Over Harrie Schalken en zijn Grafisch Museum In den Groenen Zonck

Graficus, drukker en dichter Harrie Schalken is al vele jaren de drijvende kracht achter het Grafisch Museum In den Groenen Zonck in Wouw. ‘Ik lieg mijn dromen alsof ze gedrukt zijn’, schreef hij ooit als dichter. Ook als museumman maakte hij een droom waar, eigenwijs en geheel op eigen kracht. Met beleidsmakers heeft hij weinig op.

door Albert Hagenaars

Blijft het westen van Noord-Brabant op cultureel gebied achter bij de rest van de provincie? Het is een vaak gehoorde klacht, maar is het ook waar? Met Breda erbij is het in elk geval zeer de vraag of het klopt. Hoewel verstoken van een universiteit, hightech of een bestuurlijk nest zit de stad economisch sterk in de lift, profileert zij zich nadrukkelijk als een cultureel lustoord en weet ze wat uitstralen is. Zonder de Baroniestad wordt het een ander verhaal. Vergeleken met ambitieuze activiteiten elders vermag de zoom van Noord-Brabant nauwelijks een vuist te maken. Kunstenaars en in het veld actieve organisatoren morren over gebrek aan belangstelling uit de rest van de provincie.

Harrie Schalken op de bovenverdieping van zijn museum “In den Groenen Zonck”. Foto Piet den Blanken

Daar staat tegenover dat aan het culturele imago van de regio niet bepaald hard wordt gewerkt. Bovendien ligt de nadruk daarbij meestal niet op moderne kunst. Bergen op Zoom, ‘stad van stoet en spel’, knipoogt opvallend vaak naar haar rijke verleden en komt zelden naar buiten met moderne of hedendaagse kunst. Misschien is het ook beter de blik meer op de eigen regio te richten en daar de kracht te zoeken. Als Helmond tot de B5 (Breda, Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch en Tilburg) behoort, waarom Bergen op Zoom dan niet tot de B6?

Initiatieven
West-Brabant is echter verre van een culturele woestenij. Er zijn tal van boeiende faciliteiten en initiatieven, soms op onvermoede plaatsen. Neem nu in Wouw het Grafisch Museum In den Groenen Zonck, een pareltje in zijn soort! Het museum werd opgezet en uitgebouwd door Harrie Schalken, docent, dichter en zelf verwoed grafisch kunstenaar die in zijn modern aandoende prenten een zowel figuratieve als abstracte beeldentaal vervlecht met direct aansprekende dichtregels.

De in 1946 te Weert geboren Schalken verlangde na studies in de Randstad terug naar het zuiden. Hij vond werk in respectievelijk Middelburg en Vlissingen, aan de Universiteit van Tilburg en de Université Catholique de Lille. Inmiddels is hij met pensioen, wat een weldaad is voor het museum.

Op zoek naar ruimte voor zijn aspiraties vond hij een passende plek in de kern van Wouw. Met zijn vrouw Nelke betrok hij daar een van oorsprong achttiende-eeuws pand waar twee koetshuizen, een boerenschuur en een grote tuin bij horen. Langzaam maar zeker wist hij dit complex te transformeren tot het huidige museum annex atelier. De opening vond plaats in 1975. Al jaren is het museum een begrip in drukkerskringen. Toch bleef de aandacht voor en de roem van het museum en van Schalken vooral beperkt tot die kring van kenners en liefhebbers. Een van de redenen hiervoor zal zijn dat Schalken, hoewel opmerkelijk welbespraakt, een bescheiden man is en daarnaast eerder een graficus dan een marketingman.

Bezig met een zeefdruk. Foto Piet den Blanken

Onderwijsman
Na het gymnasium in Weert, hij schreef toen al gedichten, studeerde Schalken Nederlandse taal- en letterkunde plus kunstgeschiedenis in Utrecht. Verder studeerde hij boekwetenschap in Amsterdam en grafische fotografie/fotolithografie aan de kunstacademie van Den Haag.

Naar eigen zeggen is hij een gedreven onderwijsman, die het geweldig vindt “om samen te werken met leerlingen en studenten, om overlegmodellen te beproeven, en, voor zover mogelijk, democratische gelijkwaardigheid te benadrukken. Uiteraard leer je over en weer van elkaar. Daarom is er afwisseling in aanbieding: visualiseren, kijken, luisteren, voelen, ervaren, uitspelen en ja, ook bij de meest ongeïnteresseerden toch belangstelling weten op te wekken.”

De smaak van het drukken kreeg hij al zeefdrukkend te pakken tijdens de studentenacties eind jaren zestig en ook nog begin jaren zeventig in Utrecht en Amsterdam. Nieuwsgierigheid naar de technische mogelijkheden en de behoefte aan specifiek deze vorm van communicatie maakte dat hij voorgoed voor het drukken koos. Gaandeweg kreeg hij ook steeds meer belangstelling voor de puur ambachtelijke druktechnieken. De vakmatige aspecten daarvan werden zelfs zo belangrijk dat hij er steeds tijd voor heeft willen overhouden. Als docent heeft hij daarom nooit voltijds gewerkt.

Schalken hanteert een oude boekdrukhandpers in zijn museum. Foto Piet den Blanken

Boekdrukhandpers
Zijn museum kent als topstuk een nog prima werkende, tweehonderd jaar oude boekdrukhandpers. Er zijn enkele andere, minder oude  apparaten te vinden zoals eveneens zeldzame trapdegels en daarnaast bijzondere drukken en velerlei lettermaterialen. Onder meer met fotopanelen en antieke gereedschappen is er aandacht voor de diverse technieken vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst.

In het galeriegedeelte van het museum exposeert Schalken eigen zeefdrukken, zoals gezegd vaak aangevuld met dichtregels. “De taal is immers onderhuids aanwezig in alles wat ik doe.” Voorts zijn er fascinerende historische kerststallen en materialen rond de ‘Sint-Nicolaaskunde’. In november en december wordt daar steevast extra aandacht aan besteed. Het museum biedt steeds programma’s voor zowel volwassenen als kinderen. “De kleintjes krijgen dan een drukkersmuts op en gaan zelf aan de slag. Ze maken een tweekleuren zeefdruk, een goede opstap om het principe van bijvoorbeeld de tienkleurendruk te begrijpen. Ze mogen hun eigen producten meenemen.”

Ook vinden er in het museum regelmatig lezingen plaats. Zo was er in 2017 een cyclus van zes thema-avonden over de Engelse Romantiek, gepresenteerd door Harry Mulders. Nog niet zo lang geleden maakte Zuidwest TV een documentaire over het museum die een goed beeld geeft van de vele activiteiten. Deze documentaire is op het internet nog steeds te zien (zie de link onderaan dit artikel).

In het achttiende-eeuws pand met twee koetshuizen in Wouw vestigde Harrie Schalken het museum “In den Groenen Zonck”, in een deel van het pand woont hij met zijn vrouw Nelke. Foto Piet den Blanken

Contacten
Schalken onderhoudt contacten met tal van instellingen en individuen, variërend van stichting Drukwerk in de Marge tot begeleiders van bezoekende schoolgroepen. De belangrijkste relatie is die met het Overleg Grafische Musea (OGM). Daar zijn in de buurt ook het Drukkerijmuseum in Etten-Leur, de Historische Drukkerij Turnhout, Plantin-Moretus/Prentenkabinet in Antwerpen en het Boekdruk Museum Dordrecht bij aangesloten. Verschillende organisaties zoals Erfgoed Brabant en de Stichting Culturele Manifestaties Wouw (CuMaWo) vestigen steeds de aandacht op het museum. Laatstgenoemde stichting was eind 2017, begin 2018 betrokken bij activiteiten met en rond Schalken, onder andere in Markant, het voormalige raadhuis van Wouw.

Van het beleid van de eigen gemeente (Roosendaal) heeft Schalken bepaald geen hoge pet op: “Wat de contacten met de lokale overheid betreft, zou ik willen dat ze concrete dingen doen voor cultuur in plaats van eindeloos vergaderen in commissies en cultuurnota’s uitbrengen om ambtenaren aan de gang te houden. De historische banden met Bergen op Zoom zijn een stuk sterker dan die met Roosendaal, waar Wouw sinds de gemeentelijke herindeling onder valt. Dat is jammer want het Roosendaalse cultuurbeleid is een ramp, dus van die kant hoeven we op het punt van ondersteunende promotie niks te verwachten.”

“De aantallen bezoekers wisselen, maar elk jaar krijgt het museum toch wel enkele duizenden belangstellenden over de vloer, ook uit België en Frankrijk.” Al sinds de opening in 1975 blijkt het museum het zonder financiële steun te rooien. Het betreft een geheel particuliere organisatie en dat heeft zo zijn voordelen, vooral op beleidsmatig gebied. Gelukkig mag Schalken wel rekenen op de bevlogenheid van enkele vrijwilligers.

Museum en woonhuis in Wouw. Foto Piet den Blanken

Galeriegelul
Gevraagd naar de nadelen van het beheren van een eigen museum annex tentoonstellingsruimte is Schalken openhartig: “Ik houd niet van galeriegelul. Rond kunst heb je ook altijd een heel web van lui die zich op de eerste plaats bezighouden met ‘interessantdoenerij’. Het is jammer dat veel bezoekers de benodigde techniek onderschatten, het vakmanschap, de complexiteit daarvan. Ik krijg wel eens een opmerking als ‘zo’n prent maak je toch even’, terwijl je daadwerkelijk ruim honderd uur bezig bent met een prent van minstens vijftig exemplaren. Of, als het over poëzie gaat ‘het moet toch rijmen…wat is dit nu?’ Maar goed, zo’n reactie is tegelijkertijd ook een geschikt moment om alles beter uit te leggen.”

“Een heel ander probleem is de vereiste discipline tijdens bezoeken van kindergroepen. We lopen er steeds vaker tegenaan dat er niet genoeg ervaren begeleiders beschikbaar zijn. Ouders helpen dan maar die hebben soms niet veel te zeggen over te drukke kinderen. Toch is dat nodig, want er staan persen die kunnen dichtklappen, en hand-snijmachines. Daarnaast zijn niet alle kostbare materialen afgeschermd. Je moet overal aan denken!”

Zeefdrukken van Harrie Schalken. Foto Piet den Blanken

Dichter
Schalken is druk doende met allerlei andere activiteiten die sterk met elkaar in verband staan. Eenheid in verscheidenheid dus. Hij drukt zelf en exposeert, is intensief educatief bezig en schrijft gedichten. Zo was de titel van zijn activiteiten in Markant uitgesproken poëtisch: ‘Ik lieg mijn dromen alsof ze gedrukt zijn’. Wat is zijn credo als dichter?

“Gedichten zijn onmisbaar in mijn leven. Poëzie is geconcentreerde taal, essentiële zegging. Het gaat niet om metrum en rijm maar om een natuurlijk ritme en desgewenst klankovereenkomst. Een credo? Dan kan ik het best verwijzen naar het volgende vers:”

 

poëtica

kom laat ik beginnen
met de gewone dingen,
een wildwest-film
op zondagavond:

ja, dichten is rodeo

prairie

de taal een steppe-maannacht
fluisterend
sluipen
door het binnenst
van een woord

de lasso flitst

zo soms steigert
de zin
tot poëzie

 

Schalken werkte als dichter onder andere mee aan vier achtereenvolgende delen van de serie ‘Woording’, een initiatief van het schrijverscollectief Drechtsteden. In 1993 debuteerde hij officieel met de bundel De leidsels van het tij die verscheen bij Uitgeverij WEL in Bergen op Zoom. Deze bundel beleefde zelfs een herdruk. In 2010 was hij een van de genomineerden voor de BN / De Stem Cultuurprijs.

Promotie
Ondanks de aantoonbare waardering voor zijn werk lijkt hij zelf weinig aan promotie te doen. Dat geldt ook voor zijn werk als vrij kunstenaar. Voldoet de eigen galerie aan zijn behoefte zich te laten kennen? Is hij niet al te bescheiden? Misschien, maar het blijken vooral redenen van praktische aard te zijn die een rol spelen: “Tja, exposeren kost geld. In Markant bijvoorbeeld kon ik dertig werken ophangen. Maar hier moesten er ook blijven hangen. Lijsten kosten al gauw honderd euro per stuk. Als je exposeert en weinig verkoopt ga je gegarandeerd het schip in. Ik stop geld liever in het museum.”

Harrie Schalken met de eerste drukgang van een zeefdruk. Foto Piet den Blanken

“Tijdens mijn docentschap had ik het te druk om aan de weg te timmeren, gedichten naar tijdschriften op te sturen. En nu heb ik nog steeds veel verplichtingen. Daarbij houd ik er ook niet van om mezelf op te pompen, reclame voor mezelf te maken. Eigenlijk komen mensen vanzelf aanwaaien, om werk te kopen, lezingen aan te vragen en dergelijke meer. Dus in zekere zin loopt het wel.”

Dat de waardering groter zou kunnen zijn, steekt Schalken echter niet onder stoelen of banken: “Toen Roosendaal jaren geleden een nieuwe burgemeester kreeg, werd die man een rondleiding langs de belangrijkste culturele instellingen in de gemeente aangeboden. Daar kwamen wij niet voor in aanmerking! In Den Bosch weten ze niet dat dit bestaat. Vaak als ik iets aankondigde of aanbood, kwam er niet eens antwoord. Kennelijk moet je harder roepen. Je hebt natuurlijk ook te maken met nepotisme, vriendjespolitiek, kruiwagens en zo. Ik heb daar een uitgesproken hekel aan.”

Wijzend op de documentaire van Zuidwest-TV, de aanhoudende aandacht van Erfgoed Brabant en CuMaWo alsmede de lof van een vakgenoot als Anton Korteweg, ex-directeur van het Letterkundig Museum en zelf ook dichter, vraag ik hem of dit alles niet logenstraft wat hij beweert: “Ach, er zijn zoveel dingen waar ik me niet boos over maak. Ik vind taal en beeld te mooi en te belangrijk om te laten verchagrijnen door een rotte kunstwereld in Brabant. Wethouder Jan Schaefer zei eens in een debat in de raad van Amsterdam: ‘In gelul kun je niet wonen.’ Zo ook in de provincie en in de gemeente hier, met de ene cultuurnota na de andere: Met gelul kun je geen museum financieren! Anton Korteweg was inderdaad bijzonder waarderend. Prachtig om te merken, ook in zijn eigen gedichten, hoe zo’n man schijt heeft aan de waan van de dag.”

Klik op de foto hierboven voor een inkijkje in het museum  “In den Groenen Zonck”.

Toekomst
Harrie Schalken is er het meest trots op dat hij als docent op universitair niveau is beland, dat hij daar nog veel ervaring heeft opgedaan. Hij gelooft dat hij die stap veel eerder had moeten zetten. Hij wordt nog regelmatig gevraagd gastcolleges en lezingen te geven en is wel degelijk blij met de literaire successen. En last but not least doet het hem goed om te weten dat er prenten van hem in honderden huiskamers hangen. Dat is een mooi resultaat maar zeker geen status quo. En dus: wat verwacht hij voor de toekomst?

“Oei, gezien de leeftijd hoop ik nog lang gezond te blijven en de fysieke kracht te houden om de persen aan te kunnen. Ik wil gewoon nog veel moois maken. Dit is best een pijnlijke vraag want niemand wil waarschijnlijk een complex overnemen dat zoveel kennis en vaardigheden vereist. Kinderen hebben we niet. Dus bij deze, toch maar de oproep: Opvolger gezocht!”

Tot besluit een passend gedicht:

 

Keertij

II

wat nu nog rest
is enkel
de woordenloze
stilte

het taalloos
bereiken

de radar
van het zwijgen

najaar
een onontkoombaar naderen

blad en bodem
humus

najaar is
taakvervuld
opgaan in
elkaar

 

In den Groenen Zonck in Wouw is museum en werkplaats tegelijk. Foto Piet den Blanken

 

www.grafischmuseumindengroenenzonck.nl

Bekijk hier de documentaire over het museum:

© Brabant Cultureel 2018

 

 

Reacties (1)

  1. Gonny van Es schreef:

    Ik heb geboeid zitten kijken naar de uitzending van Max over uw museum.
    Wat kunt u boeiend vertellen over de ontwikkeling van ” de letter”
    Als er weer eens een lezing of rondleiding is zou ik daar graag een keer bij zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *