Fotocolumn: Een Metropolitan om de hoek

Kunstenaar Wijnand van Lieshout achter het raam

Joep Eijkens gaat nooit de deur uit zonder camera. Er valt onderweg ook zoveel te zien dat hij wil vastleggen – van bijzondere mensen tot rare plekken, van mooi licht tot kauwen in een kloostertuin. Voor Brabant Cultureel maakt hij deze rubriek waarin tekst en fotografie worden gecombineerd.

door Joep Eijkens

Voor het Metropolitan Museum of Art hoef je niet meer af te reizen naar New York. Op loopafstand van het Tilburgse hoofdstation kun je een soort van filiaal vinden, niet ver van De Pont en het TextielMuseum. Het is voor de vreemdeling even zoeken, want anders dan de grote broer in Manhattan is de Tilburgse dépendance heel bescheiden gehuisvest. En wel op het adres Stedekestraat 15, in de woning van Sjon Brands en Dorith van der Lee. Sinds eind 2017 houdt dit kunstenaarspaar tentoonstellingen achter de ramen aan de straatzijde op de begane grond van hun woning. Die ramen, zeg maar etalages, zijn ‘s avonds en ‘s nachts verlicht zodat de bezoeker nooit voor niets komt.

Brands zelf was hier de eerste en aanvankelijk enige exposant. De belangstelling was boven verwachting, schrijft zijn vrouw in een persbericht: ‘Vaak staan er groepjes, vooral jongeren, foto’s en filmpjes te maken’, voegt ze daaraan toe. ‘Er wordt volop gelachen en gediscussieerd.’ En ze heeft het ook over de ‘vele passanten’ die op weg naar De Pont en Het TextielMuseum even een kijkje nemen. Het concept sprak dusdanig aan dat de twee besloten om ook andere kunstenaars uit te nodigen. Zo exposeerden John Dohmen, Martijn de Boer en Nick J. Swarth al in het Tilburgse Metropolitan. En nu is Wijnand van Lieshout (Tilburg 1940) aan de beurt.

In dit geval: kunstenaar Wijnand van Lieshout vòòr het raam. Foto > Joep Eijkens

Ik heb Wijnand van Lieshout altijd één van de interessantste kunstenaars van Tilburg gevonden, niet op de laatste plaats vanwege zijn eigenzinnige en ontwapenende persoonlijkheid. Begonnen als schilder ontwikkelde hij zich in de jaren zeventig tot één van de bekendste beoefenaren van de geënsceneerde fotografie in Nederland. Met name werd hij bekend door nachtmerrie-achtige of surrealistische taferelen met niet zelden min of meer erotische accenten. Die taferelen ademen vaak een sfeer van ontluistering en verval en zijn opgebouwd uit de gigantische verzameling spullen die Van Lieshout in de loop der jaren om zich heen verzamelde: van modepoppen uit de jaren dertig tot dieren op sterk water, van Nazi parafernalia tot de oude deuren van het jammerlijk gesloopte negentiende-eeuwse stadshuis van Tilburg en van gynaecologische instrumenten tot de onderkant van een heuse olifantpoot die ooit dienst deed als paraplubak.

In 1999 werd Van Lieshout opgenomen in de Geschiedenis van de Nederlandse fotografie in monografieën en thema-artikelen, uitgegeven door het Prentenkabinet van de Leidse universiteit. “Ik zie het als een kroon op het werk”, zei hij tijdens een gesprek dat ik met hem had voor het Brabants Dagblad. Om er direct aan toe te voegen: “Ik ben in het verleden heel veel keren geboycot. Wel prijzen in Japan, maar in eigen land, ho maar.” Het was bepaald niet de eerste keer dat hij zich beklaagde over zijn gebrek aan erkenning. En ook niet de laatste keer.

Gard du Nord, een werk van Wijnand van Lieshout. Foto > Joep Eijkens

Dat was dus in 1999, nu twintig jaar geleden. Sindsdien is zijn ster niet gerezen. Eerder het omgekeerde was het geval. Andere tijden, andere kunstenaars. Het hoort ook bij het ouder worden van menig kunstenaar, de deprimerende gedachte niet meer mee te tellen, weinig of niets meer te verkopen. Maar anders dan de collega’s die het na hun zeventig wel welletjes vinden, blijft Van Lieshout aan het werk.

Er gloort hoop aan de horizon – althans, daar lijkt het op. En deze nieuwe tentoonstelling in het Metropolitan – al is het dan niet het Newyorkse, maar het Tilburgse – zou wel eens het begin kunnen zijn van een herontdekking van Van Lieshout. Volgend jaar wordt hij tachtig. De Tilburgse kunstenaar Ton de Gouw heeft al kunnen bereiken dat er eind 2020 een expositie in de LocHal komt met werk van Paul Bogaers, Wijnand van Lieshout en hemzelf. Daar blijft het niet bij als het aan De Gouw ligt, want hij wil ook een grote overzichtstentoonstelling organiseren en een boek wijden aan de dan tachtigjarige kunstenaar.

Van harte hoop ik dat hem dit zal lukken, want Van Lieshout verdient een boek. Hij hoort bij het type kunstenaars die van hun eigen leven een kunstwerk maken en daarbij het gevaar lopen geheel uit beeld te raken zo gauw zij de laatste adem hebben uitgeblazen. Mede daarom hoop ik ook dat het beoogde boek vergezeld gaat van film- en geluidsmateriaal, al was het maar om Van Lieshouts stem, iets van zijn onnavolgbare verhalen en zijn regelmatig terugkerende lach te kunnen blijven horen.

Rattenpaleis, een werk van Wijnand van Lieshout. Foto > Joep Eijkens

Wat tenslotte de tentoonstelling achter de ramen in de Stedekestraat betreft, die kreeg – onder meer met het oog op de nabije Spoorzone – de titel Wagons-Lits-Expresse en omvat tien sculptuurachtige assemblages waarin allerlei materialen verwerkt zijn. Daaronder stukken houtwerk, poppen, botten, oude lijsten, afgedankt gereedschap en ontelbare schelpen. De recent gemaakte kunstwerken worden mooi zacht aangelicht, wat ze vooral als het donker is een wat geheimzinnige uitstraling geeft. Ze hebben titels als Vrouw van NeptunusHet oog van de meesterGare du Nord en Rattenpaleis.

De tentoonstelling werd geopend op vrijdagavond 1 november 2019. Tijdens de opening maakte Ton de Gouw de oprichting bekend van het Wijnand-Genootschap. “Het is bedoeld om het werk van Wijnand levend te houden, ook na zijn dood.” De aanwezigen, veelal zelf kunstenaar, vonden dat en goed idee en sommigen meldden zich meteen als lid van het genootschap. De oude meester zelf leek te genieten van alle aandacht. Of het nu kwam door de tentoonstelling ‘achter de ramen’ of niet, op zeker moment vertelde hij dat hij ooit zelf ‘achter het raam’ had gezeten. Dat was tijdens zijn Antwerpse periode, toen hij na een nacht doorzakken met een paar drinkebroers bij een al wat oudere prostituee verzeild was geraakt en voor de grap op haar stoel achter het raam had gezeten…

Wagon-Lits-Expresse is nog te zien tot en met 30 november 2019: Stedekestraat 15, Tilburg.

www.metropolitanmuseum.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
Bezoek aan het atelier van Wijnand van Lieshout

© Brabant Cultureel 2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *