Fraai bladerboek portretteert de Boulevard als een theaterfestival tussen braderie en broedplaats

Theaterfestival Boulevard in ’s-Hertogenbosch staat aan de vooravond van zijn zevenendertigste editie. Niet zoals vanouds op de Parade, maar in het 750 meter verderop gelegen Zuiderpark. Niet elf dagen, zoals de afgelopen jaren, maar liefst achttien, van 5 tot en met 22 augustus 2021. De maandagen is Boulevard gesloten. Maar eerst is het tijd om terug te blikken. Dat doet Eric Alink in het boek ‘Theaterfestival Boulevard ’s-Hertogenbosch 1985-2020. Het onveranderlijke dna’.

door Mieske van Eck

Theaterfestival Boulevard springt al zesendertig jaar over zijn eigen schaduw heen. Het festival trok in de jaren tachtig van de vorige eeuw de provinciestad ’s-Hertogenbosch uit de dommel en groeide bijna elk jaar een beetje groter. Met horten en stoten en menigmaal geteisterd door slecht weer, geldnood en andere tegenslag bleef de Boulevard zich vernieuwen. Het geheim: een zuidelijke streling van alle zinnen. Oog, oor, neus, tong, huid, huig en maag komen volop aan hun trekken. Hier gaan overrompelende voorstellingen soepel samen met eten en drinken en al dan niet verrassende ontmoetingen.

Avontuur

Verwacht van journalist, schrijver en stadschroniqueur Eric Alink geen neutraal verhaal, al gaat hij de minpuntjes niet uit de weg. Zijn hart klopt al sinds het begin voor het festival. In 1985 bezocht hij de eerste Boulevard of Broken Dreams, zoals het festival toen nog heette. Sinds 1989 is hij aan het festival verbonden als journalist en schrijver. Al die jaren is hem maar weinig ontgaan en hij maakte van dit boek een aanstekelijk geschreven feest der herkenning met veel prachtige foto’s. Een fijn, 250 pagina’s dik bladerboek boordevol feiten, cijfers, anekdotes, verhalen, meningen en kijkjes achter de schermen. Hij schuwt de nostalgie niet, maar zwijmelt ook niet in verhalen dat in die eerste jaren alles beter was. Wel ‘dampt’ volgens Alink die allereerste keer ‘het avontuur er vanaf’ op dat festival dat dan nog concurreert met het parkeerterrein op de Parade.

Festivalplein 1993. Foto > Peer Reede
De Tijdvaarders van Miesjel van Gerwen en de Volharding in 2005. Foto > Ben Nienhuis
De Boulevard trok ook de wijken in, zoals in 2005 Natasja d’Armagnac in Barten-Nood in Den Bosch. Foto > Joep Lennarts.
Hanna Jansen met Deadline Rewind in 2008 in het Paleiskwartier bij de vroegere bedrijfshallen van Interpharm. Foto > Joep Lennarts.

Het moet voor de ietwat ingedutte provinciehoofdstad wat geweest zijn, dat eerste jaar. Die tractors, tenten en woonwagens aan de voet van de Sint-Jan. ‘Landlopersvolk’, volgens sommigen. Niet iedereen was er blij mee. Veel waren de stadsbewoners in die tijd ook niet gewend, zeker niet in de zomermaanden toen theaters overal in het land tussen juni en augustus hun zomerslaap hielden en optreden in de open lucht en in tenten nog weinig voorkwam.

Die tien dagen ernst en vertier met onder meer Jozef van den Berg, Jan Decleir, het Werktheater, Carroussel, Loes Luca en Jenny Arean bleken het begin van iets moois, mede met dank aan de viering van Den Bosch 800 waardoor er voor het festival wat extra geld loskwam. Wel moest de Boulevard of Broken Dreams de gemiste parkeerpenningen aan de gemeente vergoeden, omdat een deel van de Parade niet beschikbaar was voor het te parkeren blik.

Internationaal

Nu telt Nederland volgens de opgave van Alink 1.444 festivals, waarvan 95 kunstenfestivals, zoals Boulevard. Daarvan duurt 56 procent slechts één dag. Pas sinds de jaren zeventig maken kunstenaars op straten en pleinen en in tenten langzaamaan een eind aan het alleenvertoningsrecht van schouwburgen en concertpaleizen. Den Bosch stapt op het goede moment in en met vallen en opstaan verovert Theaterfestival Boulevard ’s Hertogenbosch (zoals het sinds 1988 heet) zijn plaats: eerst in de stad, dan in het zuiden en in Nederland en uiteindelijk ook internationaal.

Daarbij slaagt Boulevard er elk jaar in zich te vernieuwen, een ontwikkeling die soms tegen de keer is. Zelfs bezuinigingen weet het festival te boven te komen. Vorig jaar kreeg Boulevard de Prijs van de Kritiek. ‘Boulevard weet elk jaar een slimme balans te vinden tussen vermaak met inhoud en vrolijke vernieuwing. Zelfs in deze coronatijd zette de organisatie nog een inspirerend alternatief programma neer’, schrijft de jury van de jaarlijks uitgereikte prijs van Nederlandse theatercritici.

NT Gent/Marijke Pinoy met Ginds tussen de netels. Foto > Karin Jonkers.
De opening van het festival in 2011. Foto > Jean Philipse.
Straattheater KoriKori van Cie. Oposito in de stad. Foto > Karin Jonkers.
Theater Artemis/Liesbet Swings en Jetse Batelaan met Hallo Dampkring. Foto > Karin Jonkers

Vaak te horen in de stad: vroeger was er meer straattheater. Niet waar, zegt Alink. Tegenover vier voorstellingen in 1985 stonden er bijvoorbeeld zestien in 2015 en tegenover drie in 1990 telde 2020 er twaalf. Boulevard heeft altijd hoge eisen gesteld aan het (gratis) theater op straat. Mag het ietsje meer zijn dan een steltloper of een vuurspuwer? Die kwaliteit draagt bij aan de sfeer en het imago van het festival, maar kost ook veel. Voor Boulevard is dat elk jaar dansen op een slap koord. Enerzijds een vrij toegankelijk festivalterrein met gratis of goedkope optredens, anderzijds voorstellingen die lang niet iedereen zich kan veroorloven en niet goedkope spijzen en dranken. Volgens George Lawson, in 2009 directeur van het Fonds Podiumkunsten, is Boulevard met zijn ‘zuidelijke Bourgondische vermaak’ en zijn ‘spannende programmering’ íets tussen braderie en broedplaats.

Afzender

Vanaf de eerste directeur Wim Claessen (1985-2002) heeft het de boulevarddirecties niet ontbroken aan lef. Claessen stak zijn nek uit met grote vernieuwende circusvoorstellingen. Toen het water van de bezuinigingen Boulevard aan de lippen stond, deed Geert Overdam (2003-2014) er juist een schepje bovenop en verlengde het festival van tien naar elf dagen. Viktorien van Hulst (2015-2020) kiest in coronatijd niet voor zoomvoorstellingen, maar zet met Afzender Boulevard een experimenteel programma neer met concerten, straattheater en kleinschalige voorstellingen met veel inbreng van bewoners.

Wim Claessen, Viktorien van Hulst en Geert Overdam.

Ook Van Hulst neemt afscheid en wordt directeur-bestuurder van het Fonds voor de Podiumkunsten. Peggi Olislaegers (1966), voormalig directeur van de Nederlandse Dansdagen, is dit jaar interim-directeur.

Dogtroep, 1993. Foto > Joep Lennarts

Het boek van Alink is voor liefhebbers. Het is een tijdreis met nostalgische inkijkjes, cijfers, opsommingen en vele grote namen, een bevlogen verhaal over een festival dat zichzelf elk jaar weet te vernieuwen. Het is ook een verslag van gemiste kansen. Niet zozeer voor Boulevard als voor de gretige bezoeker. Al bladerend besef je hoeveel moois je achteloos of uit overmacht aan je voorbij hebt laten gaan. Boulevard is vooral ook een festival van keuzes maken, lastige keuzes soms. Als je het ene wilt meemaken, moet je het andere voorbij laten gaan. Dat doet soms pijn, maar wat een rijkdom elk jaar weer.

Eric Alink, Theaterfestival Boulevard ’s-Hertogenbosch 1985-2020 Het onveranderlijke dna. ’s-Hertogenbosch: Adr. Heinen 2021, 248 pp., ISBN 9789090343471, hb., € 17,50.

Boek Theaterfestival Boulevard 1985-2020

www.heinen.nl/regionale-uitgaven

© Brabant Cultureel 2021

Lees op ook Brabant Cultureel
Coronavirus maakt theaterfestival Boulevard onzichtbaar
Boulevard krijgt als eerste festival Prijs van de Kritiek 2020
Boulevardstress: Help ik verzuip!
De andere kant van Theaterfestival Boulevard
Het Josephkwartier is tijdens festival Boulevard een avontuurlijke speelplaats

United-C tart op Boulevard de uitputting in ‘Burn’ [2014]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *