November Music ’18 herdenkt einde Grote Oorlog op fascinerende wijze

Een elegie voor oorlogskerkhoven. Dat was een van de hoogtepunten van November Music, het jaarlijks terugkerende festival dat avontuurlijke muziek in de breedste zin presenteert. ‘Ruins & Remains’ is de titel van een tiendelige suite voor piano, slagwerk en strijkkwartet, die één dag voordat honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog werd beëindigd, in ‘s-Hertogenbosch in première ging.

door Rinus van der Heijden

Precies één dag voordat honderd jaar geleden een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog, plaatste in een zaaltje in een cultureel centrum in ’s-Hertogenbosch componist en jazzpianist Wolfert Brederode de gruwelen van de Grote Oorlog in een eigen perspectief. Eén dag ook voordat in dezelfde stad d’n Elfde van d’n Elfde wordt gevierd als aanloop naar het jaarlijkse Zottenfestijn dat carnaval heet, richtten Brederode, Joost Lijbaart en het Matangi Quartet een muzikaal herdenkingsmonument op, dat zijn gelijke niet kent. ‘t Kan verkeren, zei Wolfert Brederode’s naamgenoot ooit.

Wolfert Brederode componeerde ‘Ruins & Remains’. Foto Gemma van der Heyden

Puinhopen
De titel die Brederode aan zijn suite meegaf, is Ruins & Remains. Het is een muziekwerk met tien aaneengesloten delen voor piano, slagwerk en strijkkwartet dat de puinhopen en overblijfselen van krankzinnig oorlogsgeweld in adembenemende muziek gestalte geeft. Muziek waarin stilte een échte functie kreeg, waarin slagwerk de geluiden van het slagveld transponeerde naar de concertzaal, waar de piano verdriet en vernedering uitbeeldde en twee violen, een altviool en een cello twintig miljoen doden toedekten met een lijkwade die de ruïnes (‘ruins’) weliswaar afdekten, maar op de resten (‘remains’) nieuw leven stichtten.

Want daarin zit de kracht van Ruins & Remains: de muziek is gebaseerd op vernietiging, maar heeft zo’n intrinsieke kracht dat de overblijfselen alle ruimte krijgen voor nieuw, ontluikend leven. Iets soortgelijks doet zich ook voor bij het War Requiem van Benjamin Britten. Zonder beide werken op gelijke hoogte te stellen zijn er wel overeenkomsten. Beide kennen geen kerkelijke inslag, beide zijn een aanklacht tegen de vernietigingswaanzin die oorlog heet, beide zijn ultieme blijken van eerbied voor oorlogsslachtoffers en beide zijn een eerbetoon aan de veerkracht van de mensheid om zich weer op te richten.

Wolfert Brederode geeft tijdens de repetitie aanwijzingen voor het Matangi Quartet. Foto Gemma van der Heyden

Tromgeroffel
Ruins & Remains begon met tromgeroffel, het geluid dat voor miljoenen soldaten hun dood aankondigde. Hier was het de metafoor voor het begin van de oorlog in 1914. De altviool nam de muziek over, liet lange, heel lange stiltes vallen die onherroepelijk deden denken aan herdenking van de gevallenen. De muziek voltrok zich ruim een uur lang in alle rust, sereen zou je zeggen. Nergens was haast te bespeuren, de moordmachine kon tergend langzaam zijn lugubere werk doen. Wolfert Brederode creëerde op zeker moment met de rechterhand een minimalmusic-achtige passage terwijl Joost Lijbaart delicaat met percussie-instrumentjes aan de slag was. Het Matangi Quartet zocht het aanvankelijk in zachte, tere klanken om zich verderop te ontpoppen in een gezamenlijke klankpracht die wij kennen van strijkkwartetten.

Joost Lijbaart is een meester in het bespelen van percussie-instrumenten. Foto Gemma van der Heyden

De duo’s die Brederode en Lijbaart inbouwden, waren geen entr’acts, maar gedoseerd-spannende toevoegingen en overstapjes naar volgende delen van de suite. De muziek bleef intussen onverminderd boeien. Soms voelde je letterlijk de marstempo’s, op andere momenten de verstilde passage van piano en eerste viool, met daaronder gevlijd de cello om kort daarna uit te monden in een ware triomfmars. En dan weer stilte, met in de verte een kerkklok, minutieus ten gehore gebracht door Joost Lijbaart. Ruins & Remains werd daarmee een ware en vooral waardige elegie voor een oorlogskerkhof.

Slotconcert
Het tiendaagse festival November Music 2018 werd op 11 november afgesloten door het gezelschap Rivers of Sound van de Iraakse componist en musicus Amir ElSaffar. Drie jaar geleden was hij ook te gast bij het festival met zijn Two Rivers Ensemble. Nu was dit uitgebreid tot een orkest van zestien personen. Daarvan was ElSaffar het middelpunt met zijn spel op santoor (de Arabische variant van een cimbalon), trompet en zang. Rivers of Sound staat voor de vermenging van twee culturen: die van de Iraakse maqam-stijl (maqam is een toonladder die uit kleinere eenheden van opeenvolgende tonen is opgebouwd; rvdh) en de westerse Afro-Amerikaanse muziek. Het in elkaar opgaan van Arabische cultuur en jazz derhalve, waarvoor Amir ElSaffar zich als een warm pleitbezorger heeft opgeworpen.

Amir Elsaffar leidt het orkest Rivers of Sound. Foto Gemma van der Heyden

Dit samenvloeien lukte zeker. Voor het element jazz had ElSaffar, woonachtig in Amerika, gekozen voor de meest vrije vormen. Dat leverde aangename doorschakelingen op van een typisch Arabische orkestklank en felle jazzuithalen. Je zou kunnen spreken van een pan-Arabische, vrije big band. Een veelstromenland mag ook, want de Arabische strijkersklanken vonden direct aansluiting bij de in jazz gewortelde geluiden van blazers, percussie en vibrafoon. ElSaffar regeerde daarbij als een vorst. Met name als hij achter zijn santoor uitkwam en rechtop staand fraaie trompetsoli inlaste.

Ingespeeld
Het was jammer dat Rivers of Sound nog lang niet op elkaar was ingespeeld. Kennelijk heeft November Music een jaar lang zijn best gedaan om dit orkest, bevolkt door musici van allerlei nationaliteiten, bij elkaar te krijgen. ElSaffar verkondigde met terechte trots dat hij nu bezig was aan een eerste Europese tournee. Een dag voor het concert in ’s-Hertogenbosch trapte Rivers of Sound die af in het Bimhuis in Amsterdam. Er volgen nog concerten in Brussel, Gent en Londen. Wellicht zal de kwaliteit aan het einde van deze muzikale rondgang beter beoordeeld kunnen worden.

Ole Mathisen, Jason Adasiewicz, Fabrizio Casol en JD Parran van Rivers of Sound. Foto Gemma van der Heyden

Nu moest worden geconstateerd dat er nogal wat rammelde. Inzetten waren vaak ongelijk, tempi te langzaam en solo’s wel heel erg tam. Verfijning en elegantie ontbraken vrijwel volledig en dat zijn toch elementen die met name in Arabische muziek sterke bouwstenen zijn. Waarmee maar gezegd wil zijn dat November Music wel sterkere slotconcerten heeft gekend dan dit jaar.

November Music 2018 – Ruins & Remains: Verkadefabriek ’s-Hertogenbosch, 10 november ’18. Wolfert Brederodepiano en compositie, Joost Lijbaartpercussie en slagwerk, Matangi Quartet – Maria-Paula Majoor– viool – Daniel Torrico Menacho– viool – Karsten Kleijeraltviool – Arno van der Vuurstcello.

Slotconcert – Rivers of Sound: Verkadefabriek ’s-Hertogenbosch, 11 november ’18. Amir ElSaffar’s Rivers of Sound.

www.novembermusic.net

 

(Dit is een gewijzigde versie van een artikel dat eerder verscheen op jazznu.com.)

 

 

© Brabant Cultureel 2018

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *