Lente, literatuur & liefde in een oud Tilburgs wevershuisje

In de woonkeuken van haar voormalige wevershuisje houdt Carina van der Walt in Tilburg jaarlijks een literaire salon, waarbij zij Afrikaanse en Nederlandstalige dichters met elkaars werk kennis laat maken. Van der Walt: “Ik wil mensen bij elkaar brengen, dan ontstaat er een vonk.”

door Corien Ligtenberg

Eens per jaar transformeert het voormalige wevershuisje van Corina van der Walt in Tilburg tot literaire salon. Op uitnodiging van Van der Walt, van oorsprong Zuid-Afrikaanse, komt dan een select gezelschap bijeen om elkaar in een inspirerende omgeving te ontmoeten en zo mooie nieuwe dingen te laten ontstaan. Doel van de salon is om het gesprek en de vertaling tussen dichters uit Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika te bevorderen.

Carina van der Walt richt samen met dichter Jasper Mikkers en beeldend kunstenares Daisy Karthaus de salon in met werk van Karthaus. Foto Gemma Kessels

Uitwisselingsprogramma
Van der Walt werd geboren in Welkom, Zuid-Afrika, en studeerde Nederlandse en Afrikaanse letterkunde. Daarna werkte zij als lerares Afrikaans aan een VWO, trouwde en kreeg twee kinderen. Na het overlijden van haar man pakte ze de studie weer op. Zo kwam ze in 2002 naar Tilburg voor een master kinder- en jeugdliteratuur, in een uitwisselingsprogramma tussen de Universiteit van Tilburg en de Potchefstroomse Universiteit in Zuid-Afrika. Terug in Zuid-Afrika werkte zij nog anderhalf jaar als docent aan de universiteit, haar Alma Mater. Daarna, in 2007, vestigde zij zich voor de liefde definitief in Tilburg. Sindsdien is ze schrijver en dichter en woont zij met haar man in ’t Wevershuisje in hartje stad. In 2017 kwam haar eerste dichtbundel uit, Amalgaam. Het is een samen met de Vlaamse dichter Willy Martin vervaardigde bundel verzen, in het Zuid-Afrikaans en het Nederlands.

Carina Van der Walt: “Vooraf lees ik de dichters, om te bepalen of ze ‘aanklank’ vinden bij elkaar”. Foto Gemma Kessels

Haar Literaire Salon in ’t Wevershuisje begon Van der Walt in 2013, uit grote liefde voor de poëzie en de kunsten, maar ook uit frustratie: het gros van de culturele activiteiten op Afrikaans gebied vindt plaats in Amsterdam en omstreken. Voor elke salon nodigt zij een Zuid-Afrikaanse dichter uit. Daarbij laat ze zich leiden door welke Zuid-Afrikaanse dichter op dat moment toch al in de buurt is, voor bijvoorbeeld een literair festival of een boekpresentatie – er is geen budget om een dichter speciaal voor de salon over te laten komen naar Tilburg.

Vervolgens zoekt ze er een Nederlandse, een Vlaamse en een Tilburgse dichter bij wiens werk ze bij elkaar vindt passen. Van der Walt: “Vooraf lees ik de dichters, om te bepalen of ze ‘aanklank’ vinden bij elkaar. Ik maak een keuze uit hun gedichten en leg hen die voor. Zo probeer ik aansluiting te vinden tussen de gedichten en de dichters die die middag komen.” Zo ontstaat steeds een selectief gezelschap. Ook om een praktische reden; haar huis is maar klein. De middag is niet open voor publiek.

Vijfde editie
Elke literaire salon heeft een eigen thema. Eerdere thema’s waren onder meer ‘Dans & dood’ en ‘Klank/water & camera’. Thema van de vijfde editie, op woensdag 17 april 2019, was ‘Lente & liefde’. Tijdens de salon sierde het werk van beeldend kunstenaar Daisy Karthaus uit Tilburg de ruimte. Olieverfschilderijen – grote naakten, maar ook portretten van Herman Brusselmans en Ilja Leonard Pfeijffer – en tere aquarellen. Op tafel schalen met taartjes, hartige hapjes, een kleurig boeket.

“Mijn streven is dat het werk dat hier ontstaat, wordt uitgegeven”. Foto Gemma Kessels

Aanwezig waren de Afrikaanse dichter W.L. van der Merwe, voormalig stadsdichter van Tilburg Jasper Mikkers, dichter Emma Crebolder, filosofiestudent Michiel Bakker (de dertiende campusdichter van Tilburg University), vertaler Gudrun Gilhuis, beeldend kunstenaar Daisy Karthaus en theatermaker Lieke Joosen. De dichters luisterden geconcentreerd naar elkaars voordrachten en gingen daarover in gesprek. Daisy Karthaus vertelde over haar werk, Lieke Joosen zong Afrikaanse liedjes.

De salons verlopen volgens een vast patroon. De gasten lezen eerst voor uit eigen werk. Vaak is er een beeldend kunstenaar of een vertaler die iets over zijn of haar werk vertelt, of een muzikant die optreedt. In de pauze is er een tafel vol lekkers. Na de pauze volgt een workshop waarin een begin wordt gemaakt met de vertaling van elkaars werk – van het Nederlands naar het Zuid-Afrikaans en vice versa. Van der Walt: “Die workshop is belangrijk voor de vertalingen. De verschillende dichters ontmoeten elkaar persoonlijk. Ik wil mensen bij elkaar brengen, dan ontstaat er een vonk.”

Het werk van beeldend kunstenaar Daisy Karthaus siert tijdens de salon de ruimte. Foto Gemma Kessels

In de afgelopen jaren waren de Afrikaanse dichters Heilna du Plooy, Charl-Pierre Naudé, Bernard Odendaal, Desmond Painter en René Bohnen te gast. De Nederlandse en Vlaamse dichters waren Willy Martins, Bert Bevers, Miriam van Hee Emma Crebolder, Vicky Francken, Paul Meeuws, Jef van Kempen en de voormalige stadsdichters JACE van de Ven, Frank van Pamelen en Martin Beversluis.

Publiceren
Van der Walt: “Mijn streven is dat het werk dat hier ontstaat, wordt uitgegeven. Dat heeft al tot een aantal goede publicaties geleid.” Zo werd het gedicht Tuisresep van Charl-Pierre Naudé – een lofzang op de bobotie van zijn moeder – spontaan door drie andere deelnemers van de salon in het Nederlands vertaald. Zowel het oorspronkelijke gedicht als de drie vertalingen werden in 2015 gepubliceerd in Awater.

In 2017 publiceerde Van der Walt haar eerste dichtbundel ‘Amalgaam’. Foto Gemma Kessels

In 2017 waren dichter René Bohnen uit Zuid-Afrika, Miriam van Hee uit België en de Nederlandse dichters Vicky Franken en Paul Meeuws in ’t Wevershuisje te gast. Vicky Francken had met haar bundel Röntgenfotomodel juist de C. Buddingh’-prijs gewonnen, de prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut. Tijdens die salon werd de kiem gelegd voor de vertaling van onderstaand titelloze gedicht van Francken door René Bohnen. Het gedicht en de vertaling werden samen gepubliceerd in het Afrika-nummer van Terras, een tijdschrift voor internationale literatuur. Francken: “Als je elkaars gedichten leest, bespreekt en samen tot een vertaling komt, is dat de meest intieme manier van lezen.”


Naakte muziek speelt in de grotten
en de slapen zijn een tempel
waarin een chagrijnige godheid
op de wanden slaat
laat me eruit
ik moet haastig en dagelijks
een schitterend kind baren
mijn vingers openhalen
aan doorschijnende huid
geruisloze fontanellen
laat me met stilte
een zegel verbreken
een voertuig
voor het onderwerp
de pegel en de pekel
in de ijstijd zijn


In de vertaling door Bohnen:


Naakte musiek speel in die grotte
en slaap is ’n tempel
waarin ’n grimmige godheid
teen die mure slaan
laat my uit
ek moet inderhaas en daagliks
’n skitterende kind baar
my vingers verwond
aan deurskynende vel
geruislose fontanelle
laat my met stilte die seël verbreek
’n voertuig
vir die onderwerp
die pegel en die pekel
in die ystyd wees


Vertaalde gedichten naar aanleiding van Literaire Salon in
’t Wevershuisje zijn gepubliceerd in de literaire tijdschriften:

Awater

Terras

Ambrozijn

Versindaba
(weblog voor Afrikaanstalige dichtkunst)

www.fleursdumal.nl

Lees terug op Brabant Cultureel:

Amalgaam van Afrikaans en Nederlands

© Brabant Cultureel 2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *