Kunstsmid Juul Baltussen laveert tussen droom en daad

In het dorp Westerbeek in Oost-Brabant is in januari een kruisbeeld onthuld, gemaakt door kunstsmid Juul Baltussen. Hoe ga je anno 2022 als kunstenaar om met de opdracht om een beeld te maken van de lijdende Christus? Een interview met Baltussen over zijn werk, zijn drijfveren, de katholieke traditie en muziek en literatuur als inspiratiebron.

door Pieter Siebers / foto’s Henk van Weert

De ochtendzon streelt het nog klamme Peelland bij Oploo, het dorp waar ooit de gebroeders Schoonwater (‘Voor nu en later’) een smidse bestierden. Thieu, Pierre en Jan waren met niets anders getrouwd dan hun smederij, die hen liever was dan de belendende winkel voor huishoudelijke waren en de benzinepomp die ook onder hun regime viel. Tegenover de smederij woonde de familie Baltussen, waar zoon Juul zich niet kon onttrekken aan de magie van het vuur en de klank van de hamer op het aambeeld die ver kon reiken, ook omdat bij de gebroeders Schoonwater de deur wijd open stond.

Wielerhistorie

De smederij is niet meer. Het pand is verbouwd en nu huist er een fietsenzaak, met daarnaast een kunstwerk dat is gewijd aan de drie broers Van Katwijk, wielrenners die het ver brachten, zo in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Zij wonnen koersen en Piet reed een aantal malen de Tour de France. Het beeld is van Juul Baltussen (1958) en het is een ode aan de broers, aan de wielerhistorie van het dorp dat ooit een etappeplaats was in Olympia’s Ronde van Nederland.

Juul Baltussen in zijn atelier.

Het beeld staat er al even, de aanleiding voor het gesprek nu is het kruisbeeld van Baltussen dat in januari 2022 werd onthuld. Het staat op een steenworp afstand van een voormalige boerderij in Westerbeek die nu zijn huis en werkplaats is. Voordat we zijn atelier en de kleine beeldentuin daarachter bezoeken, drinken we koffie en praten we over Oploo, waarvan maar weinigen weten dat er in de basisschool een van de allermooiste doeken hangt van de schilder Kees Bastiaans. Jeugd, economie en geloof van het kerkdorp zijn daarin verweven.

Evenmin breed bekend is het vermoeden dat vorig jaar op basis van archiefstukken rees, namelijk dat het dorp al in de zeventiende eeuw beschikte over een behoorlijke muziektraditie. Het blijkt dat de parochie een hobo had aangeschaft, wat aannemelijk maakt dat er in een soort orkestverband werd gemusiceerd. Die kennis danken we aan twee streekgenoten, de zussen Steenbrink van Holland Baroque. Zij maakten de cd Brabant 1653 met voornamelijk composities die in Oost-Brabant werden geschreven. “Fantastische muziek”, zegt Baltussen, “die draai ik vrijwel dagelijks op mijn atelier.”

IJzer

Dat atelier is buitengewoon ruim, maar het verraadt een opgeruimde geest, in meerdere opzichten. Het ruikt er aards, er is een vuurplaats en aambeelden zijn er meerdere. Hij heeft iets met ijzer, zegt Baltussen vanachter zijn grijze baard. “Ik heb ook met brons gewerkt, maar ik vind het belangrijk dat ik het materiaal volledig naar mijn hand kan zetten, en dat lukt met ijzer beter dan met brons – dat ontglipte me een beetje.” Achter het atelier liggen granaatscherven opgestapeld, van het soort dat hij ook gebruikte voor het kruisbeeld dat nu aan de weg van Oploo naar Overloon staat.

Een opdracht voor een kruisbeeld is vrij zeldzaam in de moderne tijd, hoe kwam die tot stand?
“Op de splitsing met de weg naar Westerbeek stond een kruisbeeld dat in 1946 was opgericht uit dankbaarheid voor het feit dat het dorp zo goed als ongeschonden uit de oorlog was gekomen. Dat beeld had echter z’n beste tijd gehad en voor de dorpsraad was dat de aanleiding om mij een opdracht te verlenen.”

Ik heb ze tot een crucifix gesmeed, een beeld van een uitgeputte man, die geleden en gestreden heeft.

Wat staat je voor ogen als je een kruisbeeld maakt in de 21e eeuw?
“Veel van de Christusfiguren die in de negentiende en twintigste eeuw zijn gemaakt zijn in mijn ogen aan de zoetelijke kant, het lijden van de gekruisigde is vaak volstrekt onzichtbaar. Wat ik dan bedenk, is dat wij in een conflictueuze tijd leven en dat nog niet zo lang is geleden dat er in deze streek een oorlog werd uitgevochten, vooral in de slag om Overloon in 1944. Daar is ongelooflijk veel geschoten, er zijn massa’s bommen en granaten gebruikt – en juist met die scherven wilde ik iets. Ik heb ze tot een crucifix gesmeed, een beeld van een uitgeputte man, die geleden en gestreden heeft. Naakt, zonder lendendoek. Het lijden is van alle tijden en in de tweeduizend jaar na de dood van Christus hebben we bitter weinig geleerd. Dat alles spookte door mijn hoofd toen ik aan het beeld werkte.”

De crucifix in Oploo. Baltussen: “Daar is ongelooflijk veel geschoten, er zijn massa’s bommen en granaten gebruikt – en juist met die scherven wilde ik iets.”

In het klooster van de Trappisten bij Tilburg hangen de beroemde kruiswegstaties van Albert Servaes met een uitgemergelde Christus. Daaraan werd, onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog, zoveel aanstoot genomen dat die kruisweg is verwijderd uit de kerk waarvoor hij was bedoeld. Hoe zijn de reacties op jouw beeld?
“De opening was vanwege corona heel ingetogen, maar de aanwezigen waren eigenlijk heel complimenteus. Een aantal mensen vertelden me dat ze kippenvel kregen van het kruisbeeld, en dat beschouw ik toch als een compliment. Er zijn aan de andere kant ook mensen die het oude beeld missen en die zich niet herkennen in wat ik heb gedaan. Maar daar kan ik niet zo mee zitten, ik trek me van reacties, als ik ze al lees, niet erg veel aan. Ik vond het wel mooi dat Radio 4 – toevallig mijn favoriete zender – er een goed item aan heeft gewijd.”

Hoe komt een beeld als dit tot stand?
“Ik weet nooit op voorhand hoe een beeld eruit gaat zien. Ik maak geen schetsen, ik vind dat ik niet kan tekenen en dan kan ik het ook maar beter niet doen. Ik verdiep me elke keer als ik een opdracht krijg in de situatie, in de geschiedenis, in de plek. Twee jaar geleden bijvoorbeeld heb in opdracht van de karmelieten een beeld gemaakt van Titus Brandsma. Muziek helpt me dan om te verdiepen, net als literatuur. Die kan ik echt verslinden. En dat heeft wat tijd nodig voordat ik aan de slag ga en met al die indrukken en kennis tot een beeld kom. In het geval van Titus Brandsma is het een heel sober en eenvoudig ontwerp geworden waarin ik de man en profil heb afgebeeld. Zo’n beeld groeit onder mijn handen, door het vuur, door het proces, door de tijd. Toch gaat een werk nooit met me aan de haal, op de een of andere manier zet je het toch steeds naar je hand.”

Het beeld van Titus Brandsma.

Welke rol speelt religie bij een dergelijke opdracht?
“Er is lang gedacht dat je een gelovig mens moet zijn om zo’n thema te kunnen behandelen, maar dat geloof ik niet. Ik ben opgegroeid in een katholieke traditie, ik ging keurig naar de Sint-Matthiaskerk en bad mijn Onze Vaders en Weesgegroetjes, maar zoals de meeste mensen heb ik daarmee niet meer zoveel. Het is me te star geworden, te afstandelijk, maar de traditie en de beelden koester ik wel. Gregoriaanse muziek bijvoorbeeld, ongelooflijk indrukwekkend, nog steeds. Dat is tijdloos, daar moet je niet te licht over denken. Ik ben erg gevoelig voor symboliek. Overigens niet alleen die uit de katholieke cultuur.”

Het is me te star geworden, te afstandelijk, maar de traditie en de beelden koester ik wel.

Je noemt jezelf kunstsmid, wat versta je daaronder?
“Ach, dat is zo’n term, daar hecht ik niet te veel belang aan. Op mijn site heb ik het ook over ‘ijzerwerken’. Veel mensen noemen me kunstenaar, en dat past ergens ook wel bij me, maar het meest kenmerkt me toch de liefde voor het ambacht en de fascinatie voor sagen, legendes en sprookjes. In Tolkien kan ik me helemaal verliezen, dus je kunt je voorstellen dat de smederij van de gebroeders Schoonwater magie voor mij was, al mocht ik niet veel meer dan de vloer aanvegen en van die dingen. Maar toen ik vijftien was had ik een kolensmidsvuur in onze achtertuin gebouwd en zo raakte ik meer en meer verknocht aan het smeden.”

“Ik heb daar eindeloos veel geëxperimenteerd, maar ook dingen gemaakt die ik kon verkopen. Al doende kwam ik verder. Ik heb de LTS gedaan, maar ik heb toch vooral mezelf gevormd. Ik ben nieuwsgierig van aard. Op mijn achttiende zat ik op een congres van kunstsmeden in Aken en raakte ik helemaal in de ban van wat ze elders op de wereld konden. Ik leerde technieken kennen als het damasceren, dat de Japanners al beheersten in de oudheid. De kunst is dan om met honderden laagjes ijzer en staal patronen tot stand te brengen. Dat heb ik mijzelf werkenderwijs eigen gemaakt, zoals ik meer technieken onder de knie heb gekregen.”

Je hebt geen kunstacademie gedaan, maar je werkt wel regelmatig met studenten?
“Ik denk dat ik op een academie al snel weggestuurd zou zijn, maar er zijn veel wegen die naar Rome leiden. Ik heb mezelf veel eigen gemaakt en ik ben een trouw bezoeker van musea. Daar kan ik door werken van bijvoorbeeld Bosch of Tinguely zo in beslag genomen worden, dat ik soms letterlijk de tijd vergeet. Dan moeten ze me er echt uit zetten. Mijn vorming heb ik dus goeddeels zelf ter hand genomen, met een zekere onafhankelijkheid, want ik heb moeite met gezag.”

“Studenten kennen mij waarschijnlijk van de tientallen beelden die ik intussen heb gemaakt in de openbare ruimte. Ook heb ik deelgenomen aan internationale exposities en kennelijk val ik op door mijn beheersing als kunstsmid. Ik dien mezelf nergens aan, maar wordt regelmatig benaderd door studenten van academies die moeite hebben om een idee voor een beeld tot uitvoering te brengen. Ze mogen van mijn ruimte en apparatuur gebruik maken en ik maak ze wegwijs in wat er wel en niet kan. Ik vraag daar niets voor, maar ik wil wel dat ze op tijd komen en afspraken nakomen. Discipline en nauwgezetheid vind ik belangrijk voor een kunstenaar en een serieuze omgang met het vak. Ik heb twee dochters die allebei de academie hebben gedaan en ik verbaas me wel eens over hoe het daar aan toegaat. Beheersing van technieken of nadenken over hoe je een beroepspraktijk moet uitoefenen, daar gaat in mijn ogen wel erg weinig aandacht naar uit.”

Discipline en nauwgezetheid vind ik belangrijk voor een kunstenaar en een serieuze omgang met het vak.

Tuinhuis

De zon schijnt door de ramen en het is tijd voor de buitenwereld, voor het ijzeren tuinhuis dat Baltussen heeft gemaakt en dat moeiteloos in het sprookjesbos van de Efteling had kunnen staan. “Het is gemaakt uit oud materiaal, met een stenen vloer uit de eerste pastorie van Oploo die in de negentiende eeuw gesloopt is. Het gebouwtje is een soort overgangswerk, tussen de hekken en poorten die ik lang heb gemaakt en de werken voor de openbare ruimte waar ik nu de kost mee verdien.”

Het tuinhuis < dat moeiteloos in het sprookjesbos van de Efteling had kunnen staan >

We lopen langs opgestapelde aambeelden en rekken vol granaatscherven om in de weidse omgeving achter het huis te stuiten op een diversiteit aan beelden. Er is een monumentale, gotisch aandoende deur, ooit gemaakt om een oude Volkswagen kever achter te stallen. We zien een kop, ontleend aan die op het Paaseiland, kunstige hekwerken en ook een beeld dat hij maakte voor een tentoonstelling met Japan als thema. “Het is een gesmede versie van een geknoopt touw zoals Japanners dat traditioneel gebruiken in hun tuinen om aan te geven dat het gebied achter de steen privéterrein is. De steen heb ik er tussenuit gelaten, de suggestie ervan is genoeg.”

Hij verschuift zijn muts nog maar eens als we teruglopen naar zijn huis. “Ik peins er wel eens over wat nu de samenhang is tussen alles wat ik maak. Het is heel divers, maar in dat Christusbeeld vallen veel dingen samen. Het is onmiskenbaar een beeld in een lange traditie, met een verhaal dat mensen kennen, maar het is zonder twijfel ook een beeld van mij.”

www.juulbaltussen.com

© Brabant Cultureel 2022

Reacties (11)

  1. Zondervan GH schreef:

    Soms hebben wij de eer een oppervlakte behandeling uit te voeren op objecten van Juul.

    Wat een mooie dingen maakt die man.

    Elke keer weer.

  2. Harry Geurts schreef:

    De werken van Juul weerspiegelen het item maar vooral een verdiepte beleving. Knap hoe hij dat vaak op een natuurlijke wijze een verassende vorm kan geven.

  3. Peter Kauffman schreef:

    Ik heb veel smeden gesproken en hun werken gezien. Zonder anderen te kort willen doen, steekt Juul hier, wat mij betreft, met kop en schouders bovenuit.
    Hij is het die een prachtig ambacht weet te verenigen met kunst in de breedste zin van het woord.
    Een vertaling vanuit het hart naar het ijzer dat in een soms donkere wereld licht brengt.

  4. Joop van Dijk schreef:

    Wat een prachtig stukje/interview. Geeft een mooi beeld van Juul en zijn werk. Maar vooral ook een inkijkje in zijn visie op cultuur, cultureel erfgoed en maatschappij en waar hij op zijn eigen wijze weer vorm aangeeft.
    Ga zo door met je mooie werk en….Succes!
    Joop.

  5. Penha da Rosa schreef:

    Het werk van Juul Baltussen is fantastisch! Hij beheerst de techniek als geen andere en kan van zijn innerlijke ‘droomwereld’ een tastbare uiting van schoonheid verwezenlijken.

  6. Ton van Katwijk St Anthonis schreef:

    Geweldig , mooi verhaal , hele mooie kunstenaar ???

  7. Wendy Barten schreef:

    Super trots op deze kunstenaar en ook dankbaar dat mijn zus en ik het kruisbeeld in Westerbeek mochten onthullen ter nagedachtenis en dankbaarheid van het dorp Westerbeek voor onze vader, Theo Barten, die het oude kruisbeeld altijd verzorgd en onderhouden heeft.
    Jules Baltussen als kunstenaar: mijn ouders bewonderde hem en waren onder de indruk van zijn werk. Ik idem dito!

  8. Steef Laurijs schreef:

    Het artikel geeft een mooie inkijk in de zienswijze van deze toegankelijke, kundige en ingetogen ijzerkunstenaar.
    Altijd een mooie ervaring om met Juul bij te praten in de smederij, verassend, leerzaam en vooral oprecht.

  9. Simon Pladdet schreef:

    Sjuul een mooie samenvatting van je werk.
    Ambacht met kunst en een inzet met heel je leven.
    12 jaar geleden kwam je met je eigen kolen naar mijn smederij naar het zeeuwse samen met Peter Kaufman.
    Je hebt een naam neer gezet zoals je bent, en kiest zeker niet de makkelijkste weg.
    Maar wat jij presteert, kunnen weinig mensen na doen.
    Puur respect.
    Een gwoon man, kunstenaar met een mooi ambacht ?
    Gr. Simon

  10. Marnie van Dinther schreef:

    Weer een prachtig beeld Juul! En altijd leuk voor de Schoonwatertjes om over onze opa en oompjes te lezen. Ook al mocht je helaas niet veel meer dan de smidse aanvegen 🙁 groeten Marnie van Dinther

  11. Rose-Marie Kaanen schreef:

    Wat prachtig om te zien dat Juul zijn passie heeft durven volgen. Hij heeft een prachtige collectie werk gemaakt, dat heel eigen is, dat vind ik het allermooiste aan hem. Hij gaat zijn eigen gang, dat is wat een kunstenaar doet … ‘gewoon zijn eigen ding’.
    In 1993 werd ik door een van de heren Schoonwater naar hem doorverwezen … die wisten hem dus toen al heel erg op waarde te schatten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *