De Vergankelijkheid heeft tijdelijk onderdak bij Theo Adriaanse in Oosterhout

Alles is vergankelijk. Niets blijft bestaan. Zal zelfs de vergankelijkheid vergaan? Wij kennen mooie symbolen voor de vergankelijkheid zoals een schedel, een opbrandende kaars of fakkel, een zeepbel en – heel herkenbaar – een zandloper. Theo Adriaanse heeft er al bijna zesduizend.

door Jan Schippers (tekst & beeld)

In 1995 vroeg de zoon van Theo Adriaanse aan zijn vader of die niet enkele zandlopers op de kop kon tikken voor tijdmeting op Nijenrode. Theo, die een transportbedrijf had en tegen zijn klanten moeilijk ‘nee’ kon zeggen, zag zandlopers liggen op een rommelmarkt. Hij bracht een bod uit, kreeg een tegenbod en genoot ervan dat hij nu eens niet ‘ja’ hoefde te zeggen. Hij kocht er die dag drie. De zoon kon er toch niet zo veel mee, dus daar stonden ze thuis op tafel: symbool van tijd, beweging en vergankelijkheid. Ze intrigeerden Theo en al snel had hij er nog drie aangeschaft.

Vergankelijk

Zes schedels bij elkaar noem je geen verzameling, maar een macaber miniossuarium. Zes opgebrande kaarsen of fakkels vormen een verzameling nul. Een verzameling van zes zeepbellen spat binnen de kortste keren uiteen. Niet voor niets beeldden de zeventiende-eeuwse schilders graag de ‘homo bulla’ af: ‘Mens, hoe vergankelijk ben je? Als een zeepbel.’ Zie je op zo’n schilderij kinderen bellen blazen, dan weet je het al: vanitassymbool.

Maar zes zandlopers bij elkaar, dat zou wel eens het begin van een verzameling kunnen zijn. De verzamelkoorts kreeg Theo Adriaanse te pakken en hij stroopte markten en beurzen af op zoek naar uurglazen oftewel zandlopers. In 1999 verkocht hij zijn bedrijf en stopte hij met werken. In vijfentwintig jaar heeft hij bijna zesduizend zandlopers weten te verwerven. En dan hebben we het uitsluitend over de exemplaren die je kunt keren.

Natuurlijk kwamen er ook afbeeldingen van zandlopers in zijn verzameling: oude bidprentjes, gravures, klokken, postzegels, telefoonkaarten. Zo verzamelde Adriaanse twaalfhonderd foto’s van grafstenen waarop een zandloper staat afgebeeld; duizend ansichtkaarten en herinneringskaartjes met plukjes haar van een dierbare met een zandloper erbij; en negenendertig vierkante meter prenten, waaronder twaalf levenstrappen, symbolen van de opklimmende en afdalende jaren van de mens, vergezeld van een zandloper. Waar hij een latere afdruk van heeft is de ets van Rembrandt Jong getrouwd stel en de Dood bij een open graf uit 1639. En natuurlijk houdt het geraamte op die ets een zandloper omhoog.

Ook staat er in Adriaanse’s kijkkamer een tegeltableautje waarin de middelste tegel, met de zandloper erop, per abuis ondersteboven staat afgebeeld [zie onder]. Maar die afbeeldingen tellen we allemaal niet mee voor de kernverzameling.

Bontekoe

Gelukkig beschikt Adriaanse in de Isabellastraat in Oosterhout over de ruimte, de opbergkasten en toonkasten om een groot deel van zijn verzameling te exposeren. Daarbij heeft hij ze niet chronologisch geordend, maar naar materiaal. Vaste onderdelen zijn de twee glazen waarin het glaszand zit. Als je het verkeerde zand gebruikt, dan leidt dat tot opstopping en onnauwkeurigheid in de tijdmeting. Geen gewoon zand dus, geen zilverzand, nee, speciaal gemalen en gezeefd glaszand. De houder is meestal vervaardigd van hout, koper, tin of glas. Naast de kleine zandlopers, die in de verpleging lange tijd in gebruik waren voor de polstelling, staan er knapen van wel een halve meter doorsnee en met een doorlooptijd van vijf uur. Juist die grote blikvangers leent hij regelmatig uit aan programmamakers en cineasten die zulke objecten willen tonen. Steven de Jong regisseerde De scheepsjongens van Bontekoe. Theo Adriaanse leverde de zandlopers.

Theo Adriaanse in zijn ‘kijkkamer’ in Oosterhout.

Adriaanse vertelt er meteen ook maar bij hoe zeelui smokkelden met de tijd die ze moesten wachtlopen door de zandloper voortijdig te keren. Dat noemde men zandsnoepen. Hij leent ook objecten uit aan musea die zeldzame exemplaren willen tonen. Zo staan er momenteel 102 zandlopers van hem in het Venduhuis Notarissen in Den Haag.

‘De enige zandlopers die jij niet spaart zijn kamelen.’

Je komt er snel achter hoezeer een zandloper uitdrukking is van de tijd waarin hij is vervaardigd. We weten dat ze bestaan vanaf het begin van de veertiende eeuw. Ook voor die tijd wilde men grip krijgen op de tijd door hem te meten. De oude Egyptenaren kenden de klepsydra, de waterklok, en hun obelisken dienden eeuwenlang als naald in de zonnewijzer. De oudste aan Theo bekende afbeelding van een zandloper stamt uit 1338 en bevindt zich op een fresco in het Palazzo Pubblico van Siena. Een vrouw die de personificatie van de Matigheid is, Temperantia, houdt daar een grote zandloper in haar rechterhand.

Cultuurschat

Het culturele belang van de zandloper werd ook onderkend door historici in Duitsland en Frankrijk. In 1954 verscheen in Frankfurt am Main van Ernst Jünger, Das Sanduhrbuch. Het is tot op de dag van vandaag een standaardwerk, maar zonder plaatjes. In 1997 publiceerde Jacques Attali in Parijs het driedelige Mémoire de Sabliers, Collections, mode d’emploi. Als je daarin de afbeeldingen bekijkt dan realiseer je je dat de verzameling van Adriaanse een cultuurschat is die representatief mag heten voor alles wat er in Europa aan zandlopers verzameld is. Zelfs van de complexe uurglazen met wel vier keerbare zandlopers in een ombouw zie je in Oosterhout verscheidene exemplaren.

In 2015 schreven drie Parijse antiquairs, Dominique, Eric en Anna Delalande, Sabliers d’autrefois. Zij tonen de topstukken uit toonaangevende musea. Daaronder bevinden zich oude zandlopers met twee glazen die op het doorlooppunt met een ijzeren ring verbonden zijn, fraaie zilveren exemplaren in renaissance- of barokstijl en zeldzame, dus kostbare zandlopers in een vlechtwerk van stro. Vanzelfsprekend heeft Adriaanse er ook zo een. Maar hij is verder gegaan. Ook klokken en boeken met ‘ergens’ een zandloper heeft hij. En een fraaie collectie penningen en gedenktekens. Op de achterzijde staat steeds een andere naam gegraveerd.

Ooit zei iemand tegen hem: ‘De enige zandlopers die jij niet spaart zijn kamelen.’ Tja, er zijn grenzen. Sinds eBay en Catawiki hun intrede hebben gedaan, weet Adriaanse ook daar de zandlopers te vinden. Zo kocht hij onlangs een zeventiende-eeuwse koperen tabaksdoos met een rebusachtige inscriptie en met als onderdeel van die rebus uiteraard een zandloper. De ontcijfering viel niet mee.

Rebus

Voorzijde (boven) en achterzijde tabaksdoos met rebusachtige inscriptie.

Misschien weet u wel wat hier staat. Zowel op de voor- als achterkant staat een vierregelig gedichtje. Het metrum is hierbij drie jamben, dus de lettergrepen wisselen af als:

Kort-lang-kort-lang-kort-lang
Kort-lang-kort-lang-kort-lang-kort
Kort-lang-kort-lang-kort-lang
Kort-lang-kort-lang-kort-lang-kort

We herkennen gekruist rijm: ABAB (regel 1 en 3 rijmen op elkaar en regel 2 en 4).

Er staan echter niet alleen maar woorden, maar ook tekeningetjes.
Hoe moeten we die lezen? Op de achterzijde staat:

Een Schone Jonge [tekening van een pauw]
[tekening van een rund] – Ciert Met Argus [tekening van een paar ogen]
De Schoonheit Van Een [tekening van een vrouw]
Heeft Menig [tekening van een man] Bedroge.

Uit de mythologie weten we hoe de pauw aan de ‘ogen’ op zijn staart is gekomen. De pauw was de vogel van Juno, echtgenote van oppergod Jupiter. Die laatste werd nogal eens verliefd op andere vrouwen onder wie Io. Toen Juno haar man dreigde te betrappen, veranderde hij Io gauw in een witte koe. Wat moet je dan als argwanende echtgenote? Juno riep de hulp van Argus in. Deze man-met-de-honderd-ogen zou er met zijn scherpe blik wel voor zorgen dat Jupiter die witte koe niet terug kon toveren. Maar ja, je bent oppergod of niet, Jupiter verzon een list en liet Mercurius aan Argus verhaaltjes vertellen, zo saai dat alle ogen van Argus dichtvielen. Daarop stak Mercurius met een priem al die ogen bij Argus uit, deed ze in een mandje en overhandigde dat aan Jupiter. Die kon nu onbespied en ongestraft de koe weer veranderen in mooie Io. En toen Juno verscheen, kreeg zij van haar man een mandje Argusogen. Nu hadden veel goden een eigen vogel: Minerva had een uil, Jupiter een adelaar en Juno een pauw. Maar die pauw had niet zo’n fraaie staart. Woedend smeet Juno de ogen in de richting van haar vogel. En zo komt het, jongens en meisjes, dat de pauw…

Achterzijde tabaksdoos.

Vaars

Hoe lezen we nu de rebus? Aan het begin van de tweede regel staat een plaatje van een koe. Wat doe dat dier daar? Mag je de afbeelding ook lezen als ‘vaars’ of ‘vers’? Dan loopt de zin wel lekker:
Een Schone Jonge pauw
Vers-Ciert Met Argus ogen

En de twee laatste regels kun je niet anders lezen dan:
De Schoonheit Van Een vrouw
Heeft Menig man Bedroge.

Ik verwacht dus dat er op de voorkant van de tabaksdoos eenzelfde metrum en eenzelfde rijmschema uit moeten komen. Voor wat betreft dat rijmschema klopt dat ook wel: regel één lijkt te eindigen op ‘ooc sie’ en regel drie op ‘Voor die’. En regel twee ‘Voor ope’ rijmt op regel vier ‘Loopen’. Maar dat metrum! Vermoedelijk gaat de inhoud over de reden waarom de eigenaar van de tabaksdoos aan de ene persoon wel toestaat een pijpje te stoppen uit zijn tabaksdoos en aan de andere persoon niet. Laten we eens een poging wagen, waarbij we binnen het metrum blijven:

Als ik [tekening van ei, beker en vaars = een vriend?] ooc Sie
Daar Is Mijn [tekening van een geopende tabaksdoos = Doos] Voor Ope

Dat ‘een vriend’ is maar een suggestie, omdat de eigenaar van de tabaksdoos voor hem de doos opent. Maar hoe bak je van een ei, een beker en een vaars een ‘vriend’? Tegenover degene voor wie de tabaksdoos open gaat, staat de persoon voor wie ze gesloten blijft. Waarom? Iets moet de eigenaar ertoe bewegen zijn tabak niet te willen delen met een bepaald soort mensen:

Voorzijde tabaksdoos. Wie lost de rebus op?

Maar Nimmer Meer Voor die
In [tekening van een zandloper = zand?] Of [Schuijfels?] Loopen

Of moet je er het volgende van maken?

Maar Nimmer Meer Voor die
In [tekening van een zandloper = tijd?] Of [Schuijfels?] Loopen.

Theo Adriaanse houdt zich aanbevolen voor andere en meer volledige interpretaties. Ondertussen vormen al die geblazen glazen zandlopers en die in koper gegraveerde zandlopers samen met alle andere objecten een indrukwekkende verzameling waarvan je kunt zeggen dat de Vergankelijkheid tijdelijk is ondergebracht in Oosterhout, Noord-Brabant.

Belangstellenden die de kijkkamer met zandlopers van Theo Adriaanse willen bezoeken, kunnen hem bellen (0162-426419) of mailen (theo@zandlopers.nl). Of kijk op zijn website:

www.zandlopers.nl

© Brabant Cultureel 2020

Reacties (1)

  1. P.m. meessen-schoenmaker schreef:

    Wat een mooie verzameling, heel indrukwekkend, mijn man was gek op klokken. Dus heel wat markten ook bezocht om te zoeken. Ook met de tijd te maken. Kon ook goed repareren, altijd samen op ontdekkingsreis. Heel spannend of je iets vond en kon kopen. Ik heb ook 29 jaar in ’t Brabantse gewoond. Nog altijd goede kennissen over.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *