Taalkundige en journalist Camiel Hamans promoveert op taalverandering

Camiel Hamans, actief medewerker en oud-hoofdredacteur van Brabant Cultureel, promoveert 23 juni 2021 aan de Universiteit van Amsterdam. Hamans (Herten 1948) heeft daar ook Nederlandse Taal en Letterkunde gestudeerd, tot 1979. Hij promoveert nu tot doctor op een proefschrift getiteld Borderline cases in morphology. A study in language change.

De journalist en taalkundige Hamans woont in Breda. Hij heeft gewerkt aan de Universiteit van Leiden, voor KRO radio, hij was lid van de hoofdredactie van dagblad De Stem (later BN/De Stem) in Breda, medewerker van de PvdA-delegatie in het Europees parlement en de directeur van de Anne Vondeling Stichting. Hij is nog gasthoogleraar aan de Adam Mickiewics Universiteit in Polen, voor de afdeling Nederlands en Afrikaans. Zijn promotor in Amsterdam is prof. dr. O.C.M. Fischer.

Het proefschrift van Camiel Hamans houdt zich bezig met taalverandering. Niet die uit het verleden, maar juist hedendaagse en alledaagse. De indruk kan bestaan dat nieuwe woorden zich toevallig vormen. Maar Hamans toont aan dat in deze processen van woordvorming wel degelijk systematiek zit. Dat moet ook wel als nieuwe woorden een plaats moeten krijgen in de taal en wil de luisteraar de spreker blijven begrijpen. Taalgebruikers zijn zich niet bewust van taalkundige theorieën en de processen achter het ontstaan en gebruik van nieuwe woorden, maar daarom berusten die nog niet op toeval of duiken ze volledig chaotisch op.

Camiel Hamans, schrijver en Neerlandicus, in zijn werkkamer in Breda, 2018. Foto > Piet den Blanken / Hollandse Hoogte

De woorden die Hamans onderzoekt, komen vooral uit het Nederlands en Engels, maar soms ook uit andere talen zoals Fries, Afrikaans en Pools. Een paar van zijn voorbeelden uit verschillende woordvormingsprocessen zijn ‘neonatology’, ‘lesbo’, ‘refo’ en ‘infotainment’. Ze berusten alle op systematische patronen die (onbewust) herkenbaar zijn voor de taalgebruiker en op vormen van analogie. Dus niet op toeval en daardoor zijn ze ook voor taalkundigen systematiseerbaar.

Zoals vaker gebeurt, maakt Hamans ook van de gelegenheid gebruik om bij zijn stellingen er een paar te formuleren die weinig met zijn proefschrift te maken hebben, maar alles met zijn liefde voor de klassieke muziek, opera en zijn aandacht voor politiek en Polen. Om er één uit te lichten: ‘Het getuigt van minachting voor cultuur dat Nederlandse overheden, anders dan hun collegae in zulk cultureel verschillende landen als Duitsland, Frankrijk en Polen, niet op ruimhartige schaal lokale en regionale operahuizen subsidiëren. (av)

Enkele artikelen van Camiel Hamans op Brabant Cultureel:

Vocaliste Sanne Rambags: geloof in de grootsheid van de natuur en die van jezelf

Mayke Nas componist des vaderlands

Zes jaar philharmonie zuidnederland laat herinnering aan oude orkesten verdwijnen

Reacties (12)

  1. Rhena de Winter schreef:

    Geachte heer Hamans,

    Ik las uw stuk in het NRC over de systematiek achter bepaalde woorden zoals Indo, aso, brabo. En mij viel op dat u zei “die -o een bepaalde betekenis heeft: het gaat om personen, het is altijd informeel, en doorgaans negatief.” Dat laatste woord bleef bij mij hangen. Toen ik namelijk over het woord Afro ging nadenken. Want waarom zouden we dat woord dan nog in onze taal gebruiken bij als het een negatieve lading heeft? Maar toen viel mij op dat ook Indo, Brabo en Limbo of zelfs Zebo gebruikt worden. Het zijn allen benamingen voor een persoon afkomstig uit een gebied of land, vandaar ook de hoofdletter die we gebruiken. En daar zit helemaal geen negatieve lading aan lijkt mij. Komt het woord Afro ook uit het Latijn met als betekenis: uit Afrika afkomstig? Dan is het toch zeker geen negatieve -o uitgang zoals lullo, lesbo en brillo.
    Ik vond dat wel een belangrijk verschil. Of zie ik het verkeerd?

    Toevoeging redactie: Interview NRC

  2. Camiel Hamans schreef:

    Helaas zijn afko’s als Limbo en Brabo doorgaans negatief bedoeld, ook al voelt u dat niet zo.
    Op een gegeven moment kunnen ze als geuzennaam gebruikt worden, zoals dat tegenwoordig bij Indo gebeurt.
    het merendeel van de -o woorden heeft echter, als ze op menselijke personen slaan, een pejoratieve (dus afkeurende) betekenisassociatie.
    Afro slaat meestal op een Afro-kapsel en was oorspronkelijk zeker denigrerend bedoeld. Het (moderne) woord Afro kan niet op een regelmatige wijze uit een Latijnse vorm afgeleid worden.

  3. Siebert Nix schreef:

    Geachte heer Hamans (leuke naam!),

    Las zojuist uw aardig stukje in de NRC over de plofkip. Door het te lezen betrapte ik me erop dat we vroeger in het Gronings dialect thuis veelal spraken over “hij goat eem op de plof” wat zoveel betekent als “hij gaat even op de brommer”. Dit komt dan weer boven door uw stukje ‘plofkip’..
    Overigens hielden we als kwajongens nog wel eens brommerraces op de stoppelvelden in dit jaargetijde. Daarbij won de “opgevoerde” solex het meestal. Deze plofte dan ook als de beste!
    Mvg. Siebert Nix (deze naam is dan weliswaar niet zo sterk als de uwe..)

  4. Mr Teartse Schaper schreef:

    Geachte heer Hamans,
    Graag reageer ik op uw interessante artikel over auto/wagen in de rubriek “Woord” op de achterpagina NRC 6 januari 2022.
    Uw stelling dat het “zo’n dertig, veertig jaar geleden” ”in Randstedelijke kringen” niet mocht zijn auto, maar wagen moest zijn, berust op een vergissing, zie bijvoorbeeld. Agnies Pauw van Wieldrecht, “Het dialect van de adel”, 5e druk, p. 30: men zei daar juist auto in plaats van wagen.
    Wat u schrijft over pak, jurk, toetje, etc. klopt, maar dat het trek moest zijn en niet honger is ook niet juist; trek was (is nog) het verboden woord (wat u schrijft kan ook niet juist zijn: ook kakkers zullen nooit beweren dat in veel ontwikkelingslanden trek wordt geleden).
    Taalkundig standsverschil is een veel minder belangrijk fenomeen dan uw specialisme taalverandering maar het leverde sporadisch wel koddig nieuws op: de ophef in 1980 over Jérôme Heldring in zijn collum “Dezer dagen” in de NRC “Van Kleffens zegt: gebakje” en The Sun die in 2007 over de hele voorpagina schreef: KATE’S MUM SAYS TOILET.

    Met hoogachting, Teartse Schaper

  5. Peter Konter schreef:

    Als oud-leerling van monsieur Hamans wil ik hem graag feliciteren met de promotie aan de UvA.
    Daarnaast ben ik benieuwd of deze innovatieve taalkenner in staat zou zijn deze voortgaande (en dus altijd ‘resident aanwezige’) morfologische wetmatigheden om te zetten in voorspellingen: welke woorden zullen onze taal nog gaan veranderen?
    (Kunst)Werk voor een (taal)kunstenaar?

    Met vriendelijk groet – en veel succes gewenst, Peter Konter

    • Camiel Hamans schreef:

      Beste Peter,
      Dank voor je reactie. Helaas kun je sociale veranderingen en daar horen taalveranderingen onder niet voorspellen. Je kunt ze alleen, terugkijkend, verklaren.
      Hoezeer sommige taalkundige dat ook zouden willen kun je taalkunde niet behandelen als was het natuur- of scheikunde.
      Groet,
      Camiel

  6. Ans Schapendonk schreef:

    In Camiel Hamans artikel ‘Taalpatriottitisme van Becanus tot Grotius’ schrijft hij in de conclusie: “Waar Becanus lange tijd in de taalkunde beschouwd werd als een fantast of malloot, is het nu mogelijk hem weer in zijn tijd te zien. ‘Becanus was veel meer dan de taalgek, waarvoor hij vaak gehouden wordt.’ (Hagen 9).
    Weliswaar blijven veel van zijn etymologieën, ook naar de eisen van zijn tijd, onverantwoord speculatief, maar zijn ideeën, hoezeer ook gebaseerd op theologisch en taalkundig drijfzand, blijken vervolgens een uiting van
    gerechtvaardigd taalkundig patriottisme […]. Becanus kwam op voor de waarde van de volkstaal. Daarvoor
    moest hij een theorie ontwikkelen die naderhand niet meer dan een kaartenhuis bleek, maar die wel aan het door hem gestelde doel beantwoordde. […] ”
    Een KAARTENHUIS? Geen enkele taalkundige heeft voor de ontdekking van de klankhelix (soundhelix, Lauthelix) in 2011 Becanus’ theorie ooit begrepen. Die ontleende hij aan de “(m)Orfische Theologie, een boekje dat op de lijst van verboden publicaties staat in het Vaticaan en waarin het THEOS niet naar God maar naar Volkstaal verwijst (Engels ‘slang’; lees ‘sinuscurve’). Waarom? Omdat deze door vroedvrouwen (i.c. wijsentijt) ontwikkelde theorie over de klankverschuiving niets met een ‘vaderlijke God’ te maken had, maar alles met ‘Moeder Natuur’. Hamans heeft niets begrepen van dit NAT en (h)OUR waarbij het gaat om de MA-the-MA-tiek in de taalkundige structuur (matrix). Zijn artikel kan de prullenbak in. Jammer dat de vrouwen die bij Brabant Cultureel werken de boeken over UNIVERSELE KLANKHELIX niet lezen. Die worden nu sinds jaren en masse gekopieerd door academici, maar zonder bronvermelding. Ook Hamans denkt een duit in het zakje te kunnen doen door aandacht aan Becanus te besteden die zijn naam ontleende aan het beroep van zijn moeder: een BAKERvrouw. Klinkers helixen alfabetisch (a > e > i > o > u).

  7. Ans Schapendonk schreef:

    “Borderline cases in morphology. A study in language change” berust op plagiaat van de universele klankhelix. Schrijvers als Camiel Hamans, Charles van den Heuvel, Fokke Dijksterhuis, Marius Buning, Ida Stamhuis, Maarten van Dijk en zelfs een Heide de Mare, die terecht op een grondige manier afrekende met het “academische” werk van deze mannen, kopiëren de boeken van Ans Schapendonk. Wanneer schrijvers opzettelijk niet doen aan bronvermelding is dit een serieus geval van GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG en wanneer het op promoties gaat al helemaal. Deze mannen hebben het over The age of sage zonder de vertaling erbij te betrekken, want het gaat om het gedachtegoed van de ‘vroede’ alias ‘wijze’ vrouwen (I.c. Wijsentijt) alias Les femmes sage dat helixt in (les fem)MESSAGE. Wanneer genoemde heren in ‘hun’ artikelen de wijsentijt niet eens vertalen – De witte vrouwen uit het Verloren Millennium – waarin het ‘wit’ helixt in ‘wis’ van wiskunde alias ‘MA-the-MA-Tiek’ (maar ook van ‘wissen’), verbergen ze opzettelijk de connectie met vrouwen als zijnde nog steeds de ALLERBESTE wetenschappers. Witten verwijst naar ‘slijpen’ alias ‘scheiden’, omdat het om ASTROFYSICA ging, vrouwen die meer over schei-, natuur- en sterrenkunde wisten dan een Robbert Dijkgraaf (overigens ook iemand die de theorie van de klankhelix kopieert in ‘zijn’ Gala van de wetenschap’-uitzendingen. Het is pure jaloezie en ijdelheid die al deze in de wetenschap falende mannen kenmerkt. Wanneer gaat Brabant cultureel dit soort mannen eens stevig aan de tand voelen?

  8. Ans Schapendonk schreef:

    Camiel Hamans publiceert volop, maar hij heeft echt geen flauw idee van het werkelijk verloop van de universele klankhelix. Zie hier de discussie die gaande is op Researchgate:

    Language change and morphological processes
    https://www.researchgate.net/publication/319671298_Language_change_and_morphological_processes/comments

    Schapendonk
    Unfortunately, Hamans will have to revise his sentence (and thus the article) “Morphological change is not a result of mechanical, predictable processes, but of the behavior of language users”. He does so when he finally understands the theory of Goropius Becanus, the linguist to whom Simon Stevin owes his knowledge of ‘The age of saga’ (i.c.The white women of the lost millennium) from the prejewish midwives. Becanus took his name from his mother, a midwife, which is in Dutch ‘bakervrouw’. She knew “The Orphic Theology”, not a book about God, but about SLANG which means in English DIALECT. This book about sound shift was banned by the Vatican. Since the rediscovery of these ‘soundhelix’ (klankhelix) linguists do understand this universal pattern. Not Camiel Hamans since all the examples that he gives in this article can be traced back to the fixed sound pattern that is universal. From (sKAT (i.c. ’tresor’) helixes next to (k)HAT > HEAD also KAPT > (k)HAPT > HEAD / HAUPT, which shows that words not only lengthen from the back (adjectio), but at the same time dissolve from the front (detractio). No linguist has understood that before me! Since vowels helix alphabetically, HEAD is changing in HIDDEN, which explains how this knowledge disappears. From KAT > CAPT helixes words like CAPTAIN. The HEAD- as a prefix is helixing into -HOOD as a suffix. So, out of one language is growing another. Not only Jakob Grimm, but also a Saussure or a Chomsky never realized this, just like current linguists such as Hamans, Booij, Hüning or Ingo Plag, all mentioned in the References. A pity that the many ‘reads’ (11.544) got the wrong information.

    Camiel Hamans
    comment
    Thanks so much for your comments. Unfortunately, this article is about non-morphemic language changes, which are processes that essentially differ from standard word formation. The sort of general rules you suggest don’t work here.

    Johanna Schapendonk
    comment
    Funny that you again do not discuss the merits of women in sound shifting according to ‘Orphic Theology’. In ‘Lipsius tegen Becanus’ (2006) by Toon van Hal (2006), van Hal, Lipsius and van Schrieck also appeared not to understand the essence of this, (pages 167 and 177). “The declensions and conjugations may already be different.That doesn’t change the basics.”
    The merits of Becanus are beyond dispute, while no linguist after him (except me) has understood the essence. The fact that you do not admit this makes you a denier of my publications about Becanus, which were also removed from Wikipedia (s. my homepage).

    Apropos, dat Hamans de zaak niet begrijpt komt uit zijn onkunde over het dialect. Morfologische veranderingen en vervoegingen komen en gaan.

  9. Ans Schapendonk schreef:

    Camiel Hamans Author
    added a comment
    This study doesn’t deal with Becanus but with my main field of research non-morphemic word formation. There is no relation whatsoever between Becanus’ way of doing etymology and word formation.
    I have taken good note that you do not appreciate my work as far as Becanus is concerned, which is your right, but if you want to enter into a discussion with me about non-morphemic word formation, I think it would be useful to read my work first.
    in addition, I don’t appreciate that you approach the publisher of my doctoral dissertation and accuse me of plagiarism, without informing me and without showing any proof of plagiarism. Maybe it was on purpose that you sent the email to my publisher from an email address of somebody else?

    Luan Staphorst
    added a comment
    Camiel, als ik jou was zou ik Johanna gewoon genegeerd hebben. Met alle repect, Johanna, never a more befuddled mess have I come across than your supposed “theory” of “klankhelixen”. It is a “poespas” of numismatics, free association, and stream of consiousness masquerading as rigorous thinking. Then again, Johanna seems to believe with the utmost sincerity that Nobel Prize winning chemists have plagiarised her work and that she alone knows the absolute nature of language formation. Greater epistemic hubris I have not come across.

    Johanna Schapendonk
    added a comment
    The point is, Camiel, that academics do not (anymore) master the dialect. You can already see this in the contributions of the participants in Münster (October 2023). They do not understand the progression of the sound helix. Moreover, not every language is suitable for helixing. You can read this everywhere in ‘Rethinking Stevin, Stevin rethinking’, but especially on page 228, where an author like Charles van den Heuvel pretends in his chapter on ‘Simon Stevin’s Age of sage’ that it was Stevin who wrote about ’the superiority of the Dutch language’, while Becanus had already proven that. Simon Stevin was the only one who really understood the oeuvre of Becanus, and therefore of the ‘Witte Vrouwen uit het Verloren Millennium’. To pretend that Stevin came up with this himself is only to deny Becanus and the Orphic Theology of these WIT > WITCHES, which means in Dutch HEKS, since they knew about ‘hexagram’, but especially about ‘pentagram’, which you have to double (MAT > MIJTER).
    And Luan, in the above-mentioned book you will find the four points that Stevin (read Becanus) lists from paragraph 3 ‘The Restoration of the Age of the Sage’ onwards. Stevin “concludes that it (the age of sage) can be restored if one uses the same methods as in the past”. That is what I already did in my books, Luan, in the field of topology, astrophysics (Mrs. Hatschepnut), geography (Dogger Bank), geometry (matrix and the Tenth), history (Pas de Calais), art history (coins), music (dorem isola), architecture, chemistry, physics and what is called ’theology’. And yes, those texts have been copied en masse, most of them by the publishers of the universities of Oxford and Cambridge by german, dutch, french and english ‘academics’. No wonder, Luan, that your advice is to ignore me, but you will see that the opposite will happen. Academics are already writing about Simon Stevin, but the fact is that they do so in order to obscure the theory of Becanus and therefore that of the prehistoric women from the Wijsentijt. The fact is also that the knowledge that women have ever acquired has never been mastered by men. So again, Luan, it is out of jealousy and vanity that the role of women is glossed over here. Fortunately, those days are over, because ‘De WEEGCONST’ is not just called that! Many publications by ‘academics’ have been ’te licht bevonden’ (found wanting?) for centuries (!), which means that the time of ‘laaghoofden > leeghooden > legerhoofden’ is reaching its climax.

  10. Ans Schapendonk schreef:

    Bespreking van de dissertatie van Camiel Hamans
    Waarom is zowel deze dissertatie als de verdediging ervan een onnozele bedoening? Er wordt samengevat van wat men al sinds decennia de ‘optimaliteitstheorie’ noemt zonder dat de diepliggende structuur wordt erkend. Hamans vermeldt Richard Wiese en medewerkers als Sabine Lappe en Ingo Plag die net als Birgit Alber jarenlang aan dezelfde Philipps-Universität-Marburg vertoefde als ik. Hier werd ik vals van seksuele intimidatie beschuldigd toen ik Wiese uitlegde hoe je moet kijken naar de relatie tussen ‘mis-schien’ en ‘viel-leicht’. Nog diezelfde nacht zette hij 25 publicaties op internet. Na mijn ontslag op staande voet kwam de draaimolen langzaam op gang via Frans Hinskens, bevriend met Jürgen Schmidt van de Deutsche Sprachatlas in Marburg. Tijdens ons etentje zei Schmidt tegen mij dat hij “niet praatte met vrouwen die hem niets te vertellen hebben”. Mijn hoop dat een Marc van Oostendorp of een Nicoline van der Sijs, beide ooit in Leiden werkzaam, mijn uitleg van de theorie van Goropius Becanus zouden begrijpen, vervloog al snel. Van Oostendorp kreeg ook zijn ontslag op staande voet in Leiden, waarna hij samen met Hinskens en van der Sijs het plagiaat van mijn onderzoek aan de Radbouduniversiteit op gang bracht.
    Dat onderzoek gaat over de juiste interpretatie van adjectio, detractio, metathesis, permutatie en delivery, gevolgd door de toevoeging van een vierde, verticaal rijtje van de W en een vierde, horizontaal rijtje van de M naast de bekende rijtjes P, T en K. Ook concludeerde ik dat klinkers alfabetisch verlopen. In mijn laatste boek ‘The Universal soundhelix of the prehistoric midwives stolen by famous scientists’ beschuldig ik Ingo Plag (en dus uitgeverij Cambridge) en Jenny Audring (en dus uitgeverij Oxford) van plagiaat nadat Plag het begrip ‘phonaestheme’ (2017) toelichtte dat door Jenny Audring ‘splinter’ (2018) wordt genoemd. Het voorbeeld van de Engelse G wordt ook door Hamans aangehaald in 5.2.2.2 phonaesthems in glitter, glow of gleam waarin de G helixt uit de Nederlandse harde G die helixt uit de Nederlandse zachte G in woorden als glittertjes of glans, maar die helixen uiteindelijk uit het derde, verticale rijtje van de K, omdat het oorspronkelijk om KLAAR > KLEUR > GLOOR > CHLOOR ging (chemische processen). Wat ze er niet bij vertellen is dat uit GLEAM > (g)LIJM helixt, waardoor niet alleen de K maar ook de G is verdwenen. Dat bedoelde Becanus met DETRACTIO, want woorden lossen van voren op en worden juist van achteren langer, wat Becanus bedoelde met ADJECTIO, maar wat taalkundigen voor mijn publicaties NOOIT hebben begrepen!
    Wanneer Hamans het begrip BORDERLINE in zijn titel opneemt, kan hij tijdens zijn verdediging niet eens uitleggen, wat hij hiermee precies bedoelde. De verdediging van deze hopeloze dissertatie was een complete schertsvertoning. Op de cover van Hamans boek, ziet men de KNIK in het woord BORDERLINE, want de overgang van GLEAM in LIJM (klinkers helixen alfabetisch) veroorzaakt net als die van WIT in WITCH of van ‘misschien’ in ‘vielleicht’ een shockerend effect. Dit soort kennis beheersten de prehistorische vroedvrouwen die de ‘Witte’ vrouwen uit het ‘Verloren’ Millennium worden genoemd, waarbij het WIT helixt in WITCH (heks > hexagram), maar WIT helixt uit KWIT > KWIJT alias LOST (verloren). Die verdwenen kennis komt nu weer boven water, wat Jezus al aankondigde, want zijn WOORD alias LE MOT heeft te maken met ‘de MOT zit erin’, taal ‘verLOEDERt’, maar deze MOT verwijst naar de VLINDER alias het KAPELLEKE, een verwijzing naar het hoofd en het oog hierin in het sterrenbeeld AURIGA, tevens het hoofd van Mrs. Hat-Schep-Net (zie mijn homepage).
    Hamans schrijft onder 5.2.2.2 Phonaesthemes:
    “Auracher (2015), for instance, reports results from an empirical study in synaesthetic sound iconicity, which involves an implicit but systematic association of acoustic features of phonemes with non-acoustic phenomena. He studied nonsens words consisting of plosive consonants and back vowels, which are found to be associated with the emotion of anger, and contrasted these forms with nonce words consisting of sonorant consonants and front vowels, which appeared to be associated with feeling of fear. However, Auerbach’s findings do not shed much light on the problem of final –o”.
    Met deze conclusie zit Hamans er faliekant naast, want neemt men de helix BI (2) > BIJBEL > BIBLI > BIBLIO > BIBLIOTHEEK gaat het om STAR > STER > (s)TORA > TUAS GLOS alias TWEEDE SCHRIFT, waarin het gaat om HIS-(s)TORIA alias de versie van de mannelijke kant van de geschiedenis (vaderlijke God). Maar HIS-(s)TORIA helixte uit HER STORE (haar ‘voorraad’ van Moeder Natuur) die de ‘verloren’ vrouwelijke kant ging overschaduwen. Hier gaat het om de tegenstelling MAN /VROUW, terwijl de tegenstelling GOED / SLECHT tot uiting komt in de overgang van BIBLI > BIBLIO als iets goeds, dat na verloop van tijd verandert in iets slechts als LULLO. Klinkers helixen alfabetisch A > E > I > O > U (vgl. OMA > OME > OMI).
    Hiermee heb ik de dissertatie van Camiel Hamans ontkracht. Er staat niets nieuws in, terwijl dat van een dissertatie mag worden verwacht. Bovendien spreekt hij zichzelf tegen, want eerst wil hij niets weten van een systematiek (vgl. “Morphological change is not a result of mechanical, predictable processes, but of the behavior of language users”), dan beweert hij (ook tijdens de verdediging) dat er wel een systeem in zit, maar dat kan hij niet uitleggen. Dan zou hij plagiaat plegen met mijn onderzoek. De vraag luidt dan wel, wat voor meerwaarde dit boek heeft. Geen.
    Mijn conclusie is nog steeds dat al die taalkundigen er sinds Becanus helemaal naast zitten met hun ‘onderzoek’. Becanus en mij voor gek verklaren is niet alleen een schaamteloze ontkenning van het gedachtegoed van de prehistorische vrouwen, maar ook een vergeefse poging het eigen falen te VERDOEZELEN.
    Ik vertaal deze tekst niet meer in het Engels, omdat ik voor mijn ouders moet zorgen. Voor mij is de discussie hier afgelopen. Wanneer Olga Fischer, Smith en al die ‘overige leden’ en de uitgeverij van deze ‘dissertatie’ nog langer volhouden dat Camiel Hamans de titel Dr. verdient, zullen universiteiten verder verbleken tot ‘places of ignorances’ analoog aan wat er staat in ‘Rethinking Stevin, Stevin rethinking’, blz. 229, waar Stevin geciteerd wordt: “Stevin considered the Renaissance an Age of Ignorant in comparison with the lost Age of Sage”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *