Daarbij werden zeker ook concessies gedaan, want er moest een groot cultuurverschil worden overbrugd. Zo wordt in het origineel vaak gelachen op momenten of om redenen die voor moderne lezers totaal niet invoelbaar zijn. De vaak terugkerende frases als ‘hij/zij lachte’ bleven dus onvertaald, net als andere stoplappen die in vertaling al snel ergerlijk zouden worden.

Voor allerlei zaken moesten eenduidige Nederlandse vertalingen worden gevonden. Maar ook zoiets simpels als de ene vertaler die kiest voor ‘gauw’ en de andere voor ‘snel’ moest in overleg eenheid worden gevonden. Een notenapparaat met uitleg werd tot een minimum beperkt, maar vaak waren er op het oog simpele en korte passages die aanleiding gaven tot lange speurtochten in onder meer de Chinese Wikipedia om precies te begrijpen wat er wordt bedoeld. Juist dit is vertaalarbeid die zich aan het oog van de lezer onttrekt, maar die er wel toe bijdraagt dat de oorspronkelijke tekst recht is gedaan.

De roman is taalkundig erg rijk, met passages in alle registers en stijlen die in het Chinees mogelijk zijn

De roman is taalkundig erg rijk, met passages in alle registers en stijlen die in het Chinees mogelijk zijn. Ook daarvoor moesten de vertalers oplossingen bedenken, zodat de ene persoon bijvoorbeeld bekakter of netter spreekt dan de andere. Ook komen er (boodschappen)lijstjes voor, recepten, moppen, gedetailleerde beschrijvingen van zowel kledingstukken als rituele handelingen, verwijzingen naar andere teksten en bovendien nogal wat gedichten in verschillende stijlen. Bij die laatste is ernaar gestreefd hierbij in de vertalingen de metrische vorm en de rijmschema’s van het origineel zoveel mogelijk te behouden. Dit bleek een onderdeel waarin vooral Silvia Marijnissen haar talent als poëzievertaler kon doen gelden.

Blad uit het zogenaamde Jimao-handschrift van ‘De droom van de rode kamer’ met commentaar in grijsblauwe inkt. Dit handschrift is ouder dan de oudste gedrukte versie en dateert uit 1759. Collectie Nationale Bibliotheek van China, Beijing. Beeld > Wikimedia Commons.

Zonder email en Zoom of Teams hadden we deze vertaling nooit kunnen maken, zeggen de drie. Deze communicatiemiddelen maakten het mogelijk om snel gedrieën te overleggen en op elkaars werk te reflecteren. Een echte hoofdredacteur was er niet, maar waar nodig was het meestal Mark Leenhouts die de knoop doorhakte. Het resultaat is verbluffend. Vanaf hoofdstuk één neemt de vertaling je bij de hand en leidt je binnen in de vreemde wereld van het achttiende-eeuwse China. Een wereld met in de roman honderden personages met vaak ‘onuitspreekbare’ – of in elk geval lastig te onthouden – namen en met gebruiken en gewoontes waar je je als lezer maar gewoon aan moet overgeven. Dat lijkt een handicap, maar enigszins vergelijkbare Britse tv-series als Downton Abbey of Upstairs Downstairs brengen je ook in een vreemde wereld en de romans van Dickens of Couperus doen dat ook. Laat dat niemand ervan weerhouden om deze werelden te betreden, want precies daar ligt de kracht en het grote belang van vertalingen. Ze laten ons meemaken dat de wereld groter en rijker is dan de ‘bubbel’ waarin wij alles gewoon vinden. Het kan ook anders en het is waardevol dat te weten.

Uitdaging

Het cliché is dat vertalers bedriegers zijn (‘traduttore traditore’), maar dat is niet terecht. Vertalen is wel een vorm van interpreteren, maar de uitdaging is toch steeds om de tekst van het origineel zo nauwkeurig mogelijk in al zijn facetten over te brengen naar de beoogde lezers. Daarmee is een vertaling wel altijd ook cultureel bepaald en het is een gegeven dat een vertaling sneller gedateerd raakt dan het origineel. Daarom blijven er ook steeds nieuwe vertalingen verschijnen van de bijbel, van Shakespeare, Tolstoy en Tolkien. Niet omdat de eerdere vertalingen slecht zijn, maar ze zijn gewoon niet meer bij de tijd. Van De droom van de rode kamer verscheen in 1946 een gedeeltelijke Nederlandse vertaling, maar die was gebaseerd op de Duitse vertaling van Franz Kuhn en was dus niet rechtstreeks uit het Chinees.

Filmposter uit 1988. In China is de roman verschillende keren verfilmd en ook (als soap) op tv gebracht.

Het belang van tolken en vertalers is meteen duidelijk als we bedenken dat alleen al in de EU vierentwintig ‘officiële talen’ worden gesproken, en daarnaast nog een flink aantal regionale talen. We staan er zelden bij stil, maar dit betekent dat het functioneren van de EU een heel leger aan tolken en vertalers vereist. Vertalers zijn belangrijk, maar opereren meestal in de coulissen en krijgen zelden de eer die hen toekomt. Hoeveel tv-programma’s en films komen er niet ondertiteld tot ons en hoeveel boeken in de openbare bibliotheken of in de boekhandel zijn er geen vertaling uit andere talen dan het Nederlands? Voor onze kijk op de wereld buiten onze eigen ‘bubbel’ en in heden en verleden zijn we afhankelijk van vertalers. Gelukkig bestaan er mooie prijzen waarmee literaire vertalers kunnen worden bekroond. De drie vertalers van De droom van de rode kamer komen daarvoor beslist in aanmerking.

Cao Xueqin, De droom van de rode kamer, of: Het verhaal van de steen. Vertaald uit het Chinees en van een nawoord voorzien door Anne Sytske Keijser, Mark Leenhouts & Silvia Marijnissen. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep 2021. 4 Banden in cassette, 512+544+566+534 pp., ISBN: 978-90-253-0088-3, hb., € 99,00.

Bestel dit boek bij uw plaatselijke boekhandel

Lees de blogs van Mark Leenhouts en Silvia Marijnissen

Lees ook in Brabant Cultureel:
Marijnissen en Leenhouts werkten dertien jaar aan vertaling iconische Chinese roman

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *